Maak een strip van je boek

Mooi is dat! 
Fictie -opdracht
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mooi is dat! 
Fictie -opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er nodig voor
een goede strip?

Slide 2 - Woordweb

Als je een stripverhaal leest, let je dan op:
A
De uitvoering, ik houd van graphic novels die goed getekend zijn.
B
Humor, ik lees strips omdat ze vaak grappig zijn.
C
Het verhaal, thema, de personages die erin voorkomen.
D
Ik lees nooit strips.

Slide 3 - Quizvraag

Wat ga je doen?
Je maakt een strip van één pagina A4 en schrijft een korte uitleg over de inhoud en de achtergrond van het boek. (15 regels,100-150 woorden). Let bij het schrijven van je tekst op spelling, interpunctie en een heldere formulering.

Uit de strip moet duidelijk worden waar het boek over gaat. Daarbij is het belangrijk dat je let op setting, personages en thema. Die drie elementen moeten terug te vinden zijn in je strip.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?


Stap 1.
Voor je begint met het maken van je strip, maak je eerst een plan. Bekijk de voorbeelden (je kunt vrijwel alle pagina’s uit “Mooi is dat” ook op internet bekijken) ter inspiratie.
Kies je pagina-indeling eerst: één grote afbeelding of zes, acht, twaalf plaatjes; veel, weinig of geen tekst; kleur of zwart wit.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

stap 1 - vervolg
Kies een citaat of een fragment uit het door jou gelezen boek dat veelzeggend is en dat je wilt verwerken. Dat kan met tekst, maar hoeft niet. Kijk maar naar de voorbeelden.

Maak nu eerst een schets of een notitie voor jezelf, zodat je overzicht hebt en weet wat je gaat verwerken. Als je hebt bedacht hoe je te werk wil gaan, maak je de afbeeldingen die je nodig hebt voor je strip.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2
Op deze site ga je straks je strippagina maken, dus bekijk wat je moet doen:
https://www.canva.com/nl_nl/maken/strip/
Er staat een duidelijke instructie, maar eerst moet je zorgen dat je alles bij elkaar hebt, zodat je niet onnodig veel tijd kwijtraakt en misschien opnieuw moet beginnen.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3
Je maakt de afbeeldingen, tekeningen en eventuele tekstfragmenten en zorgt dat alles goed bewaard is. Geef iedere afbeelding een naam (bijvoorbeeld afbeelding 1).
Waarmee
De strips zijn op alle mogelijke manieren verbeeld: in zwart-wit of kleur, digitaal of geschilderd. Je kunt werken met krijt, pastel, inkt, kool en nog veel meer. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3 - vervolg
Je kunt ook foto’s gebruiken en digitale tools om je foto’s te verwerken. Let op: als je foto’s van het internet plukt, schend je vaak auteursrechten als je ze in je eigen werk plaatst.
Vorm
Eigenlijk is alles toegestaan, maar geen “stick figures”! Als je moeite hebt met tekenen, mag je een fotostrip maken, digitaal werken, verzin het maar. Bekijk de voorbeelden goed, daar zie je ook veel variatie.

Slide 13 - Tekstslide

De volledige opdracht en instructies (stap 4) over het gebruik van Canva staat op je studiewijzer en als opdracht in ELO. Daar vind je ook het beoordelingsmodel.
Veel plezier bij het maken van je stripverhaal! Ik ben benieuwd naar de resultaten. De opdracht lever je in via ELO. Let op de deadline!

Slide 14 - Tekstslide