Unité 5: Mon style / Styles - alles
1 / 31
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
le pull
A
de lange broek
B
de korte broek
C
de rok
D
de trui
Slide 2 - Quizvraag
les lunettes
A
de uitverkoop
B
de oorbellen
C
de bril
D
de kleren
Slide 3 - Quizvraag
la chaussure
A
de sok
B
de pet
C
de schoen
D
het overhemd
Slide 4 - Quizvraag
porter
A
dragen
B
kopen
C
kiezen
D
vergeten
Slide 5 - Quizvraag
rouge
A
oranje
B
rood
C
geel
D
zwart
Slide 6 - Quizvraag
la robe
A
de rok
B
de jurk
C
de hoed
D
het horloge
Slide 7 - Quizvraag
jaune
A
geel
B
wit
C
zwart
D
groen
Slide 8 - Quizvraag
choisir
A
vragen
B
terugsturen
C
kiezen
D
passen
Slide 9 - Quizvraag
rapide
A
eigen
B
misschien
C
snel
D
dezelfde
Slide 10 - Quizvraag
acheter
A
helpen
B
kopen
C
bestellen
D
wensen
Slide 11 - Quizvraag
en ligne
A
belangrijk
B
duur
C
in de aanbieding
D
online
Slide 12 - Quizvraag
la casquette
A
de pet
B
het overhemd
C
de koptelefoon
D
de sok
Slide 13 - Quizvraag
la taille
A
het horloge
B
het merk
C
het feest
D
de maat
Slide 14 - Quizvraag
la basket
A
basketbal
B
de schoen
C
de sportschoen
D
het t-shirt
Slide 15 - Quizvraag
soixante-huit
A
49
B
56
C
68
D
54
Slide 16 - Quizvraag
trente-deux
A
23
B
32
C
45
D
51
Slide 17 - Quizvraag
cinquante-sept
A
45
B
57
C
63
D
55
Slide 18 - Quizvraag
quatorze
A
4
B
40
C
44
D
14
Slide 19 - Quizvraag
41
A
quarante-un
B
quarante-et-un
C
quarante-et
D
cinquante-et-un
Slide 20 - Quizvraag
29
A
vingt-neuf
B
trente-huit
C
vingt-six
D
trente-sept
Slide 21 - Quizvraag
63
A
soisante-treize
B
sesante-deux
C
sezante-cinq
D
soixante-trois
Slide 22 - Quizvraag
54
A
quarante-cinq
B
cinquante-quatre
C
soixante-deux
D
cinquante-huit
Slide 23 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
La bleue robe
B
La robe bleue
Slide 24 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
La nouvelle chemise
B
La chemise nouvelle
Slide 25 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Les grandes chaussures
B
Les chaussures grandes
Slide 26 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Le gris pantalon
B
Le pantalon gris
Slide 27 - Quizvraag
Vmbo:
vous ...
vous ...
A
faisons
B
fait
C
faites
D
fais
Slide 28 - Quizvraag
Vmbo:
tu ...
tu ...
A
font
B
fais
C
fait
D
faisons
Slide 29 - Quizvraag
Havo:
nous ...
nous ...
A
veulent
B
voulons
C
voulez
D
veux
Slide 30 - Quizvraag
Havo:
il ...
il ...
A
veux
B
veulent
C
voulez
D
veut
