Historische bronnen

Historische bronnen
primaire en secundaire bronnen
geschreven en ongeschreven bronnen
bewust en onbewuste bronnen
betrouwbaarheid en feiten
oorzaken en gevolgen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Historische bronnen
primaire en secundaire bronnen
geschreven en ongeschreven bronnen
bewust en onbewuste bronnen
betrouwbaarheid en feiten
oorzaken en gevolgen

Slide 1 - Tekstslide

Ondergang Titanic
1912

Slide 2 - Tekstslide

Primaire en secundaire bron
Een primaire bron is een overblijfsel uit het verleden zoals een opgegraven werktuig, een ooggetuigenverslag of een geschreven document. 

Bij een secundaire bron heeft er een bewerking plaatsgevonden van de primaire bron.

Slide 3 - Tekstslide

Opa is als het gaat om de Titanic....
A
een primaire bron
B
een secundaire bron

Slide 4 - Quizvraag

Je onderzoekt jagers in het neolithicum en bent in het bezit van deze pijlpunten. Wat zijn deze pijlpunten in je onderzoek?
A
primaire bron
B
secundaire bron
C
Niks, je hebt er niets aan.
D
Alleen nuttig als je de boog ook hebt.

Slide 5 - Quizvraag

Gouden eeuw
In de tijd van de jonge republiek, kreeg Rembrandt van Rijn de opdracht een schilderij te maken van de samenzwering van Julius Civilis tegen de Romeinen.

Slide 6 - Tekstslide

Het schilderij van Rembrandt is bij het bestuderen van de Bataafse opstand een....
A
primaire bron
B
secundaire bron

Slide 7 - Quizvraag

Het schilderij van Rembrandt is bij het bestuderen van opkomend nationalisme in de republiek een....
A
primaire bron
B
secundaire bron

Slide 8 - Quizvraag

Geschreven en ongeschreven bronnen
Historici maken een onderscheid tussen geschreven en ongeschreven bronnen. Geschreven bronnen luidden het einde van de prehistorie in.

Slide 9 - Tekstslide

Lascaux
Pijlpunten van vuursteen

Slide 10 - Tekstslide

Grafvondst bandkeramiek
Graetheide: wit = nederzetting
zwart = stenen werktuig of bandkeramiek.

Slide 11 - Tekstslide

Welke schrijver is verantwoordelijk voor het einde van de prehistorie in Nederland?
A
Multatuli
B
Monnik Willibrord
C
Monnik Bonifatius
D
Julius Caesar

Slide 12 - Quizvraag

Bello Gallico

Slide 13 - Tekstslide

Caesar schreef onder andere dat de Belgen de dappersten waren onder de Galliërs. Waarom is zijn informatie over de bevolking niet geheel betrouwbaar?
A
De informatie is niet altijd te achterhalen.
B
Caesar maakt een voor hem gunstig verslag.
C
Er is geen verslag van de tegenpartij.
D
Er zijn geen geschreven bronnen van de Galliërs.

Slide 14 - Quizvraag

Sumer
Dit is het oudste schrift ter wereld. Het pictografisch schrift werd gebeiteld in kleitabletten.  

Slide 15 - Tekstslide

Sumer 
Schrift +/- 3350 BC
Het schrift is afkomstig van de Soemeriërs en dateert van ongeveer 3350 BC.

Slide 16 - Tekstslide

Welke informatie bevat deze eerste geschreven tekst?
A
Liefdesverhalen
B
Handelswaar en vee
C
Plaatselijk nieuws
D
Oorlogsverhaal

Slide 17 - Quizvraag

Einde prehistorie?
Na de Romeinse tijd zijn het monniken die schrijven. Zij schrijven voor de kerk in het Latijn en het gaat hierbij om kopiëren.

Slide 18 - Tekstslide

Nederlands
In het jaar 1075 vinden we de eerste Nederlandse tekst: 
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?

Slide 19 - Tekstslide

Waar ging deze tekst over?
A
liefde
B
handel
C
weerbericht
D
oorlog

Slide 20 - Quizvraag

Nederlands
Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?

Slide 21 - Tekstslide

Welke valkuilen kun je bedenken als het gaat om onderzoek naar bronnen?

Slide 22 - Woordweb

Moskou 1917
Moskou 1924

Slide 23 - Tekstslide

Wie is er hier verdwenen?
A
Lenin
B
Marx
C
Trotzki
D
Stalin

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Waar hing deze poster en in welk jaar was dat?
A
Letland 1944
B
Berlijn 1945
C
Duitse democratische republiek 1946
D
Duitsland 1932

Slide 27 - Quizvraag