• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

NT2 meervoud

Meervoud

NT2 - A1 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsSpeciaal OnderwijsBeroepsopleiding

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Meervoud

NT2 - A1 

Slide 1 - Tekstslide

 oe-ui-eu-ei-ie-ij- ou- au
Woorden met tweeklank + medeklinker: + en

De stoel - Drie stoelen
De tuin - Twee tuinen
De zoen - Drie zoenen


Slide 2 - Tekstslide

Woorden met a, e, o, u, i 
Woorden met korte klank a, e, o, u, i en 1 medeklinker? 
In meervoud 2 medeklinkers + en 
Kijk goed:
De zin (i = korte klank) Drie zinnen
De klas (a = korte klank) Vier klassen
De juf (u = korte klank) Twee juffen
Het bos  (o = korte klank) De bossen


Slide 3 - Tekstslide

Woorden met aa, ee, oo, uu
Woorden met lange klank aa, ee, oo, uu en 1 medeklinker worden in het meervoud a, e, o, u. Je hoort wél lange klank.

Het raam (aa = lang) - De ramen
Het been (ee = lang) - De benen
Het brood (oo = lang) - De broden
De muur (uu = lang) - De muren        

Slide 4 - Tekstslide

Na e, -el, -em, -en, -er, –ie: –s
Na e, - el, -em, -er en –ie komt in het in het meervoud –s. 
Het kopje (kort) - De kopjes (meisje – meisjes)
De tafel - De tafels
De bezem - De bezems
De jongen -  De jongens
De letter - De letters
De vakantie - De vakanties         


Slide 5 - Tekstslide

F->V en S->Z
Let op:
De brief – twee brieven
De golf – twee golven
De roos – twee rozen
Het huis – twee huizen
De f wordt in het meervoud een v.
De s wordt in het meervoud een z.     


Slide 6 - Tekstslide

Na –a, -i, -o, -u en –y: 's
Na –a, -i, -o, -u en –y op het einde is het meervoud ‘s (komma S).
De opa - De opa’s
De taxi - De taxi’s
De auto - De auto’s
De paraplu - De paraplu’s
De baby - De baby’s


Slide 7 - Tekstslide

Wat is goed?
A
drie kloken
B
drie kloks
C
drie klokken
D
drie kloke

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed?
A
twee krante
B
twee krants
C
twee krantten
D
twee kranten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is goed?
A
5 paprikas
B
5 paprikaas
C
5 paprika
D
5 paprika's

Slide 10 - Quizvraag

Wat is goed?
A
boodschapen doen
B
boodschap doen
C
boodschappen doen
D
boodschaps doen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Een hond loopt op 4 pooten.
B
Een hond loopt op 4 poot.
C
Een hond loopt op 4 poten.
D
Een hond loopt op 4 pootten.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Spelling lange en korte klanken en tweeklanken

June 2019 - Les met 36 slides
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

NT2 A1 meervoud

January 2025 - Les met 18 slides
NT2ISK

NT2 A1 meervoud

September 2023 - Les met 18 slides
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

les 8 grammatica

9 days ago - Les met 20 slides
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Meervoud

November 2024 - Les met 34 slides
NT2ISK

maandag

February 2025 - Les met 41 slides

lange en korte klanken, TC2

June 2022 - Les met 18 slides
NT2Beroepsopleiding

NT2 A1 meervoud

January 2025 - Les met 22 slides
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen