Hoofdstuk 4 paragraaf 4.1

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen vandaag?

• Stof toetsweek 2.
• Leerdoelen hoofdstuk 4.1
• Instructie hoofdstuk 4.1
• Aan de slag met hoofdstuk 4.1 (voor een deel in stilte).
• Evaluatie leerdoelen.
• Afsluiting.
  

Toetsweek 2

• Hoofdstuk 3
• Hoofdstuk 4

15%

Wat hebben we ook alweer afgesproken?

• Jassen in de kluis.
• Geen telefoon/ ipads op de tafel (tenzij het aangegeven wordt).
• Schrijf altijd je berekeningen op!
• Meerkeuze vragen met een hoofdletter beantwoorden.
• Antwoord altijd in hele zinnen.
• Afronden, geld op twee decimalen, personen op helen, alle andere getallen (indexcijfers, procenten) op één decimaal tenzij anders vermeld.
• Denk aan het juiste gebruik van tekens als %, € etc.
  

Leerdoelen paragraaf 4.1

• Ik weet wat het verschil is tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
• Ik weet wat voor ondernemingsvormen er zijn.
• Ik weet wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn.
  

Wie heeft er een bijbaan?

Wat betekent het als je in loondienst werkt?

Voordelen/ nadelen?

Wat betekent het als je als zelfstandige werkt?

Voordelen/ nadelen?

Samen opgave 2, blz. 109.

AFC Ajax NV

https:

Ondernemingsvormen:

In tweetallen, 10 minuten:

Wat is een ondernemingsvorm?

Welke ondernemingsvormen werden er in het filmpje genoemd (kijk eventueel in je boek). Maak een overzicht en schrijf ook enkele kenmerken van de verschillende ondernemingsvormen op. 

Aan het werk met 4.1.

• 20 minuten zelfstandig werken in stilte. Lees de tekst goed door en maak de opdrachten zelf. Als je vragen hebt dan kun je die natuurlijk altijd stellen.
• Eerder klaar? Extra oefenen? --> maak de oefenopgaven. Heb je moeite met de berekeningen? --> Maak dan de rekenopgaven. Wil je wat meer uitdaging? --> Maak de plusopdrachten.

Leerdoelen paragraaf 4.1

• Ik weet wat het verschil is tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
• Ik weet wat voor ondernemingsvormen er zijn.
• Ik weet wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn.
  

Huiswerk voor morgen, maken paragraaf 4.1

Inleveren via classroom.