Paragraaf 1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van een schimmel benoemen en uitleggen hoe een schimmel zich voortplant
  • Je kunt beschrijven hoe een schimmelcel eruitziet en de onderdelen ervan benoemen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van een schimmel benoemen en uitleggen hoe een schimmel zich voortplant
  • Je kunt beschrijven hoe een schimmelcel eruitziet en de onderdelen ervan benoemen

Slide 1 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Uit welke delen bestaat een schimmel? 


  • Zwamvlok > lange dunne draden
  • Sporenbolletjes/sporenkapsels > organen
    waarin sporen worden gemaakt
  • Sporen > de voortplantingscellen van
    een schimmel, zijn heel licht en verplaatsen via de lucht
  • Paddenstoelen > grotere organen voor
    voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Voortplanting door sporen
bij schimmels

Slide 3 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Hoe een schimmelcel eruit?

  • Celwand
  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • Vacuole
  • Celkern

Slide 4 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
  • Wat? Maken 1.4 – Opdracht 1 t/m 9
  • Hoe? Blz. 34 t/m 38
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën eruitzien en hoe ze zich vermeerderen
  • Je kunt beschrijven hoe een bacteriecel eruitziet en de onderdelen ervan benoemen

Slide 6 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Hoe zien bacteriën eruit?

  • Bacteriën zijn heel klein, niet met het blote oog zichtbaar
  • Veel soorten hebben de vorm van een staafje of bolletje
  • Zichtbaar te maken d.m.v. een bacteriekweek
    - schaaltje met voedsel voor de bacteriën
  • Vermeerderen door celdeling


Slide 7 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Celdeling bij bacteriën


Voorbeeld:
1 -> 2 -> 4 -> 8 -> 16

Altijd x2 !!


Slide 8 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Hoe ziet een bacteriecel eruit?

  • Celwand
  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • (Let op! geen celkern)

Slide 9 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
  • Wat? Maken 1.4 – Opdracht 10 t/m 16
  • Hoe? Blz. 38 t/m 41
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 10 t/m 16 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe voedselbederf ontstaat
  • Je kunt uitleggen hoe je voedselbederf tegengaat

Slide 11 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Hoe ontstaat voedselbederf?





  • Schimmels en bacteriën kunnen voedselbederf veroorzaken
    - ze hebben geen bladgroenkorrels, kunnen niet zelf voedingsstoffen maken
    - komen op jouw voedselproducten terecht en gaan vermeerderen
  • Eten van bedorven voedsel kan lijden tot voedselvergiftiging

Slide 12 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Hoe voorkom je voedselbederf?

  • Voorkomen door bacteriën of schimmels te remmen of te doden
  • Conserveren is tegengaan van voedselbederf (langer houdbaar maken)
    - drogen           
    - verhitten: steriliseren (100 graden) 
    of pasteuriseren (max. 70 graden)
    - koelen of invriezen                        
    - vacuüm verpakken (luchtdicht)     
    - conserveringsmiddel toevoegen
    - gasverpakken

Slide 13 - Tekstslide

1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
  • Wat? Maken 1.4 – Opdracht 17 t/m 26
  • Hoe? Blz. 41 t/m 45
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 17 t/m 26 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 14 - Tekstslide