2.4 Voor alle zekerheid

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf 2.3: blz. 54 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf 2.3: blz. 54 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Tekstslide

2.4 Voor alle zekerheid
H1 Economie is meer dan geld

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 2.3
  • Je kunt redenen noemen waarom mensen geld lenen.
  • Je kunt uitleggen hoe lenen bij een bank werkt.
  • Je kunt de kosten van een lening berekenen.
  • Je kunt een percentage uitrekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 2.3
  • Aflossing
  • Kosten van een lening
  • Lenen
  • Maandtermijn
  • Rente (bij lenen) 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4
  • Je kunt uitleggen waarom je een verzekering zou afsluiten.
  • Je kunt voorbeelden van verplichte en vrijwillige verzekeringen noemen.
  • Je kunt de premie voor een verzekering in een tabel opzoeken.
  • Je kunt uitleggen wat het gevolg is van een eigen risico 

Slide 6 - Tekstslide

Verzekering
  • Een verzekering vergoed de financiële schade die je hebt na een incident.
  • Bijvoorbeeld als je fiets gestolen is of je waterschade hebt.
  • Of je een verzekering afsluit, hangt af van het risico.
  • Dat is de kans dat je schade oploopt.
  • Ook kijk je naar de hoogte van het bedrag en of je de schade zelf zou kunnen betalen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke verzekering sluit je af?
Verplichte verzekeringen zijn:
  • Een zorgverzekering (18+)
  • Een WA-verzekering voor een auto, brommer of scooter

Andere verzekeringen kun je afsluiten als je dat wilt, maar het hoeft niet zoals:
  • Fietsverzekering
  • Reisverzekering
  • Inboedelverzekering

Slide 9 - Tekstslide

Verzekeringsmaatschappij
  • Een verzekering sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij.
  • De verzekeringsmaatschappij is de verzekeraar.
  • Degene die een verzekering afsluit, is de verzekerde

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Polis en premie
  • Als bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten, ontvang je een polis. Daarin staat wat je verzekerd hebt en wat de premie is. 
  • Bij de polis hoort een bijlage met uitleg over je verzekering, dat zijn de Polisvoorwaarden.
  • De premie is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen. Hoe meer risico, des te hoger de premie.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij Schade?
  • Als je verzekerd bent en je hebt een keer schade, dan krijg je een schadevergoeding.
  • Soms moet je een deel van de schade zelf betalen. Dat heet eigen risico.
  • Voor een verzekering met een eigen risico betaal je minder premie.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 2.4 
  • Eigen risico
  • Polis
  • Polisvoorwaarden
  • Premie
  • Risico
  • Verzekeraar
  • Verzekerde
  • Verzekering 

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen waarom je een verzekering zou afsluiten.
  • Je kunt voorbeelden van verplichte en vrijwillige verzekeringen noemen.
  • Je kunt de premie voor een verzekering in een tabel opzoeken.
  • Je kunt uitleggen wat het gevolg is van een eigen risico. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Klassikaal gemaakte opdrachten: 4, 7, 9 en 13
Nog te maken opdrachten 2.4: 2, 5, 6, 10, 11, 12 en 14(omcirkelen)

Opdrachten laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Nagekeken werk laten controleren bij de docent, bij goedkeuring:
  • Maken plusopdrachten Hoofdstuk 2
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide