Unit 6.1 PractiseMore

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Monday, 13 April 2025

Slide 2 - Tekstslide

Lesson plan
Unit 6: Nature
  • Recap Words 6.1
  • Grammar: Bijwoorden van Tijd & Present Perfect
  • Homework

Slide 3 - Tekstslide

My goal - our goals
Aan het einde van de les...
 ...heb je geoefend de "words Lesson 6.1" 
... heb je geoefend de Bijwoorden van de tijd en de Present Perfect


Slide 4 - Tekstslide

Words 6.1, page 176

Slide 5 - Tekstslide

Lesson 6.1
Words 6.1, page 176
StudyGo










timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

Unit 5 
Grammar
  • Bijwoorden van Tijd 
  • Present Perfect

Lesson 4 - PractiseMore 3

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs of frequency / Bijwoorden van tijd
Adverbs of frequency

Slide 8 - Tekstslide

Position of the adverbs
  • Vóór het hoofdwerkwoord:     
School always starts at 8.30pm.                                       I never sing in public.

  • Na een vorm van to be: am, are, is, was, were:
There is always something to see.                                 His jokes are sometimes boring.


  • In de present perfect na have, has:
I have never seen this.                                                              She has often broken her leg.


Slide 9 - Tekstslide

Adverbs of frequency

Slide 10 - Tekstslide

Present Perfect / Voltooid tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

Present Perfect / Voltooid tegenwoordige tijd

Slide 12 - Tekstslide

When to use? page 173
1. Als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het NIET belangrijk  is WANNEER.

2. Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en NOG steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak: since, for of in.

3. Als je wilt zeggen dat iets net of iets nog niet is gebeurd. In de zin staan dan vaak woorden als: just, lately, recently of yet.



Slide 13 - Tekstslide

When to use?
2. Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en NOG steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak: since, for of in.

For example: 

I have been here since ten o'clock.
Dominic has waited for hours.
We haven't seen you in weeks.

Slide 14 - Tekstslide

When to use? 
3. Als je wilt zeggen dat iets net of iets nog niet is gebeurd. In de zin staan dan vaak woorden als: just, lately, recently of yet.

For example: 
They've just sent him a message.
I haven't finished this yet.

Slide 15 - Tekstslide

FYNE JAS  stands for...
  • For
  • Yet
  • Never
  • Ever
  • Just
  • Already/Always
  • Since

Slide 16 - Tekstslide

How to use? page 173
  • Have / has + voltooid deelwoord.
  • Regular verbs end with -ed



  • Irregular verbs have their own form, page 179/180

Slide 17 - Tekstslide

 Present Perfect
1. + !

2. -

3. ?

Slide 18 - Tekstslide

RECAP

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak je de
Present Perfect?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Let's practise
Do: Unit 6

Unit 6, Lesson 1 - 
PractiseMore (alle opdrachten)


Slide 23 - Tekstslide

Thursday, 17 April 2025
Leren: 
Words 6.1/ Grammar, page 173

Maken: Unit 6, Lesson 1 -
PractiseMore (alle opdrachte

Slide 24 - Tekstslide