Station Lezen, zakelijke teksten KGT2 perron 3

Lezen, zakelijke teksten kgt 2 perron 3 De Rooi Pannen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen, zakelijke teksten kgt 2 perron 3 De Rooi Pannen

Slide 1 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 39
                opdr. 1

lezen: uitleg op blz. 39

maken: blz. 39 - 41
               opdr. 2 - 3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

opdrachten uit het boek
We maken opdr. 4 en 5 (blz. 42) samen.

Daarna maak je opdr. 6 in tweetallen.
We kijken de opdracht samen na.

Slide 4 - Tekstslide

tekstverbanden
1. tegenstelling                 maar, toch, echter
2. voorbeeld                       zo, zoals, bijvoobeeld
3. opsomming                   en, ook, of, verder, ten eerste...
4. conclusie                        dus, kortom
5. reden                                want, omdat, daarom
6. mening - argument   omdat, daarom, want, immer
7. oorzaak - gevolg          doordat, daardoor, door, als gevolg van

Slide 5 - Tekstslide

De volgende tekst gaat over runkeeper-apps. Even een filmpje om het onderwerp in te leiden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

opdrachten uit het boek
We lezen samen de tekst op blz. 44.

maken: blz. 43 - 44 - 45
opdr. 7 - 8 - 9 - 10

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een achtergrondartikel? (blz. 46)

Slide 9 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 45 - 46
opdr. 11 - 12

Slide 10 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
We lezen samen de tekst op blz. 47

Maak de volgende opdrachten alleen of in tweetallen.

maken: blz. 47 - 48
opdr. 13 - 14

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 49
opdr. 16 - 17

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het interview
Het filmpje hiervoor was een voorbeeld van een interview. Een interview kan ook uitgeschreven worden. Op blz. 50 zie je in de uitleg de kenmerken van een interview. Lees die goed door!

Slide 15 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
We lezen samen de tekst op blz. 51

maken: blz. 50
opdr. 18 - 19

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 51 - 52
opdr. 20 - 21

Slide 18 - Tekstslide

eindopdrachten perron 3
De laatste opdrachten van perron 3 zijn een goede test om te kijken of je alle stof van dit perron goed hebt begrepen. Maak deze opdrachten dus alleen en blader gerust terug als je iets niet meer precies weet.

Slide 19 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 53 - 54 - 55 - 56
opdr. 22 - 23 - 24 - 25 - 26

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ging het?
A
B
C

Slide 22 - Quizvraag

Kan een afbeelding een stuk tekst vervangen?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Kan een afbeelding meerdere functies hebben?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Welke woorden geven het verband aan van
oorzaak-gevolg:
A
ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
B
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
C
dus, concluderend, dat betekent, kortom
D
doordat, daardoor, als gevolg van, door

Slide 25 - Quizvraag

Welk verband staat in deze zin?
Zijn vriendin daarentegen is wel heel erg aardig.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 26 - Quizvraag

Het signaalwoord 'door' hoort bij
A
opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
geen

Slide 27 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'maar' aan?
A
oorzaak / gevolg
B
opsomming
C
tegenstelling
D
waarschuwing

Slide 28 - Quizvraag

Klopt de volgende zin?
Een nieuwsbericht is langer dan een achtergrondartikel.
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Voor welke info zou jij welke bron gebruiken?
Het internet
Een persoon (interview)
de bibliotheek
Radio of TV
De lokale krant
Word het lekker strandweer?
Je wilt iemands mening!
Wat is er deze week in het dorp gebeurt?
Je wilt een voetbalwedstrijd volgen
Je zoekt tekst over Amsterdam in de 16e eeuw

Slide 30 - Sleepvraag

Is de vraag hieronder open of gesloten?
Wanneer ben je jarig?
A
gesloten
B
open

Slide 31 - Quizvraag

Is de vraag hieronder open of gesloten?
Heb je een leuke verjaardag gehad?
A
gesloten
B
open

Slide 32 - Quizvraag