B2 DNA replicatie

Thema 4: DNA
B2: DNA replicatie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: DNA
B2: DNA replicatie

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling BS1
De bouw en functie van DNA

  1. Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Thema 4: DNA
Basisstof 2:
DNA replicatie

Slide 3 - Tekstslide

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Geef de namen van de onderdelen 1 t/m 6. uit

Slide 4 - Open vraag

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Geef de namen van de onderdelen 1 t/m 6.

Slide 5 - Open vraag

Van dubbelstrengs DNA heeft één streng de nucleotidesequentie 5' TACGGACTCTAA 3'
Wat is de nucleotidesequentie van de complementaire streng?

Slide 6 - Open vraag

Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

3' en 5' - waar heeft dit mee te maken?
A
Aantal fosfaatgroepen
B
C-atomen in de suiker
C
Welke stikstofbase gebonden is
D
C-atomen in de nucleotiden

Slide 8 - Quizvraag

Wat zit er bij 5' en wat bij 3'?
A
5'= fosfaatgroep 3'=OH
B
5'=stikstofbase 3'=OH
C
5'=OH 3'=fosfaatgroep
D
5'=OH 3'=stikstofbase

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsindt.
  2. Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA kan worden bepaald.
  3. Je kunt uitleggen hoe met de basenvolgorde verwantschap kan worden aangetoond met gebruik van DNA-analyse   

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Start van DNA-replicatie
DNA-replicatie = DNA kopiëren

Tijdens S-fase (= synthese)

Vrije nucleotiden in kernplasma:
dATP, dTTP, dGTP, dCTP
Vrije nucleotiden 

Slide 13 - Tekstslide

DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op produkten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen

Slide 14 - Quizvraag

Aan welke kant van het DNA molecuul bevindt zich het 5' uiteinde?
A
Bij B en D
B
Bij A en D
C
Bij A en C
D
Bij C en D

Slide 15 - Quizvraag

Welke vormen van DNA zijn er
A
kern DNA
B
mitochondriaal DNA
C
chloroplast DNA
D
alle drie

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het kleine DNA in bacteriën
A
kern DNA
B
plasmide
C
groot cirkelvormig DNA

Slide 17 - Quizvraag

Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Lagging strand
C
DNA polymerase III
D
Leading strand

Slide 18 - Quizvraag

Helicase: verbreken waterstofbruggen tussen basen

Replicatiebel: opening in dubbele helix met ruimte voor replicatie

Bij eukaryoten meerdere startpunten
Bij prokaryoten één startpunt
Start van de replicatie

Slide 19 - Tekstslide

Replicatie (1)
Primase: aanleg RNA primer (startpunt DNA-polymerase)

DNA-polymerase: verbindt vrije nucleotiden aan enkelstrengs DNA

Afleesrichting: beweging DNA-polymerase van 3' naar 5' kant




Slide 20 - Tekstslide

Replicatie (2)
Leidende streng: streng met continue replicatie

Volgende streng: streng met onderbroken replicatie

Okazaki fragment: kort fragment op volgende streng




Slide 21 - Tekstslide

Replicatie (3)
Vervangen RNA primers met DNA nucleotiden op volgende streng

Ligase: koppelen/plakken okazaki fragmenten

Nieuw DNA bevat één "oude" en één "nieuwe" streng

Slide 22 - Tekstslide

Telomeren
Aan het uiteinde van een chromosoom zitten de telomeren.
  

Telomeren bestaan uit repetitief DNA, dus herhalingen van TTAGGG

DNA polymerase kan telomeren niet helemaal kopiëren.
Bij elke celdeling zullen de telomeren dus ook steeds korter worden

Wanneer de telomeren te kort worden zal de cel doodgaan (apoptose).
Apoptose noemen ook geprogrammeerde celdood.


telomeer

Slide 23 - Tekstslide

Telomerase
Telomerase verlengt het telomeer met RNA

DNA-polymerase vult streng aan

In meeste cellen is de expressie van telomerase onderdrukt

Slide 24 - Tekstslide

DNA Technieken (1)
PCRPolymerase Chain Reaction

Doel = van weinig DNA, veel DNA maken

Nabootsen natuurlijke DNA-replicatie
  1. Denaturatie (enkelstrengs DNA)
  2. Aanhechting RNA primers
  3. Replicatie door DNA-polymerase

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

DNA technieken (2)
Sequencing en gelectroforese

Sequencen door verschillen in fragmentlengte (Sanger methode)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

DNA Technieken (3)
DNA-fingerprinting
Vergelijken DNA van personen d.m.v. gelelektroforese.

Restrictie-enzym: herkent en knipt een specifieke nucleotidenvolgorde

Fragmenten worden door gelelektroforese gescheiden en vergeleken.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maken

6 t/m 14

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Aan welke kant worden nieuwe nucleotiden gekoppeld aan de DNA streng?
A
Dit kan beide kanten op
B
Alleen aan de 3'kant
C
Alleen aan de 5'kant
D
Dat hangt van de zuurgraad af

Slide 33 - Quizvraag

Wat doet DNA-polymerase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 34 - Quizvraag

Wat doet helicase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 35 - Quizvraag

Wat doet de primer?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 36 - Quizvraag

Wat doet DNA-ligase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 37 - Quizvraag

voor replicatie is/zijn benodigd
A
DNA
B
DNA polymerase
C
vrije nucleotiden
D
alle drie

Slide 38 - Quizvraag

In welk deel van de celcyclus vindt DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Link

Leerdoelen
  1. Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsindt.
  2. Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA kan worden bepaald.
  3. Je kunt uitleggen hoe met de basenvolgorde verwantschap kan worden aangetoond met gebruik van DNA-analyse   

Slide 41 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Waren er lastige onderdelen?
Of heb je nog vragen over bepaalde onderdelen?

Slide 43 - Open vraag