Spelling - instructie en oefenen voor werkwoordspelling

Spelling - instructie en oefenen voor werkwoordspelling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling - instructie en oefenen voor werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Hoe moeilijk vind je werkwoordspelling?
0100

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord spelling

Slide 4 - Tekstslide

Gebeuren
1. Op de snelweg is een ongeluk..........
2. Hier ............. elke dag wel iets geks.

Slide 5 - Open vraag

Feliciteren
1. Zelfs Johan heeft mij vandaag ..........
2. Marieke .............. mij nooit voor mijn verjaardag :(

Slide 6 - Open vraag

Houden van
1. ............. je van lezen?
2. Bart .............niet van honden.

Slide 7 - Open vraag

Worden
1. Gisteren ........... ik helemaal nat van de regen.
2. Morgen ............. Senna 11 jaar.

Slide 8 - Open vraag

Kies de goede vorm van het werkwoord:
Vroeger ............ mensen uit Groningen vaak Piet.
A
heten
B
heeten
C
heetten
D
heette

Slide 9 - Quizvraag

inladen
1. Gisteren ........... de koeriers wel 100 pakketjes in hun bus.
2. ............... je de kruiwagen niet te vol?

Slide 10 - Open vraag

beantwoorden
1. Alle leerlingen hebben de vraag goed ...................
2. Gisteren ...................Willemijn en Joep al mijn vragen.

Slide 11 - Open vraag