Startles AED en Reanimatie

Reanimatie en AED
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Reanimatie en AED

Slide 1 - Tekstslide

Reanimatie en AED
Vandaag gaan jullie kennismaken met reanimeren.
Aan het einde van de les ben je klaar om zelf aan de slag te gaan met reanimeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Heeft iemand wel eens een reanimatie meegemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Bewusteloosheid
Wat stel je vast bij bewusteloosheid?
  • Het slachtoffer reageert niet op aanspreken
  • Het slachtoffer reageert niet op schudden aan de schouders

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe je bij bewusteloosheid?
  • Controleer de ademhaling.
  • Ademt het slachtoffer normaal?
  • Houd zo nodig de luchtweg vrij door de kin omhoog te tillen. Moet je even weg bij het slachtoffer, bijvoorbeeld omdat er meer gewonden zijn? Leg het bewusteloze slachtoffer dan op de zij. Lees meer over de stabiele zijligging.
  • Draai het slachtoffer snel op de zij wanneer deze op de rug ligt en moet braken of bloedverlies uit de mond heeft.
  • Is iemand overduidelijk zwanger? Draai het slachtoffer dan bij voorkeur op de linkerzij.
  • Controleer continu het bewustzijn en de ademhaling.
  • Zorg voor beschutting van het slachtoffer. Is het koud? Leg dan een deken, jas of sjaal over het slachtoffer heen

Slide 5 - Tekstslide

Ademt het slachtoffer niet of niet normaal? Of stopt de ademhaling? Volg dan de stappen voor reanimatie.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is reanimeren?
Reanimatie is het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop wanneer er sprake is van zowel een circulatiestilstand als een ademhalingsstilstand

Slide 7 - Tekstslide

Circulatiestilstand:
• Bloed wordt niet meer rondgepompt omdat het hart niet (goed) functioneert. 
  • Het hart kan wel bewegen (fibrilleren) maar heeft geen effectieve pompwerking. We spreken dan van een circulatiestilstand. 
  • Bij een hartstilstand is er geen of vrijwel geen beweging.
Ademhalingsstilstand:
• Er wordt geen zuurstof meer in het bloed opgenomen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer?
Reanimatie starten dient alleen te gebeuren wanneer:
  • Iemand plots in elkaar zakt en/ of
  • een persoon bewusteloos is
  • en geen ademhaling heeft 
  • of wanneer men twijfelt over de ademhaling

  • Wanneer er sprake is van een ademhaling of een hartslag dient er geen reanimatie plaats te vinden.

Slide 9 - Tekstslide

De eerste 6 minuten zijn cruciaal

De overlevingskans bij een circulatiestilstand is het grootst wanneer iemand binnen 6 minuten ter plaatse is, start met reanimeren en eventueel een AED aansluit.

De hersenen zijn de meest kwetsbare organen die maar kort zonder zuurstof kunnen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe groot is een mensenhart?
A
zo groot als een mandarijn
B
Zo groot als een vuist
C
Zo groot als een voetbal
D
Zo groot als een knikker

Slide 11 - Quizvraag

We gaan nu een filmpje kijken over reanimeren.
Let goed op, hierna volgen wat vragen...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wie weet waarom je eerst de chinlift moet toepassen voordat je gaat beademen?

Slide 14 - Tekstslide

Wat doe je als eerste als je een slachtoffer ziet liggen?
A
Ademhaling checken
B
112 bellen
C
veiligheid checken
D
vraag 'gaat het?'

Slide 15 - Quizvraag

Hoe lang luister je of iemand een ademhaling heeft?
A
5 seconde
B
10 seconde
C
15 seconde
D
20 seconde

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vaak geef je borst-compressies?
A
20 keer
B
25 keer
C
2 keer
D
30 keer

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vaak geef je mond op mond beademing?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 18 - Quizvraag

Vragen??

Slide 19 - Tekstslide