Chapter 3 showbizz opening

Chapter 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapter 3

Slide 1 - Tekstslide

What do you think of when you hear "SHOWBIZZ"?

Slide 2 - Woordweb

Lesson Goals
  • I know more about chapter 3: Showbizz
  • I know vocabulary from chapter 3
  • I know how to use linking words

Slide 3 - Tekstslide

when everybody knows you
A
famous
B
role
C
performance
D
talent

Slide 4 - Quizvraag

show how good you are
A
stage
B
role
C
audition
D
talent

Slide 5 - Quizvraag

part in a film or play

A
performance
B
role
C
audition
D
talent

Slide 6 - Quizvraag

clothes actors wear

A
performance
B
role
C
uniform
D
costume

Slide 7 - Quizvraag

where actors play in a theatre
A
performance
B
role
C
audition
D
stage

Slide 8 - Quizvraag

skills you have
A
performance
B
role
C
talent
D
actor

Slide 9 - Quizvraag

woman playing a role
A
actress
B
actor
C
performance
D
stage

Slide 10 - Quizvraag

act or play for people
A
performance
B
famous
C
audition
D
stage

Slide 11 - Quizvraag

"OMG, he is so annoying! I hate him."
Wat betekent 'annoying'?
A
lief
B
aantrekkelijk
C
vervelend
D
ergerlijk

Slide 12 - Quizvraag

"It is disappointing that it doesn't work."
Wat betekent 'disappointing'?
A
teleurstellend
B
spannend
C
vervelend
D
verassend

Slide 13 - Quizvraag

"I still have to watch the latest episode."
Wat betekent 'episode'?
A
show
B
aflevering
C
film
D
seizoen

Slide 14 - Quizvraag

"The party had a good atmosphere, everyone was happy."
Wat betekent 'atmosphere'?
A
muziek
B
aanwezigen
C
sfeer
D
optreden

Slide 15 - Quizvraag

"Ziggo Dome is a popular venue for bands."
Wat betekent 'venue'?
A
plek van optreden
B
bereikbaarheid
C
podium
D
optreden

Slide 16 - Quizvraag

"We should raise money for charity to help out."
Wat betekent 'charity'?
A
feest
B
kaarsen
C
podium
D
liefdadigheid

Slide 17 - Quizvraag

Linking words
Door linking words (voegwoorden) te gebruiken, kun je de verbanden tussen de zinnen in een tekst laten zien. Zonder de linking words is een tekst niet meer dan een verzameling losse woorden. Linking words kunnen aan het begin van de zin, het midden of het einde van de zin worden geplaatst. Sommige woorden laten een tegenstelling zien en anderen een connectie met de vorige zin.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

He is not tall, ... he is quite short.
A
in fact
B
first
C
because
D
second

Slide 20 - Quizvraag

It's completely dark! ... the lights don't work!
A
however
B
clearly
C
but
D
therefore

Slide 21 - Quizvraag

I like many fruits, ... appels and bananas.
A
for example
B
because
C
clearly
D
since

Slide 22 - Quizvraag

... we went to McDonalds, ... we went to the cinema.
A
First, since
B
Because, second
C
First, second
D
First, because

Slide 23 - Quizvraag

Do you like school? I like it ...!
A
also
B
too
C
to

Slide 24 - Quizvraag

I understand the linking words
A
yes
B
no
C
I need to practice

Slide 25 - Quizvraag

Thanks!

Slide 26 - Tekstslide