2. Kringloop van het water
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
maximumscore 2
1 = juist
2 = onjuist
3 = juist
indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist 1 indien minder dan twee antwoorden juist 0
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is zout water nodig voor het maken van zoet water?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1.
2.
3.
4.
Schelde
Eems
Rijn
Maas
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
maximumscore 2
1 = juist
2 = onjuist
3 = juist
indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist 1 indien minder dan twee antwoorden juist 0
Slide 12 - Tekstslide
maximumscore 2
Voorbeelden van juiste oorzaken zijn twee van de volgende:
− Een deel van het water verdampt.
− Een deel van het water wordt verbruikt.
− Een deel van het water infiltreert naar diepere bodemlagen.
− Een deel van het water wordt opgeslagen in spaarbekkens.
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Maak de zin af.
In de bron zie je een gedeelte van de
.....................................
kringloop.
Korte
Lange
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de woorden de juiste plek.
Water dat door warmte verdampt neemt een .................. vorm aan.
Water in deze vorm kan condenseren bij lage temperaturen en krijgt een ......................vorm.
Het water in deze fase zal bij temperaturen onder de nul graden gaan bevriezen en krijgt daardoor een .................... vorm.
Gasvormig
Vloeibare
Vaste
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kleur heeft
het stroomgebied
van de Maas?
het stroomgebied
van de Maas?
A
Geel
B
Blauw
C
Groen
D
Paars
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waardoor verandert het debiet door het jaar?
Veranderingen in de:
Veranderingen in de:
A
Temperatuur in het stroomgebied
B
Hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied
C
Vegetatie in het stroomgebied
D
Neerslag in het stroomgebied
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip hoort bij de hele afbeelding
A
bovenloop
B
stroomgebied
C
waterscheiding
D
benedenloop
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar ligt hier de waterscheiding?
A
B
C
D
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
