Villangues: café

Hoe gaat dat in het café?
In het café gaan jullie aan een tafeltje zitten. De medewerker van Taalstad gaat jullie vragen stellen over jezelf en over je leven, bijv: hoe je heet, hoe oud je bent, enz. Je krijgt niet altijd letterlijk deze vragen, huisdieren staan er bijvoorbeeld niet bij, maar die kunnen ook voorbij komen. De woorden en zinnen uit de Carnet de Voyage en die uit het andere boek, zul je zeker ook kunnen gebruiken.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe gaat dat in het café?
In het café gaan jullie aan een tafeltje zitten. De medewerker van Taalstad gaat jullie vragen stellen over jezelf en over je leven, bijv: hoe je heet, hoe oud je bent, enz. Je krijgt niet altijd letterlijk deze vragen, huisdieren staan er bijvoorbeeld niet bij, maar die kunnen ook voorbij komen. De woorden en zinnen uit de Carnet de Voyage en die uit het andere boek, zul je zeker ook kunnen gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

On va pratiquer
De punten uit deze LessonUp komen uit het boekje van Villangues (p.5)
Werk in tweetallen en wissel ook van rol.

Slide 2 - Tekstslide

Dis ton prénom et ton nom


Slide 3 - Tekstslide

Dis où tu habites (ville/pays)

Slide 4 - Tekstslide

Dis à quelle école tu vas.

Slide 5 - Tekstslide

Dis en quelle classe tu es.

Slide 6 - Tekstslide

Décris tes copains (prénoms, âge, caractère)

Slide 7 - Tekstslide

Dis ce que tu fais après l'école.

Slide 8 - Tekstslide

Demande ce que l'autre fait dans son temps libre (vraag wat de ander in zin vrije tijd doet).

Slide 9 - Tekstslide

Dis ce que tu trouves de cette activité (zeg wat je van die activiteit vindt).

Slide 10 - Tekstslide

Dis comment se compose ta famille (zeg hoe je familie in elkaar zit)

Slide 11 - Tekstslide

Dis quelque chose sur leur métier (vertel iets over hun beroep).

Slide 12 - Tekstslide

Demande à l'autre ce qu'il fait comme métier (vraag wat de ander voor beroep doet).

Slide 13 - Tekstslide

Dis quelles matières tu as à l'école.

Slide 14 - Tekstslide

Dis ce que tu trouves de ces matières (zeg wat je van die vakken vindt).

Slide 15 - Tekstslide

Dis quelque chose sur ta maison (zeg iets over je huis)

Slide 16 - Tekstslide

Qui habitent dans ta maison? (wie wonen er?)

Slide 17 - Tekstslide

Comment est ta chambre?

Slide 18 - Tekstslide

Comment est votre jardin?

Slide 19 - Tekstslide

Dernière question
Demande comment habite l'autre? (vraag hoe de ander woont?)

Slide 20 - Tekstslide