2.1 het communisme

De Tijd van Wereldoorlogen

Hoofdstuk 2: De Sovjet- Unie en de Verenigde Staten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

De Tijd van Wereldoorlogen

Hoofdstuk 2: De Sovjet- Unie en de Verenigde Staten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Introductie hoofdstuk 2
Leerdoelen
Wat weet je al/nog?
§1.4 Het communisme
Controlevragen
Zelfstandig werken
 Afsluiting
Tsaar Nicolaas II met zijn vrouw en kinderen.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie hoofstuk 2
Lees/ bekijk de oriëntatie op blz. 60 en 61

Maak daarna opdracht 2, 3a en 5
in je schrift


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:

Je kan aan het einde van de les uitleggen:


1. wat de belangrijkste ideeën van Karl Marx waren.

2. wat enkele indirecte oorzaken waren voor Russische revolutie.

3. Een beschrijving geven van het verloop van de revolutie.


 

Slide 4 - Tekstslide

In welk jaar trok Rusland zich terug uit de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1917
C
1900
D
1918

Slide 5 - Quizvraag

Waarom neemt Rusland vanaf 1917 niet langer deel aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Onbeperkte duikbotenoorlog
B
Onderschept telegram
C
Ruzie met Duitsland
D
Russische Revolutie

Slide 6 - Quizvraag

§2.1 Het communisme

Slide 7 - Tekstslide

De Russische piramide (neem over in schrift!)
De Tsaar (absolute macht)

1. Orthodoxe geestelijken
2. Bojaren (= adel)
3. Bourgeoisie, middenstanders
     boeren

De 1e en 2e stand betalen géén belastingen 

Slide 8 - Tekstslide

De Russische piramide
(bojaren = mensen van adel)
De bojaren helpen de tsaar met regeren, belasting innen en oorlog voeren.

De tsaar en bojaren werden door de kerk beschermd: verzet is daarom onmogelijk.

Houden vast aan het oude systeem. Laten hun vrouwen wel Westerse boeken en mode kopen, maar zien niks in modernisering (in de landbouw).

Slide 9 - Tekstslide

De Russische piramide (boeren)
De boeren (90% van de Russen) wonen in de mir (= dorpgemeenschap) .

Het lijfeigenschap (= soort horigheid) is officieel in 1861 afgeschaft maar heeft weinig veranderd: nog steeds bestaan er herendiensten, betaald de derde stand de belastingen en vragen bojaren hoge pacht.

De boeren worden steeds ontevredener.

Slide 10 - Tekstslide

Géén lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander II (voorganger Nicolaas II):
  • 1861: afschaffing lijfeigenschap zodat de boeren los zouden komen van de bojaren (modernisering d.m.v. staatsleningen). Mislukte.
  • Bouwde fabrieken, mijnen en spoorlijnen (heel vooruitstrevend).
  • Werkomstandigheden in fabrieken even slecht als ervoor als boer. 
    Alexander II is uiteindelijk vermoord door tegenstanders.



-Zelfstandige marktgerichte boeren: koelakken. Dit werd door de tsaar gestimuleerd.
-Tsaar probeert de misstanden in de fabrieken te verbeteren.
-Tsaar stimuleert handel, industrie en infrastructuur, (modernisering dmv mijnbouw, spoorwegen en fabrieken)

Slide 11 - Tekstslide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander III (directe voorganger Nicolaas II):
  • Verbood nachtarbeid van vrouwen en kinderen.
  • Werkdagen van maximaal 11,5 uur.
  • Veel productie bedoeld voor de export (inkomsten voor de staat). Zelfs graan, waardoor een misoogst grote gevolgen had (hongersnood).

Sterft in 1894, opgevolgd door Nicolaas II

Slide 12 - Tekstslide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Nicolaas II:

  • 1905: staat na verlies in Russisch-Japanse oorlog toe de Doema (= parlement) op te richten. Liberalen hopen daarmee op democratisering. Daarvan blijkt echter geen sprake: de Doema heeft nauwelijks tot geen invloed op het bestuur.
  • Stimuleert de ontwikkeling van zelfstandige en marktgerichte
    boeren: de koelakken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Sociaal-revolutionairen
Socialisten-revolutionairen = Partij die boerensocialisme nastreeft.
Boeren zijn volgens hen de motor van een socialistische revolutie (met geweld).
Aanhangers: o.a. Aleksandr Kerenski: 

Zijn erg tegen modernisering (kapitalisme), willen kleinschalig socialisme (mir). Zij vormen later deel van de mensjewieken (tegenstanders Marxisten).

Slide 15 - Tekstslide

Marxistisch socialisme 
Marxistisch socialisme = Socialisme met gemeenschappelijk eigendom van fabrieken invoeren met behulp van revolutie door de arbeidersklasse.

Aanhangers: o.a. Karl Marx (onder), Vladimir Lenin (boven), Josef Stalin: 

> Richten Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij op.
De visie van Marx past niet echt bij Rusland (landbouwstaat), toch overtuigt Lenin in
1903 tijdens partijvergadering in Londen dat de revolutie moet beginnen.

Voorstanders = bolsjewieken (meerderheid)
Tegenstanders = mensjewieken (minderheid)

Slide 16 - Tekstslide

Russische Revolutie 1917

De Russische Revolutie kent 
3 fasen:
1. Februarirevolutie
2. Oktoberrevolutie
3. De burgeroorlog

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaken Russische Revolutie
  1. De ongelijke behandeling van de 3e stand (privileges 1e en 2e stand),
  2. Het absolutistisch bestuur van de tsaar,
  3. Het verlies in de Russisch-Japanse Oorlog (nooit eerder verloor een
      Europees land van een Aziatisch 'minderwaardig' land),
  4. En de mislukking van de Doema,
    ...worden de tsaar zeer zwaar aangerekend onder
    de groeiende oppositie. Het is wachten op een
    laatste (grote) misstap van de tsaar...

Slide 18 - Tekstslide

Fase 2: De Oktoberrevolutie
Besluit om door te vechten vergroot de invloed van de bolsjewieken (Russische communisten) --> leider Vladimir Lenin, stelde radicale eisen:

1. Alle grond aan de boeren
2. Alle fabrieken aan de arbeiders 
3. Vrede met Duitsland

Het land moest bestuurd worden door 'Arbeidersraden'  --> Regering wordt afgezet

Slide 19 - Tekstslide

Fase 1: De Februarirevolutie
Soldaten en het parlement kiezen de kant van de demonstranten (burgers)

Tsaar Nicolaas II trad af

Voorlopige regering -- wil ook vrede sluiten met Duitsland

Slide 20 - Tekstslide

De Vrede van Brest- Litovsk
3 maart 1918: Einde aan de Eerste Wereldoorlog aan het oostelijke front. 

Veel Russen blij met de vrede, MAAR ze wilden absoluut geen communistisch land

Slide 21 - Tekstslide

Fase 3: De burgeroorlog 
De Witten (grotendeels mensjewieken) tegen de Roden (bolsjewieken)

In 1922 werden de Witten definitief verslagen

Slide 22 - Tekstslide

Wie was de laatste tsaar van Rusland?

Slide 23 - Open vraag

Karl Marx is de belangrijkste grondlegger van het socialisme
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Karl Marx was tegen een revolutie
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

In 1917 werd Rusland.....
A
Kapitalistisch
B
Democratisch
C
Communistisch
D
Socialistisch

Slide 26 - Quizvraag

Noem een oorzaak van de Russische Revolutie.
A
De ongelijke behandeling van de 3e stand
B
Afschaffing van de lijfeigenschap
C
Het privéleven van Lenin
D
Het moeten leven in de mir

Slide 27 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten op blz. 68 t/m 70 in je schrift

Klaar? Kijk het huiswerk na + lees paragraaf 2.2 De Sovjet- Unie (blz. 72 t/m 75) 
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Met z'n tweetjes
Met je buurman/ buurvrouw schrijf je 3 dingen in je schrift die jullie geleerd hebben deze les. 


Je hebt 5 minuten de tijd, daarna gaan we jullie antwoorden nabespreken. 
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
  1. 1861: Afschaffing lijfeigenschap
  2. 1881: Narodniki vermoord  
    Alexander II
  3. 1894: Nicolaas II wordt Tsaar
  4. 1903: Partijvergadering RSA (Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij) over het begin van de arbeidersrevolutie (splitsing in boljewieken / mensjewieken)

Slide 30 - Tekstslide