AANWIJZEND VOORNAAMWOORD

Zaken aanwijzen in het Spaans
Van te voren heb je de volgende twee video's bekeken  om dit onderwerp  beter te begrijpen:

1- https://www.youtube.com/watch?v=fLDuIuKi72M

2- https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=P7_y66DUmBc
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zaken aanwijzen in het Spaans
Van te voren heb je de volgende twee video's bekeken  om dit onderwerp  beter te begrijpen:

1- https://www.youtube.com/watch?v=fLDuIuKi72M

2- https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=P7_y66DUmBc

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Maak aansluitend ejercicio 9 over het aanwijzend voornaamwoord (pag 49; libro rojo / pág 61; libro rosa)

Slide 3 - Tekstslide

HIER BIJ MIJ dichtbij
DEZE/ DIT
DAAR BIJ JOU verder weg
DIE /DAT
DAARGINDS    veel verder weg
DIE DAT          veel verder weg
este (M)
esta(V)
ese
esa
aquel
aquella
estos (MVM)
estas(MVV)
esos
esas
aquellos
aquellas
este libro = 
dit boek
esta mesa = deze tafel
ese libro = 
dat boek
esa mesa = 
die tafel
aquel libro= 
dat boek daarginds
aquella mesa = die tafel daarginds
estos libros = deze boeken
estas mesas = deze tafels
esos libros = 
die boeken
esas mesa = 
die tafels
aquellos libros= die boeken daarginds
aquellas mesas = die tafels daarginds
ZELFSTANDIG
GEBRUIK
esto
esta
eso
esa
aquel
aquella
estos
estas
esos
esas
aquellos
aquellas
Aanwijzend voornaamwoord; Los demostrativos

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig gebruik van het 
aanwijzend voornaamwoord
Dichtbij (jezelf): esto, ésta
bijv. :¿te gusta el chorizo? No, no me gusta esto
Iets verder weg (daar bij jou): eso , ése, ésa, esos , esas
bijv. : Te gusta jugar al fútbol? Sí, me gusta eso
Nog verder, (veel verder): aquello, aquella, aquellos, aquellas, 
bijv. : ¿quién es el hombre allí?  Aquel es mi papá.



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

¿Cómo se dice 'deze film'?
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas

Slide 11 - Quizvraag

¿Cómo se dice 'die film'?
A
esta película
B
esa película
C
esto película
D
esas películas

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
... mochila es roja.

A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 13 - Quizvraag

... teléfono móvil es azul.

A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 14 - Quizvraag

... chicas son de Cuba.

A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 15 - Quizvraag

... ordenadores son grandes.

A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 16 - Quizvraag

¿Cómo se dice 'dit toetje'?
A
este postre
B
esta postre
C
esto postre
D
ese postre

Slide 17 - Quizvraag

¿Cómo se dice 'die feesten'?
A
esa fiesta
B
estas fiestas
C
esas fiestas
D
estos fiestas

Slide 18 - Quizvraag

¿Cómo se dice 'Dit is heel interessant'?
A
Ese es muy interesante.
B
Este es muy interesante.
C
Eso es muy interesante.
D
Esto es muy interesante.

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht voor de thuiswerkers
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in
 ……… bolígrafo (dichtbij)
 ……… profesoras (dichtbij)
 ……… chicas (ver weg)
 ……… lapices (ver weg)
 ……… armario (ver weg)
 ……… libro (dichtbij)
 ……… alumno (ver weg)

Slide 20 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Geen aanwijzende voornaamwoorden
eso
ella
estos
ese
esto

este

esos
esta

estas
esa

esas

nuestra
ellas

tuyo

un
mío
vuestro
suyo

Slide 21 - Sleepvraag

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
... mochila es roja.

A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 22 - Quizvraag

Vul in
.... es difícil
A
Esto
B
Este
C
Estos
D
Esta

Slide 23 - Quizvraag

Uitleg:  het aanwijzend voornaamwoord

Slide 24 - Tekstslide

Vul het aanwijzend vnw. in de juiste zin in. 
¿Ves ______________ chica allí? ¡Es muy guapa! 
Aquí en ______________ restaurante se come muy bien. 
__________ tapas en la mesa parecen muy buenas. 
Hmmm... ¡ ___________ sardinas están muy buenas! 
Este
Estas
Esas
Estos
Esa

Slide 25 - Sleepvraag

(mijn) libro

Slide 26 - Open vraag

(ons) casa

Slide 27 - Open vraag

(jouw) padres

Slide 28 - Open vraag

(haar) abuela

Slide 29 - Open vraag

(jullie) hermanas

Slide 30 - Open vraag