Introductie HV1 2023-2024

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bienvenue!

On commence!

Je me présente;

Je m'appelle madame Dijkman.

Je suis votre professeur de français.

J'ai 33 ans.

J'habite à Hank (Brabant).    

Ma famille;

J'habite avec mon copain Marc et notre fille qui s'appelle Fien.  Elle a 3 ans. 

Wat gaan we doen? 

* Activeren voorkennis

* Uitleg lessen

* On se présente! Begroeten en voorstellen

* Oefenen

Le français / La France

Wat neem je mee?

*boek (A)

*schrift (voor aantekeningen)

*etui

*iPad

*oortjes/koptelefoon

Afspraken, regels (1)

- zorg dat je op tijd in de les bent en je spullen bij je hebt

- zorg dat aan het begin van de les je huiswerk in orde is. Als je je huiswerk niet (helemaal) af hebt, of je bent je boek vergeten, vertel je me dit meteen aan het begin van de les. Ik noteer dat in SOM en neem als ik het nodig vind maatregelen.

- je maakt je opdrachten in principe in je papieren boek, niet online

- je telefoon is thuis of in je kluis

- je opent je iPad pas als de docent daar toestemming voor geeft

Afspraken, regels (2)

- je gaat respectvol met elkaar én met elkaars spullen om

- wanneer je 1 of meerdere lessen hebt gemist, ben je zelf verantwoordelijk       voor het inhalen van wat je gemist hebt en het in orde maken van je werk

   (zie studiewijzer, SOM, aan de docent vragen wat je gemist hebt, werk nakijken)

- mail op tijd aan de docent  als je ergens tegenaan loopt

- wees nieuwsgierig en wil ontdekken! 

- durf fouten te maken en ervan te leren

A toi maintenant! 

Neem de volgende aantekening over. 

Begroeten

Salut! - Hoi! of Bonjour! - Goedemorgen/middag!

Ça va? - Hoe gaat het?

(stem omhoog)

Ça va. - Het gaat ok.

Ça va bien! - Het gaat goed!

Ça va mal. - Het gaat slecht.

Voorstellen 

  Se présenter = zich voorstellen

Comment tu t'appelles? - Hoe heet je?

Je m'appelle ..... ik heet....

of;

Je suis ..... ik ben .....

Afscheid nemen

Salut! - Doei!

Au revoir! - Tot ziens!

A bientôt! - Tot gauw!

Even oefenen...

Présente toi!

Hoe begroet je mij (mevrouw Dijkman) in het Frans?

1. Salut!
2. Bonjour!

Yves ontmoet een klasgenoot, hoe begroet hij hem?

1. Ciao!
2. Salut!
3. Bonjour!
4. Allô!

Als je de klas verlaat zeg je;

1. Salut!
2. A bientôt!
3. Ciao!
4. Au revoir!

Om jezelf voor te stellen zeg je ;

Huiswerk

leren aantekening 1