leçon 26

Bonjour
Bonjour TV2H
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour
Bonjour TV2H

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le programme:
        Aujourd'hui (=vandaag) :
- Apprendre: la forme et la place de l'adjectif











leçon 26

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord in het Frans.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?
A
Het bnw zegt iets over een werkwoord.
B
Het bnw zegt iets over een bijwoord.
C
Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
D
Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk nmw (NL)
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mens, dier, ding)
  • Bijvoorbeeld:
     het witte huis,
    de aardige jongen,
    de zware tas

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort de uitgang bij?
Mannelijk enkelvoud
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
-ES
-E
-S
niks

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Supplément p.33:
 A. De vorm, hoofdregel

e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petits garçons (de kleine jongens)
la petite fille (het kleine meisje)
les petites filles (de kleine meisjes)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: grand

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: bleu

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen op hoofdregel 
Supplément page 33

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vrouwelijke vorm (ev) van:
rouge
A
rouge
B
rougee
C
roug
D
rouges

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e

--> geen extra -e bij vrouwelijke woorden


Mannelijk / Masculin
Vrouwelijk / Féminin
Enkelvoud 
(Singulier)
Le T-shirt est rouge
La ceinture est rouge
Fout: rougee 
Meervoud
(Pluriel)
Les T-shirts sont rouges
Les ceintures sont rouges
Fout: rougees

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de mannelijke vorm (mv) van:
gris
A
griss
B
grises
C
gris'
D
gris

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -s

--> geen extra -s bij vrouwelijke woorden


Mannelijk / Masculin
Vrouwelijk / Féminin
Enkelvoud 
(Singulier)
Le T-shirt est gris

La ceinture est grise

Meervoud
(Pluriel)
Les T-shirts sont gris
Fout: griss
Les ceintures sont grises

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoeglijk naamwoord 
eindigt op een -eux
-eux
mannelijk
-euse
vrouwelijk
heureux
heureuse
dangereux
dangereuse
amoureux
amoureuse

Slide 16 - Tekstslide

Vrl ev: natuurlijk met -e erachter
Het bijvoeglijk naamwoord 
eindigt op een -f
-f
mannelijk
-ve
vrouwelijk
sportif
sportive
créatif
créative
actif
active

Slide 17 - Tekstslide

Vrl ev: natuurlijk met -e erachter
Andere uitzonderingsregels

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onregelmatige vormen
=> Wat valt je op?

Mnl ev - mnl mv - vrl ev - vrl mv
  1. beau - beaux - belle - belles
  2. nouveau - nouveaux - nouvelle - nouvelles
  3. vieux - vieux - vieille - vieilles

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opvallend bij de onregelmatige vormen:
enkelvoud                                         meervoud

- beau & nouveau       =>             beaux & nouveaux
- vieux                              =>             vieux

=> geen extra -x bij vieux in mv

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vrouwelijke vorm van:
beau (mooi)
A
belle
B
beaue
C
beauo
D
bella

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vrouwelijke vorm van:
nouveau (nieuw)
A
nouveaue
B
nouveauelle
C
nouveaul
D
nouvelle

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vous vous souvenez?
Comment ça marche en français? 
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. De plaats (p.34)
Het bijvoeglijk naamwoord staat: 
  1. Na het werkwoord: Les chiens sont méchants.
  2. Meestal achter het zelfstandig naamwoord: C'est un livre intéressant.
  3. Voor het zelfstandig naamwoord

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. De plaats (p.34)
Het bijvoeglijk naamwoord staat: 
  1. Na het werkwoord: Les chiens sont méchants.
  2. Meestal achter het zelfstandig naamwoord: C'est un livre intéressant.
  3. Voor het zelfstandig naamwoord

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La grammaire : les adjectifs qualificatifs - la place - les formes+ la chanson
On peut en faire une chanson:
beau-bon-joli
nouveau-long-petit
premier-mauvais-autre
jeune-vieux-grand

("Vader Jacob")

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le chocolat belge

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le premier ministre

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Supplément pages 34-35
  1. Faire l'exercice F page 34 (place et forme!)
  2. Si tu es rapide, commence l'exercice G page 35 (place et forme!)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice F page 32
  1. une chemise rouge
  2. un vieux livre
  3. une belle histoire
  4. une histoire intéressante
  5. des chaussettes bleues
  6. une vieille voiture
  7. la première page
  8. un long voyage
  9. une expédition dangereuse (mannelijk = dangereux, amoureux etc)
des T-shirts jaunes
une nouvelle chanson
des chaussures brunes
une prof sportive (mannelijk = sportif/actif/ etc)
une bonne idée
  1. un long voyage
  2. une expédition dangereuse (mannelijk = dangereux, amoureux etc)
  3. des T-shirts jaunes
  4. une nouvelle chanson
  5. des chaussures brunes
  6. une prof sportive (mannelijk = sportif/actif/ etc)
  7. une bonne idée
Exercice F page 32

  1. une chemise rouge
  2. un vieux livre
  3. une belle histoire
  4. une histoire intéressante
  5. des chaussettes bleues
  6. une vieille voiture
  7. la première page
  8. un long voyage
  9. une expédition dangereuse (mannelijk = dangereux, amoureux etc)
  10. des T-shirts jaunes
  11. une nouvelle chanson
  12. des chaussures brunes
  13. une prof sportive (mannelijk = sportif/actif/ etc)
  14. une bonne idée

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Devoirs : 
Apprendre:
• Supplément, p.33-34: l'adjectif
• StudyGo 2-6 N-F

Faire: 
• Supplément, p.34-35: exercice G


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies