Taal Les 19102022 Groep 6 Persoonsvorm en Afkortingen

Dit heb je geleerd
Je hebt geleerd door dat je de persoonsvorm kunt vinden door de zin vragend te maken!

Weet je nog?
Als het onderwerp verandert van enkelvoud (een persoon) naar meervoud (meer personen of andersom, dan verandert de persoonsvorm ook.
Jeroen houdt van voetbal. (enkelvoud)
Jeroen en Wasim houden van voetbal. (meervoud)



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dit heb je geleerd
Je hebt geleerd door dat je de persoonsvorm kunt vinden door de zin vragend te maken!

Weet je nog?
Als het onderwerp verandert van enkelvoud (een persoon) naar meervoud (meer personen of andersom, dan verandert de persoonsvorm ook.
Jeroen houdt van voetbal. (enkelvoud)
Jeroen en Wasim houden van voetbal. (meervoud)



Slide 1 - Tekstslide

Maak meervoud van deze zin:
De juf gaat graag naar school.

Slide 2 - Open vraag

Maak dezelfde zin vragend:
De juf gaat graag naar school.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm van deze zin:
De juf gaat graag naar school.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het onderwerp van de zin:
De juf gaat graag naar school.

Slide 5 - Open vraag

Nu weet je het onderwerp en de persoonvorm van de zin:
De juf gaat naar school.

De juf gaat
Door de zin vragend te maken en het enkelvoud in meervoud te veranderen ben je achter het onderwerp en de persoonsvorm gekomen in de zin:

De juf gaat graag naar school.
De juffen gaan graag naar school.
Gaat de juf graag naar school?

persoonsvorm= gaat
 onderwerp = de juf (vergeet het lidwoord niet) 


Slide 6 - Tekstslide

  • Pak je potlood en gum en je dobbelsteen.
(chromebook op de hoek van je tafel)
  • Vul op je werkblad je naam in en maak opdracht 1 en 2.

  • Dobbelsteen op rood. Vragen? Leg de dobbelsteen op het vraagteken.

  • Klaar? Blaadje op de hoek van je tafel.

  • Snappet: werkpakket, extra doelen:
# 43 - #20

 

timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Dit heb je geleerd
Je hebt geleerd wat een afkorting is. Je hebt geleerd hoe je een afkorting maakt en wat een afkorting betekent.
Weet je nog?
Een afkorting is een korte manier om een woord of een groepje woorden op te schrijven. In een afkorting gebuikt je meestal één of meer punten.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting
gr. in het recept?

Slide 10 - Open vraag

Wat zou de afkorting tl. kunnen betekenen?

Slide 11 - Open vraag

  • Pak je potlood en gum en je dobbelsteen.

  • Vul op je werkblad je naam in en maak opdracht 3 en 4.

  • Dobbelsteen op rood. Vragen? Leg de dobbelsteen op het vraagteken

  • Klaar? Blaadje op de hoek van je tafel

  • Snappet: werkpakket, extra doelen:
Verder met #43 en #20 
starten met #56 - #52

 

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik kan de persoonsvorm vinden door de zin te veranderen van enkelvoud naar meervoud.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

EINDE

Slide 15 - Tekstslide