Wiskunde quiz
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Omrekenen:
100dm3staatgelijkaan....
A
1L
B
1m3
C
1000cL
D
100L
Slide 2 - Quizvraag
Omrekenen
200mm² = cm²
200mm² = cm²
A
20
B
2000
C
20000
D
2
Slide 3 - Quizvraag
omrekenen 1km=
A
100 m
B
100hm
C
1000m
D
100cm
Slide 4 - Quizvraag
Omrekenen:
25km3=.............dam3
A
2 500
B
25 000
C
25 000 000
D
25 000 000 000
Slide 5 - Quizvraag
Oppervlakte driehoek =
A
zijde x bijbehorende hoogte
B
Zijde x bijbehorende hoogte : 2
C
zijde x lengte
D
schuine zijde x basis
Slide 6 - Quizvraag
Oppervlakte driehoek
ABC is?
ABC is?
A
12
B
6
C
10
D
7,5
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel symmetrieassen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Aantal symmetrieassen?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 9 - Quizvraag
De woordformule is...
A
Aantal attracties x 2,50 + 15 = het totale bedrag
B
Aantal attracties x 15 + 2,50 = het totale bedrag
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel symmetrieassen?
A
3
B
7
C
2
D
oneindig veel
Slide 11 - Quizvraag
Welk wiskundig ruimtefiguur?
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
kubus
C
puzzel
D
kegel
Slide 12 - Quizvraag
Deze ruimtefiguur is een...
A
bol
B
balk
C
kegel
D
cilinder
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor ruimtefiguur is dit?
A
balk
B
prisma
C
piramide
D
kegel
Slide 14 - Quizvraag
Welk(e) ruimtefiguur/ruimtefiguren is/zijn prisma's?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Dit ruimtefiguur is een . . .
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
bol
C
pyramide
D
cilinder
Slide 16 - Quizvraag
Welk getal staat hier?
XVIII
XVIII
A
17
B
18
C
28
D
23
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het getal 14 in Romeinse cijfers?
A
XIIII
B
XVI
C
XIV
D
XIX
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel eet het blauwe mannetje?
A
1 deel
B
1/8 deel
C
1/4 deel
D
1/1 deel
Slide 19 - Quizvraag
De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
A
Noemer
B
Teller
Slide 21 - Quizvraag
122 + 78 =
A
199
B
200
C
201
D
44
Slide 22 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
5 uur
B
half 8
C
kwart voor 4
D
10 over half 5
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heb je de kijklijnen getekend?
A
goed
B
half goed
C
niet goed
D
niet gemaakt
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de koershoek?
A
120 graden
B
360 graden
C
90 graden
D
180 graden
Slide 26 - Quizvraag
Waar zijn de kijklijnen goed getekend?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij geen een van allen
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de
omtrek?
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de inhoud?
A
12 liter
B
72 liter
C
24 liter
D
36 liter
Slide 29 - Quizvraag
De omtrek is
A
360 meter
B
320 meter
C
300 meter
D
280 meter
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de omtrek?
A
76 dm
B
95 dm
C
114 dm
D
133 dm
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de inhoud?
A
3
B
4
C
12
D
36
Slide 32 - Quizvraag
Een koershoek wordt...........
A
aangegeven met aantal graden
B
aangegeven met aantal centimeter
C
wordt aagegeven met een windrichting
D
gebruikt bij de stelling van pythagoras
