Laatste les voor sta

Alle belangrijke theorie voor het PTA op een rijtje 
1- Functies van de media
2- Theorieën over de media
3- Zo objectief mogelijke berichtgeving: Hoe?
4- Machtsmiddelen
5- Fase politiek besluitvorming

invalshoeken/MP probleem
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Alle belangrijke theorie voor het PTA op een rijtje 
1- Functies van de media
2- Theorieën over de media
3- Zo objectief mogelijke berichtgeving: Hoe?
4- Machtsmiddelen
5- Fase politiek besluitvorming

invalshoeken/MP probleem

Slide 1 - Tekstslide

1. Functies van de media
- Persoonlijk
-Samenleving als geheel
- Politiek

Slide 2 - Tekstslide

Functies voor het individu

Slide 3 - Tekstslide

Functies voor de samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Democratische besluitvorming

Slide 5 - Tekstslide

2. Theorieën over de media

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


1. Injectienaaldtheorie
'druppel voor druppel spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap letterlijk over'

Manipulatie =
Geven van vervormde feiten of het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt

Indoctrinatie =
Voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen

Slide 8 - Tekstslide

2. Multi-step-flow theorie
Bij de multi-step-flow-theorie nemen mensen pas informatie over wanneer deze door een grotere groep of een belangrijk persoon wordt verteld.

Slide 9 - Tekstslide

De theorie van de selectieve perceptie
In hoofdstuk 4 ging het over de selectieve perceptie van journalisten bij het geven van informatie.

Deze theorie gaat juist over de macht van de mediagebruikers zelf.

Het referentiekader bepaalt welke informatie wel of niet bekeken wordt. 

Slide 10 - Tekstslide


Agendatheorie
De media bepaalt niet wát mensen denken, maar waarover we denken en met elkaar praten, dus welk onderwerp bij mensen 'op de agenda staat'.
Bijvoorbeeld: Temptation Island, als daar iemand is vreemd gegaan, wordt daar de volgende dag op school/werk over gepraat.

Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan kunnen doen.

Slide 11 - Tekstslide

Dus: macht van de media

Op welke manier worden we dan beïnvloed door de media? 
  • Injectienaaldtheorie: we nemen alles druppel voor druppel over ( M + I )
  • Multi-step-flowtheorie: mensen in de media hebben invloed (opinieleiders) 
  • Media als betekenisverlener: mensen hechten zich aan bepaalde programma's 
  • Selectieve perceptie theorie: mensen filteren door media, wat is interessant? 
  • Agendatheorie: onderwerpen aandragen voor politici

Slide 12 - Tekstslide

3. Zo objectief mogelijke berichtgeving.. Hoe?

Slide 13 - Tekstslide

Objectiviteit....
Objectiviteit = een beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid en niet gekleurd is door een eigen mening.
Het is belangrijk dat media nieuws brengen dat zo OBJECTIEF mogelijk is, zodat we zo goed mogelijk weten wat er nu echt gebeurt is, dat maakt het nieuws betrouwbaar.

Om zo objectief mogelijk te schrijven gebruik journalisten deze criteria:
  1. ze maken een scheiding tussen feiten en meningen.
  2. ze kiezen voor passende woorden en beelden.
  3. ze passen hoor en wederhoor toe.
  4. ze raadplegen meerdere bronnen.

Slide 14 - Tekstslide



1. Feiten en meningen scheiden
Om nieuws zo objectief mogelijk te brengen moeten media feiten en meningen van elkaar onderscheiden. 

Bijvoorbeeld: de krantenkop 'scholen en ouders protesteren tegen 1040 urennorm' is feitelijk. De krantenkop 'niks boze scholieren, gewoon luie donders die protesteren zodat ze niet naar school hoeven' is een mening.

Slide 15 - Tekstslide


2. Kiezen voor passende beelden en woorden
Media zorgen er ook voor dat hun nieuws zo objectief mogelijk is door te kiezen voor teksten en afbeelding die passen bij de situatie en geen mening bevatten. 

Bijvoorbeeld: De titel 'PSV verliest' klinkt minder erg dan de titel 'Eindhovenaren zijn vernederd'.

Slide 16 - Tekstslide

3. Hoor en wederhoor
Om objectief nieuws te brengen passen journalisten hoor en wederhoor toe. Hoor en wederhoor = dat meerdere partijen worden ondervraagt en dus meerdere kanten worden belicht. (meer meningen)

Bijvoorbeeld: als een journalist iemand interviewt die beweert dat die moet liegen van zijn baas tegen klanten, gaat hij vervolgens ook de baas van de medewerker opzoeken om ook zijn mening en verhaal aan te horen. 

Slide 17 - Tekstslide

4. Gebruik van méérdere bronnen
Informatie uit één bron is vaak onbetrouwbaar (dus van één persoon, of één persbureau), omdat je niet kan controleren wat iemand zegt.

Daarom zoeken journalisten altijd naar meerdere bronnen om te onderzoeken of een verhaal wel klopt. En dat maakt dat nieuws betrouwbaar én objectief is!

Slide 18 - Tekstslide

4. Machtsmiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

5. Fases politieke besluitvorming

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Leren voor PTA:
Maatschappijkunde.nl 
Begrijpend lezen 

Wat is een maatschappelijk probleem (kerndoel 1 )
Wat zijn de invalshoeken (Kerndoel 2)
Wat doet de media (Kerndoel 3)

Slide 25 - Tekstslide