Middeleeuwen, 3.2, het christendom wordt belangrijker en standensamenleving

3.2 Het christendom wordt belangrijker
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.2 Het christendom wordt belangrijker

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk 
- Opdracht 6b en 6c
- Pagina 141

Slide 2 - Tekstslide

         Herhaling van de vorige les
- Christendom
- Wie waren missionarissen? Kun je een voorbeeld hiervan noemen? 
- Waar geloofden Heidenen in? Wie waren dat ook alweer?
- De Bijbel

Slide 3 - Tekstslide

                                             -   Geloof werd ontzettend belangrijk                                                           - Priester in elk dorpje                                               -Hemel en hel principe
- Lezen van de Bijbel
      - Zondag en feestdagen

Slide 4 - Tekstslide

Wie kon de bijbel lezen
A
Alleen vrouwen konden dat
B
Alleen geestelijken
C
Alleen eerste zonen
D
Niemand

Slide 5 - Quizvraag

Waren mensen bang om in de hel te komen? Wat deden ze om dit te voorkomen?
A
Ja, ze waren bang
B
Nee, ze waren niet bang

Slide 6 - Quizvraag

Welke dag is het vandaag? 
- Denk je dat ze bij deze dag meer, of juist minder stil zouden staan in de middeleeuwen? 

Slide 7 - Tekstslide

Standensamenleving
- In de middeleeuwen was de bevolking verdeeld in standen
- Stand: een groep mensen die een eigen taak had
- Sprake van 3 standen
- Overeenkomst: vrouwen hadden in alle drie de standen, vrijwel niets te zeggen

Slide 8 - Tekstslide

Geestelijkheid, adel en boeren
                                                  Bevolking verdeeld in drie standen
                                  1. De geestelijkheid
              2. De adel
                    3. De boeren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Stand 1: de geestelijkheid
Wie?
- Geestelijken zoals: de Paus (belangrijkste), priesters en monniken -> welk geloof was dat ook alweer?
Wat?
- Bidden voor de mensen en het besturen van de kerk

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stand 2: de adel
Wie?
- Edelman die dat door geboorte waren, of door de koning werd aangewezen. Bijvoorbeeld: ridders en hertogen
Wat?
- Het beschermen van de geestelijken en de boeren
-  Zorgen dat alles veilig is 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stand 3: de boeren
Wie?
- De boeren
Wat?
- Het land bewerken en zorgen dat er genoeg voedsel voor iedereen is

Slide 15 - Tekstslide

Wie had er, ongeacht de stand, weinig te zeggen?
A
Geestelijken
B
Vrouwen
C
Moeders
D
Ridders

Slide 16 - Quizvraag

Wie was de tweede stand?
A
De adel
B
De geestelijken
C
De boeren
D
De vrouwen

Slide 17 - Quizvraag

Bron 4 in het boek
Pagina 142

Slide 18 - Tekstslide

Voor de volgende les
- Maken van opdrachten 8 en 11
- De volgende paragraaf gaat over de islam, schrijf minimaal twee dingen op, die je al over de islam weet

Slide 19 - Tekstslide