7.4 Krachten in evenwicht

7.4 Krachten in evenwicht
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.4 Krachten in evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les
  • Uitleg bij 7.4 
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten bespreken
  • Kahoot
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 7.3
Je leert 
  • wat zwaartekracht is 
  • hoe je de zwaartekracht tekent 
  • hoe je de zwaartekracht berekent

Slide 3 - Tekstslide

Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht.
A
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag
B
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog
C
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag
D
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog

Slide 4 - Quizvraag

De zwaartekracht op 1 kg appels is
10 N.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Op een voorwerp van 3,5 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,35 N
B
3,5 N
C
35 N
D
350 N

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet je doen om van g naar kg te gaan?
A
x 1000
B
: 1000

Slide 7 - Quizvraag

Op een voorwerp van 200 g werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,2 N
B
2 N
C
20 N
D
2000 N

Slide 8 - Quizvraag

Zwaartekracht
Hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de zwaartekracht.
De zwaartekracht meten we in Newton (N).
De zwaartekracht kun je meten met een 
krachtmeter

1 kg = 10 N

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4 
  • Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken 

Slide 10 - Tekstslide

Netto kracht 
Nettokracht is de som van de krachten (Fnetto)
Fnetto is?

Slide 11 - Tekstslide

Netto kracht 
Nettokracht is de som van de krachten (Fnetto)
Fnetto is?
Wie gaat winnen?

Slide 12 - Tekstslide

Richting van de kracht
Komt de kist vooruit?

Slide 13 - Tekstslide

Richting van de kracht
Tegenwerkende krachten
40 N naar links en 40 N naar rechts

Slide 14 - Tekstslide

Richting van de kracht
Fnetto = 0 N

Slide 15 - Tekstslide

Richting van de kracht
Fnetto = 0 N
Regel: tegenwerkende krachten moet je van elkaar af trekken

Slide 16 - Tekstslide

Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor meer voorbeelden.

Slide 17 - Tekstslide

krachten in evenwicht
Nettokracht = 0 
Pijlen tegenovergesteld even lang 

Slide 18 - Tekstslide



Welke kracht gaat welke richting op?

Slide 19 - Tekstslide

Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de 
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.

Er is evenwicht dus de fruitschaal 
komt niet in beweging.

Fn

Slide 20 - Tekstslide

Normaalkracht
Normaalkracht = zwaartekracht
Fn = Fz
Nettokracht = 0 

Er is evenwicht dus de fruitschaal 
komt niet in beweging.

Fn

Slide 21 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in 
de tegenovergestelde richting.

Daardoor gebeurt er niets. 
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.

Slide 22 - Tekstslide

Spankracht Fspan
De spankracht is de kracht die een touw of snaar of ander langwerpig voorwerp gespannen houdt - meestal doordat dit voorwerp iets op/aantrekt. Zoals bij de lamp. Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.
Fspan

Slide 23 - Tekstslide

Krachten evenwicht
Bij een lamp die aan het plafond hangt zie je geen effect van een kracht. Dat komt omdat er twee krachten op de lamp werken: de zwaartekracht naar beneden en de spankracht naar boven. De spankracht en de zwaartekracht zijn even groot maar tegengesteld: er is evenwicht. Bij twee krachten is er evenwicht als de krachten even groot en tegengesteld gericht zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Fnormaal is gelijk aan 
Fzwaartekracht

Slide 25 - Tekstslide

Fnormaal is gelijk aan 
Fzwaartekracht

Slide 26 - Tekstslide

Fnormaal is kleiner dan
Fzwaartekracht
Nijlpaard zakt door plank

Slide 27 - Tekstslide

Wrijvingskracht is even groot als spierkracht .

Het resultaat van de krachten is 0.

Auto komt niet in beweging.

Slide 28 - Tekstslide

Spierkracht is groter geworden.
Wrijvingskracht is ook groter geworden.

Het resultaat van de krachten is 0.

Auto komt niet in beweging.

Slide 29 - Tekstslide

Spierkracht is groter geworden dan de maximale wrijvingskracht.

De netto kracht positief.
 
Auto komt in beweging.

Slide 30 - Tekstslide

Resultaat van netto kracht
Nettokracht in de richting van beweging - versnelling
Nettokracht tegen de richting van beweging - vertraging

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag KBL
Wat: Maken 7.4 BLZ 133 opdracht 40 t/m 51 ALLEMAAL
Hoe: Zelfstandig / samen 
Klaar: 1. Nakijken op laptop 
             2. Alvast in de LessonUp (of Kahoot)

timer
8:00

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag BBL
Wat: Maken 7.4 BLZ 141 opdracht 49 t/m 60 (K niet)
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken op laptop 
             2. Alvast in de LessonUp

timer
9:00

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4 
  • Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken 

Slide 37 - Tekstslide

Resultante kracht

Slide 38 - Tekstslide

Resultaten/ netto kracht
Wat is de nettokracht?

Slide 39 - Tekstslide

Nettkoracht
100 - 40 = 60 N
Nettokracht naar links 

Slide 40 - Tekstslide

Nettokracht 
Wat is hier de nettokracht en welke kant op?

Slide 41 - Tekstslide

Nettokracht 
Als krachten dezelfde richting op gaan mag je ze bij elkaar op tellen 

Slide 42 - Tekstslide

Nettokracht 
Kracht naar links: 80 + 80 = 160 N
Kracht naar rechts: 130 N
Wat is netoo kracht?

Slide 43 - Tekstslide


Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht?
A
Aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag.
B
Aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog.
C
Aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag.
D
Aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog.

Slide 44 - Quizvraag

timer
0:30
Spierkracht
Veerkracht
Zwaartekracht
Spankracht
Normaalkracht
Nettokracht
Magnetische kracht
Fspier
Fv
Fz
Fs
Fnorm
Fnetto
Fm

Slide 45 - Sleepvraag

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?
A Magnetische kracht
B Veerkracht
C Zwaartekracht
D Spankracht
A
Magnetische kracht
B
Veerkracht
C
Zwaartekracht
D
Spankracht

Slide 46 - Quizvraag

Wat is de nettokracht?
A
Alle krachten bij elkaar opgeteld
B
als er geen krachten zijn, dat is de nettokracht
C
de sterkste kracht in de tekening

Slide 47 - Quizvraag

Wat is
de
nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N

Slide 48 - Quizvraag

Wat is
de
nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N

Slide 49 - Quizvraag


Wat is hier de nettokracht?
A
140 Newton
B
40 Newton
C
60 Newton
D
100 Newton

Slide 50 - Quizvraag


Wat is hier de nettokracht?
A
80 Newton
B
40 Newton
C
1600 Newton
D
0 Newton

Slide 51 - Quizvraag

De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden

Slide 52 - Quizvraag

Wat is de
nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links

Slide 53 - Quizvraag


Hoe groot is de nettokracht en in welke richting werkt deze nettokracht. 

Slide 54 - Open vraag

Wat is hier de nettokracht?

Slide 55 - Open vraag

Einde van de les
  • HW KBL: Maken 7.4 BLZ 133 opdracht 40 t/m 49 ALLEMAAL
  • HW BBL: Maken 7.4 BLZ 141 opdracht 49 t/m 60 (K niet)
  • Volgende les: verder met 7.5

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 56 - Tekstslide

Herhaling
Test je kennis aan de hand van de volgende vragen via LessonUp.

Slide 57 - Tekstslide

Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen.
Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 58 - Quizvraag

Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.

Slide 59 - Quizvraag

Wat is het symbool van kracht?
A
F
B
N
C
K

Slide 60 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 61 - Quizvraag

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.

Slide 62 - Quizvraag


Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 63 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt
noemen we:
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht

Slide 64 - Quizvraag

Bereken de zwaartekracht op een glas water
met een massa van 0,3 kg.

A
3000 N
B
3,00 N
C
30,0 N
D
300 N

Slide 65 - Quizvraag