Tijdvak 6 - Les II - Bloei van de Republiek en wereldwijde handel

Havo 5 Geschiedenis
Tijdvak 6 - Les II
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo 5 Geschiedenis
Tijdvak 6 - Les II

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?


Slide 2 - Open vraag

Tijd van Regenten en vorsten gaat over de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 3 - Quizvraag

Wat is niet van toepassing op de wetenschappelijke revolutie
A
Er komen meer universiteiten
B
De geschriften van de Grieken en Romeinen zijn doorslaggevend
C
wetenschappers worden soms door de overheid geholpen
D
Kritisch nadenken over beta-wetenschappen is belangrijk

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet de Frans koning die hét voorbeeld is van het absolutisme?

Slide 5 - Woordweb

In Engeland ontstaat een 'constitutionele monarchie'. Waarom lijkt deze meer op ons koningschap dan het absolutisme?

Slide 6 - Open vraag

Kenmerkend aspect
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 7 - Tekstslide

6b de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een van de weinige republieken in Europa. De Republiek bestond uit zeven zelfstandige gewesten en later veroverde gebieden, die door de Staten-Generaal werden bestuurd. Naar buiten toe trad de Republiek op als eenheid. De macht was in
handen van regenten, die voor een groot deel werden benoemd uit de rijke stedelijke burgerij. De 17e eeuw was voor Nederland een gouden eeuw, een tijd van grote economische voorspoed en bloei van kunst en wetenschap. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe wordt de 17e eeuw in Nederland vaak genoemd (hint: naam van de periode)?

Slide 9 - Woordweb

Koppel een persoon aan de net genoemde culturele bloei in deze eeuw

Slide 10 - Woordweb

Examenvraag 2019/1
In 1618-1619 vond een vergadering plaats in Dordrecht om een eind te maken aan onenigheid binnen de calvinistische kerk in de Republiek. De vergaderstukken werden bewaard in een speciaal daarvoor gemaakte kist. De kist had acht sloten: één voor de Staten-Generaal en één voor elk van de zeven gewesten. Alleen als iedereen een vertegenwoordiger met een
sleutel stuurde, kon de kist worden geopend. 

2p 7 Leg uit dat deze bijzondere wijze van bewaren van de vergaderstukken
paste bij de staatsinrichting van de Republiek. 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord
7 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Dat de vergaderstukken werden bewaard in een kist die alleen geopend
kon worden als alle gewesten een vertegenwoordiger (met de sleutel)
stuurden, paste bij de staatsinrichting van de Republiek als unie van zeven
zelfstandige gewesten, waarbij beslissingen werden genomen met
instemming van / met draagvlak in alle gewesten.

Slide 12 - Tekstslide

Nederlandse schilderijen uit de Gouden Eeuw zijn beroemd. Wat zie je zelden afgebeeld op zo'n schilderij?
A
Burgers
B
Een tafel met eten
C
Interieur van een huis
D
Edelen/koning

Slide 13 - Quizvraag

Kenmerkend Aspect: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 14 - Tekstslide

6c wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

In de 17e eeuw kwam het handelskapitalisme tot bloei en ontstonden wereldwijde handelsnetwerken. In de groeiende wereldeconomie speelde de Verenigde Oost-Indische Compagnie een hoofdrol. De West-Indische Compagnie was actief in gebieden rond de Atlantische Oceaan.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is er niet duidelijk aan de tekst?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste product dat de VOC vervoerd?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Examenvraag 2021/1
Gebruik bron 2.
Bartjens sluit met zijn sommen aan op de actuele situatie in de Republiek
in de zestiende én de zeventiende eeuw.

4p 4 Leg voor beide sommen apart uit welke actualiteit dit is, waarbij je je
antwoord voor de eerste som ondersteunt met een kenmerkend aspect uit
de zestiende eeuw en voor de tweede som met een kenmerkend aspect
uit de zeventiende eeuw. 

Slide 19 - Tekstslide

In 1604 publiceert de schoolmeester Willem Bartjens een rekenmethode, De Cijfferinghe. Hierin staan sommen als:
1) 560 soldaten verdedigen een schans (vestingwerk), en hebben voedsel voor 7 maanden: ze besluiten samen om als ze belegerd worden de schans niet binnen 10 maanden over te geven. Vraag: hoeveel mannen moeten ze laten gaan om met hun voedsel de schans tien maanden te
kunnen verdedigen? (oplossing: 168)
2) 6 timmermannen maken in 186⅔ dagen een schip van 66 lasten (inhoudsmaat voor schepen). Vraag: als men 10 mannen aanstelt, in hoeveel dagen kunnen die dat schip maken? (oplossing: 112 dagen) 
In 1604 publiceert de schoolmeester Willem Bartjens een rekenmethode, De Cijfferinghe. Hierin staan sommen als:

1) 560 soldaten verdedigen een schans (vestingwerk), en hebben voedsel voor 7 maanden: ze besluiten samen om als ze belegerd worden de schans niet binnen 10 maanden over te geven. Vraag: hoeveel mannen moeten ze laten gaan om met hun voedsel de schans tien maanden te kunnen verdedigen? (oplossing: 168)
 
2) 6 timmermannen maken in 186⅔ dagen een schip van 66 lasten (inhoudsmaat voor schepen). Vraag: als men 10 mannen aanstelt, in hoeveel dagen kunnen die dat schip maken? (oplossing: 112 dagen) 

Slide 20 - Tekstslide

Tekst bij het KA
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Bartjens sluit aan op de actualiteit dat er gevechten tegen Spaanse troepen plaatsvinden / dat Nederlandse steden worden belegerd 1
• wat past bij 'het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat' 1
• Bartjens sluit aan op de actualiteit dat er veel overzeese handel plaatsvindt / dat de overzeese handel groeit (waarvoor steeds meer schepen nodig zijn) 1
• wat past bij 'de wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie' / bij 'de economische bloei van de Republiek' 1
 

Slide 21 - Tekstslide

Tijdvak: tijd van regenten en vorsten is de .......................... eeuw
A
17e
B
16e
C
15e
D
18e

Slide 22 - Quizvraag

Welke hoort niet bij de wetenschappelijke revolutie?
A
rationeel denken
B
zelf onderzoek doen
C
klakkeloos accepteren van onderzoek uit de oudheid
D
Kritisch kijken en vervolgens nadenken hoe het zit

Slide 23 - Quizvraag

De rijkdom in de Gouden Eeuw wordt verdiend met:
A
landbouw
B
nijverheid
C
diensten
D
handel

Slide 24 - Quizvraag

(denk aan de vorige vraag)
Welk gewest is logischerwijs het minst rijk?
A
Friesland
B
Holland
C
Gelderland
D
Zeeland

Slide 25 - Quizvraag