5V week 46

Salut!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Salut!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Les devoirs: tekst 3 bespreken + maken tekst 4
Leestoets: 29 november

Introduction U2 (culture)
Grammaire I Unité 2: L'ordre des mots
Ex. 11BC


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Woordvolgorde van Franse zinnen

Tijdsbepalingen staan voor- of achteraan in de zin.
Onderwerp staat voor het gezegde in een niet-vragende zin.
Alle werkwoorden komen achter elkaar.

Slide 4 - Tekstslide

Exemple
Ma soeur voudrais plus tard dentiste devenir.
(Mijn zus wil later tandarts worden)
Plus tard, voudrais ma soeur devenir dentiste.
(Later wil mijn zus tandarts worden)
Plus tard, ma soeur voudrais devenir dentiste.
Ma soeur voudrais devenir dentiste, plus tard.

Slide 5 - Tekstslide

Vraagzinnen
3 manieren om een zin vragend te maken

Welke?

Slide 6 - Tekstslide

Vraagzinnen
3 manieren om een zin vragend te maken:
1. vraagteken achter zin. 
2. est-ce que
3. inversie (omdraaien onderwerp en persoonsvorm). 

Slide 7 - Tekstslide

Exemples
1. vraagteken achter zin = Il a surmonté sa peur de l'avion ?
2. est-ce que = Est-ce qu'il a surmonté sa peur de l'avion ?
3. inversie = A-t-il surmonté sa peur de l'avion ?

Slide 8 - Tekstslide

Inversie
Inversie kan niet altijd toegepast!
Wanneer niet?

Slide 9 - Tekstslide

Inversie
Inversie kan alleen toegepast worden als het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is.
Tu sais nager ? / Sais-tu nager ?
Simon sait nager? / Sait-Simon nager ? 

Slide 10 - Tekstslide

Vraagzinnen met vraagwoorden

Na een vraagwoord kun je de zin op 3 manieren vragend maken
Met intonatie: Pourquoi tu vas partir?
Met est-ce que: Pourquoi est-ce que tu vas partir?
Met inversie: Pourquoi vas-tu partir?

Het vraagwoord komt/blijft dus vooraan!

Slide 11 - Tekstslide

Klemtoon
Wil je het onderwerp benadrukken, gebruik dan: c'est ... qui.
Wil je andere zinsdelen benadrukken, gebruik dan: c'est ... que.

C'est toi qui as payé, pas lui! / C'est à la gare que j'ai vu Jean.

Slide 12 - Tekstslide

Au travail
Ex. 11BC

Slide 13 - Tekstslide

Stencil schrijfvaardigheid

Slide 14 - Tekstslide

Demain
Les devoirs: ex. 14 maken
MC bundel (roze boekje) + werkboek meenemen

Slide 15 - Tekstslide