Aardrijkskunde thema 2
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zie je op de afbeeldingen?
Slide 2 - Open vraag
Wat doen duinen, dijken, dammen en waterkeringen?
Slide 3 - Open vraag
Wat zou er gebeuren met Bodegraven als er geen duinen en dijken zouden zijn?
Slide 4 - Open vraag
Wat werd er in Nederland gebouwd na de watersnoodramp van 1953?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
Flevoland
D
Een hele grote dijk
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn de twee redenen van de stijging van het water in de Rijn?
Slide 6 - Open vraag
Wat is er bijzonder aan de Oosterschelde kering?
A
Hij heeft een bijzondere kleur.
B
Het is de grootste kering van Europa.
C
Hij kan open en dicht, waardoor de natuur behouden blijft.
D
De naam van deze kering.
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer moeten mensen evacueren?
A
Als alles overstroomt is
B
Als het gaat regenen
C
Als een dijk dreigt door te brengen
D
Als het water in de rivier stijgt.
Slide 8 - Quizvraag
Op welke twee manieren maken Nederlanders nieuw land?
Slide 9 - Open vraag
Hoe wordt een polder gemaakt? Zet in de goede
volgorde
volgorde
1
2
3
Het gebied binnen de dijk wordt leeg gepompt.
Er wordt een dijk aangelegd.
Er wordt een molen of een gemaal gebouwd.
Slide 10 - Sleepvraag
Waarom zijn er in Nederland zoveel polders aangelegd?
