2ic spelling h3+6 hoofdletters en interpunctie

Lesdoelen
Aan het eind van de les: 
- Kun je citaten correct opschrijven  
- Kun je komma's op de juiste plaatsen zetten
- Weet je wanneer je een hoofdletter gebruikt
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Aan het eind van de les: 
- Kun je citaten correct opschrijven  
- Kun je komma's op de juiste plaatsen zetten
- Weet je wanneer je een hoofdletter gebruikt

Slide 1 - Tekstslide

Hij kreeg een playstation geld en een nieuwe telefoon voor zijn verjaardag.
Moet er in deze zin een komma?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Tussen de onderdelen van een opsomming hoort een komma.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Als je honger hebt eet je brood.

Moet er in deze zin een komma?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Tussen twee persoonsvormen hoort een komma.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Gisteravond was de straatverlichting een uur uitgevallen.
Moet er een komma in deze zin?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Als de winkel sluit ga ik naar huis.

Komma in deze zin?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Na een uitroep aan het begin van de zin hoort een komma.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Hé, wat zeg je daar?
A
Goed gespeld
B
Fout gespeld

Slide 9 - Quizvraag

Hé ik wil eten drinken en slapen.

Hoeveel komma's nodig?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 10 - Quizvraag

Als het mooi weer is ga ik graag naar het zwembad.
Hoeveel komma's nodig?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 11 - Quizvraag

Citeren = letterlijk weergeven
Hij zei: "Ik haat spinazie."   
citaat

Hij zei dat hij spinazie haatte.  (dit is niet letterlijk!)

Slide 12 - Tekstslide

Hij vertelde: "dat hij ziek was."
A
Fout
B
Goed

Slide 13 - Quizvraag

Moeder zei: "Pas goed op jezelf."
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 15 - Woordweb

Hoofdletters
Begin van de zin, ook bij citaat.             (Let op: 's Ochtends)
Namen van 
- aardrijkskundige plaatsen - Hilversum, Rijn, Turks
- goden en heilige zaken - Allah, God de Almachtige, Koran
- feestdagen - Kerst, Pasen
- historische periodes - de Tweede Wereldoorlog
- afkortingen die als naam gebruikt worden - PSV
 

Slide 16 - Tekstslide

Rest van de les

  • Maken blz. 228 opgave 2 t/m  5

  • Schrijf een tekstje/verhaaltje op je Chromebook. Zorg dat het verhaaltje ergens op slaat en zorg dat je zinnen goed lopen. Gebruik minimaal (niet minder dan) de volgende leestekens in je tekst: 
  • - 20 aanhalingstekens   -  6 komma's
  • - 2 vraagtekens.                 -  5 punten 
  • - 2 uitroeptekens               - 12 hoofdletters

Slide 17 - Tekstslide