Solidariteit

Solidariteitsdag
Armoedeproblematiek in België
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Solidariteitsdag
Armoedeproblematiek in België

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

  • Je weet wat solidariteit is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van solidariteit.
  • Je weet wat jij kunt doen

Slide 2 - Tekstslide


Wat denk jij dat solidariteit betekent?

Slide 3 - Open vraag

Is dit solidariteit?
Je klasgenoot wordt de klas uitgestuurd, je vindt
dit niet rechtvaardig, je gaat ook de klas uit,
ook al heb je zelf niks misdaan (jij moet straks
misschien ook nablijven).
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
De dochter heeft besloten geen vlees meer te
eten. De rest van het gezin eet ook vegetarisch.

A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Je vriend(in) doet aan de lijn, jij snoept niet in haar
bijzijn (je steunt haar, ook al kan je zelf ook niet
snoepen)
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Je protesteert mee tegen het opheffen van een
buslijn in jouw buurt, ook al ga je zelf nooit met
de bus
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Kleding bij een bepaalde winkelketen is heel leuk
en goedkoop, maar is gemaakt door kinderen in
ontwikkelingslanden. Je koopt je kleding in een
andere winkel, ook al is dit duurder
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat doe jij
voor een ander?

Slide 9 - Woordweb

Armoede in België
1 op de 13 kinderen in ons land leeft in armoede. 


Slide 10 - Tekstslide


Wat is volgens jou de definitie van armoede?

Slide 11 - Open vraag

Armoede in Nederland
Heb je weinig geld, dan is er de voedselbank om gratis eten en drinken te halen. Veel van dit soort initiatieven worden gerund door particulieren, die zonder subsidie of steun ervoor zorgen dat de armste mensen een gezonde maaltijd kunnen krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort mensen komen er naar de Voedselbank?

A
Mensen uit de middenklasse
B
Mensen die niet rond kunnen komen
C
Mensen die geen werk hebben

Slide 13 - Quizvraag

Zou jij kunnen rondkomen van 12,50 euro per week?
Bedenk wat je dan allemaal niet meer zou kunnen doen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat kun jij nog meer
doen voor een ander?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide