Gezonde leefstijl

Leerdoelen
Bezit kennis over: 
  • Gezond leefpatroon
  • Spijsvertering van de mens
  • Gezond gewicht
  • Gezonde voeding
  • Diëten

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Bezit kennis over: 
  • Gezond leefpatroon
  • Spijsvertering van de mens
  • Gezond gewicht
  • Gezonde voeding
  • Diëten

Slide 1 - Tekstslide

6 vragen (vd 25)

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Benoem de organen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering van de mens

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een kenmerk van een gezonde leefstijl

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Actualiteit
In 2035 is 50% van de wereldbevolking te dik.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de BMI?
Bereken de BMI 
https://www.voedingscentrum.nl/bmi.aspx

BMI = kg / (lengte × lengte)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de BMI van Lars
Gewicht = 52 kg
Lengte = 1, 61 m

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke BMI waarde spreekt men van een gezond gewicht?
A
Tussen de 15 en de 20
B
Tussen de 16,5 en de 23,5
C
Tussen de 18,5 en de 25
D
Tussen de 22 en 37,5

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BMI

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken je eigen BMI

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Buik omtrek 
  • De risico’s van verschillende ziekten hangt niet enkel samen met een hoog BMI dit kan ook te maken hebben met de omtrek van je buik.
  • Het vet dat het meest schadelijk is, bevindt zich in de buikholte tussen de buikorganen . Het vet dat rondom de organen zit wordt Visceraal vet  genoemd. 




Meetbaar door middel van meetlint. (meten ter hoogte van het middelste gedeelte tussen ribbenboog en bekken.

Slide 13 - Tekstslide

Daarnaast kunnen er ook andere externe factoren meespelen die bepalen waarom iemand wel of geen onder- of overgewicht heeft. 
Risico's bij overgewicht
  • Diabetes mellitus type 2
Er is teveel suiker in het bloed aanwezig. Bij mensen met diabetes wordt het glucose niet goed uit het bloed gehaald, waardoor de bloedsuikerspiegel verhoogd is.
  •  Hartinfarct
  • Herseninfarct

Slide 14 - Tekstslide

Aanverwante disciplines? Diëtist. 
Maar wij verwijzen ze eerst naar de huisarts! 
Andere benaming voor overgewicht: Adipositas
Hoeveel minuten wordt er aangeraden om minimaal te bewegen per dag?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schijf van 5

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De schijf van vijf

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond blijft
C
Het is een hulpmiddel om gevarieerd te eten
D
Het maakt wekelijkse menu's om gezond te eten

Slide 19 - Quizvraag

De schijf van 5 is een hulpmiddel om gevarieerd te eten. Hierin staan gezonde producten, maar ook wat minder gezonde die je met mate kunt innemen. 

Slide 20 - Tekstslide

Is een hulpmiddag om gevarieerd te eten. 
Wat dus leidt tot gezond eten.
De basis
  • Voeding is zo’n 24-28 uur onderweg in je lichaam. Tijdens deze reis wordt voeding gemalen, vermengd en voortgestuwd. Met als doel voedingsstoffen op te nemen in het bloed. 

  • Een gezond en gevarieerd dieet bevat alle voedingsstoffen. Namelijk: koolhydraten, eiwitten, vetten, water, mineralen en vitaminen.  

  • Joule = eenheid van energie (hoeveel energie er nodig is om een stof 1 graad te laten stijgen in temperatuur) 
  • Calorie = eenheid van warmte (hoeveel warmte er nodig is om een stof 1 graad te laten stijgen) 

Slide 21 - Tekstslide

24-28 uur houdt in vanaf het moment dat het de mond in gaat, tot het moment dat het er via de anus weer uit komt. 
BLZ 26 en 27 staat per onderdeel beschreven hoe het werkt. Mond etc.
Dieet
  • Als we het hebben over een dieet dan wordt daar meestal mee bedoeld het soort eten wat men op een dag eet om af te vallen of om gezonder te leven.
  • Je kunt ook een dieet hebben als je allergisch bent.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten diëten

Slide 23 - Woordweb

Er zijn veel verschillende soorten diëten. Degene die jullie moeten kennen zijn:
  • cholesterolarm dieet
  • glutenvrij dieet
  • suikervrij dieet
  • koolhydraat vrij dieet 
  • crashdieet 
In de volgende dia's worden deze kort besproken. 
Cholesterolarm dieet
  • Voor mensen met een te hoge cholesterol waarde
  • Het gaat vooral om het vervangen van verzadigde vetten naar onverzadigde vetten

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden van onverzadigde vetten: volkorenproducten, noten, peulvruchten 
Glutenvrij dieet 
Wordt vooral gevolgd door mensen met Coeliaki of een glutenintollerantie.

Gluten komt voor in tarwe, rogge en spelt producten 

Slide 25 - Tekstslide

Coeliaki is een auto-imuunziekte die geactiveerd wordt door gluten. 
Suikervrij dieet 
Bij een suikervrij dieet worden er geen geraffineerde suikerproducten gegeten.  (fabriekssuikers).

100% suikervrij is bijna onmogelijk omdat je lichaam natuurlijke suikers nodig heeft (zoals uit fruit en groente) 

Met name onze hersenen verbruiken veel suiker. 



Slide 26 - Tekstslide

Onder geraffineerde suikers verstaan we bv. kristalsuiker, rietsuiker, basterdsuiker en poedersuiker.
Koolhydraatvrij dieet 
Lijkt op het suikervrij dieet, alleen worden er bij het suikervrij dieet wel volkoren producten gegeten. Bij het koolhydraatvrije dieet wordt dit ook zo veel mogelijk vermeden.

Je probeert eigenlijk van de categorien in ons voedsel (koolhydraten, vetten en eiwitten), er eentje een stuk minder te consumeren.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crash dieet 
Er wordt gedurende een periode een minimale calorie inname gebruikt, waardoor men snel afvalt. 

Het effect is meestal van korte duur, zodra de persoon weer 'normaal' gaat eten dan komt deze snel aan. Vaak met een hoger gewicht dan vóór het dieet.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa: 
    - Er wordt constant gevast en daarbij wordt soms extreem gesport. 
    - Kan ook last hebben van eetbuien en dit daarna op een onnatuurlijke wijze uit het lichaam te verwijderen (braken, laxeermiddel)
  • Boulimia nervosa: 
    - Enorme hoeveelheden voedsel in een relatief korte tijd eten en dat compenseren door te braken, laxeer- en plasmiddelen te gebruiken.
  • Eetbuistoornis / BED/ Binge eating disorder:
    -Er worden snel zeer grote hoeveelheden voedsel gegeten

Slide 29 - Tekstslide

Welke aanverwante discipline past bij eetstoornissen?
-> doorverwijzen naar de huisarts!  

Verschil anorexia en boulimia = anorexia geeft extreem gewichtsverlies. 
Bij boulimia blijft persoon ongeveer op het zelfde gewicht.

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies