Familie - persoonlijke kenmerken

Wie ben jij?
1 / 39
volgende
Slide 1: Woordweb
NT /alfaHoger onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wie ben jij?

Slide 1 - Woordweb

1. Families en televisie
*we spreken over BEKENDE families
*we kijken naar een video over families
*we spreken over het UITERLIJK en het INNERLIJK
*we schrijven over jou en jouw familie
*we lezen over andere bekende mensen in de wereld
*we spreken en lezen over televisie

Slide 2 - Tekstslide

In de klas
 
* we spreken over families
* we kijken naar een video
* we spreken over het uiterlijk en het innerlijk
*we spreken over televisie
Thuis
* jullie maken
oefeningen over de familie
* jullie schrijven
over je eigen familie
* jullie maken een video
over de familie
* jullie kijken minimum 1 keer naar een Nederlands programma: familie of thuis

Slide 3 - Tekstslide

Ken je deze families?

Slide 4 - Tekstslide

De koning heeft 5 kinderen.
A
juist
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Elizabeth heeft 2 zussen.
A
juist
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel kleinkinderen heeft Louis Petit?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Louis en Irma hebben twee dochters.
A
juist
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Wouter heeft een neef en een nicht.
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Ken je deze families ?

Slide 10 - Tekstslide

Kim Kardashin is alleenstaand.
A
juist
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Homer Simpson heeft 2 schoonzussen.
A
juist
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Bart Simpson heeft 1 nonkel.
A
juist
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Ken je deze families van televisie?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

lijken op
Ik lijk op ...
Jij lijkt op ...
Hij / Zij lijkt op ...

 = dezelfde neus, dezelfde ogen, dezelfde haren, dezelfde mond, ...

Slide 16 - Tekstslide

Spreken over uiterlijk

Slide 17 - Tekstslide

Spreken over uiterlijk

Slide 18 - Tekstslide

Spreken over innerlijk

Slide 19 - Tekstslide

Hij kijkt heel de dag tv. Hij eet, drinkt, slaapt.
A
hij is actief
B
hij is lui
C
hij is sociaal
D
hij is blij

Slide 20 - Quizvraag

Zij is lief voor iedereen. Zij helpt iedereen.
A
Zij is flexibel.
B
Zij is lui.
C
Zij is hulpvaardig.
D
Zij is niet lief.

Slide 21 - Quizvraag

Hij is altijd stil.
Hij spreekt niet in groep. Hij bloost.
A
Hij is sociaal.
B
Hij is verlegen.
C
Hij is boos.
D
Hij is luidruchtig.

Slide 22 - Quizvraag

Hij zegt foute dingen. Hij liegt.
A
Hij is eerlijk.
B
Hij is braaf.
C
Hij is een leugenaar.
D
Hij is oud.

Slide 23 - Quizvraag

Hij is sterk. Hij heeft veel energie.
A
Hij is lui.
B
Hij is een harde werker.
C
Hij is zwak.
D
Hij is dik.

Slide 24 - Quizvraag

Wie ben jij? Ben jij lui? Ben jij een harde werker? Ben jij flexibel? Ben jij eerlijk? Ben je hulpvaardig?

Slide 25 - Open vraag

Welke dag was het gisteren?
A
de verjaardag van Marie
B
dinsdag
C
het begin van de lente
D
complimentendag

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een compliment?
A
"De zon schijnt."
B
"Wat heb jij een mooie T-shirt aan!"
C
"Ik vind spaghetti niet lekker."
D
"Kan jij goed zwemmen?'"

Slide 27 - Quizvraag

Compliment = voor een andere persoon
Jij bent ... lief, mooi, vriendelijk, sociaal, hulpvaardig, fantastisch, grappig, een goede student, een mooie vrouw, ...

Jij hebt ... mooi haar, een mooie lach, leuke kleren, een goed karakter, ...

Jij kan goed ... schrijven, tekenen, schilderen, naaien, spreken ...

Slide 28 - Tekstslide

Zijn

ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
Hebben

ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 29 - Tekstslide

Met welk dier zou jij een dag willen ruilen?
Waarom?

Slide 30 - Tekstslide

Welk dier is het?
de uil, de schildpad, de pauw, de bever, de leeuw, de havik, de kameel, de wasbeer, de poes, de steenbok

Slide 31 - Tekstslide

Zo trots als een... pauw
A
B
C

Slide 32 - Quizvraag

Zo stil als een ... muis
A
B
C

Slide 33 - Quizvraag

Zo traag als een ... slak
A
B
C

Slide 34 - Quizvraag

Zo sterk als een... beer
A
B
C

Slide 35 - Quizvraag

Werken als een ...
A
slak
B
paard
C
varken

Slide 36 - Quizvraag

Brullen als een ...
A
leeuw
B
muis
C
ezel

Slide 37 - Quizvraag

Zo koppig als een ..
A
beer
B
poes
C
ezel

Slide 38 - Quizvraag

Oefening Thuis
Kies een persoon uit een magazine.

Spreek of schrijf over de persoon.
Fantaseer.
https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/thuis/26/thuis-s26a4958/

Slide 39 - Tekstslide