Humor



Welkom in de les Nederlands!



1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Welkom in de les Nederlands!



Slide 1 - Tekstslide

Twee filmfragmenten
(0:35-2:44)

Slide 2 - Tekstslide

Vragen
  • Waarover gaat de les?
  • Welk filmfragment vond je het   grappigst?

Slide 3 - Tekstslide

Welke soorten humor ken je?

Slide 4 - Woordweb

Maak een kleine PowerPoint
  • In groepjes van 3 leerlingen
  • Beschrijf een soort humor:
    zelfspot - taalhumor - ironie - sarcasme -
    absurde humor - cynisme - zwarte humor
  • Zoek tevens 2 voorbeelden (filmpje of afbeelding)
  • Maximum 10 minuten voorbereidingstijd
  • Klassikale voorstelling

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Met welke soort humor creëert Philippe Geubels een humoristisch effect als hij zegt 'Zie ik eruit alsof ik een gazet kan lezen?' (Taboe)
A
Taalhumor met het werkwoord 'zien'
B
Absurde humor
C
Cynisme
D
Zwarte humor

Slide 7 - Quizvraag

Welke soort humor herken je?
Als het hard regent en iemand zegt: 'Ideaal strandweertje!'
A
Taalhumor met het werkwoord 'regenen'
B
Absurde humor
C
Cynisme
D
Ironie

Slide 8 - Quizvraag

Welke soort humor herken je?
'Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal zakkenvullers, die politici!'
A
Zwarte humor
B
Absurde humor
C
Cynisme
D
Ironie

Slide 9 - Quizvraag

Welke soort humor herken je?
A
Zwarte humor
B
Absurde humor
C
Taalhumor
D
Sarcasme

Slide 10 - Quizvraag

Welke soort humor herken je?
A
Zwarte humor
B
Absurde humor
C
Taalhumor
D
Sarcasme

Slide 11 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
Zwarte humor ...

A
is gebaseerd op leed van anderen of jezelf.
B
is een vorm van taalhumor.
C
wil het leed versterken.
D
Geen enkele stelling is juist.

Slide 12 - Quizvraag

Welke soort humor herken je?
A
Zwarte humor
B
Absurde humor
C
Taalhumor
D
Sarcasme

Slide 13 - Quizvraag


A
Dit is een voorbeeld van zwarte humor
B
Dit is een voorbeeld van ironie.
C
Dit is een voorbeeld van cynisme.
D
Dit is een voorbeeld van taalhumor.

Slide 14 - Quizvraag