Les 10_kern 4.3_deel 2 - tekstverband doel-middel

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

STARTKLAAR maken:

• Op tafel: pennen , laptop, KERN boek, huiswerk hoofdstuk 3.2.
• Werk aan NUMO. (Taak PTO3), log in bij LessonUp

Wat gaan we doen vandaag?

>> Oefenen NUMO-taak (10 minuten)

1. Huiswerk nakijken.

2. Video kijken + tekst lezen

3. Zelfstandig werken + nakijken

4. Lezen (sprookje)

Hoofdstuk 3. 2. Hoofdzaken en bijzaken.

Hoofdstuk 4.1. Luisteren en aandacht.

Hoofdstuk 4.2. Tekstverband tijd, tegenstelling en opsomming.

Hoofdstuk 4.3. Tekstverband doel-middel

Hoofdstuk 4.4. Leestekst.

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

Spelling en grammatica (Taak in NUMO)                                   

Les  13         Samenstellingen

Les  14         Tussenklanken

Les  15          Leestekens

Les 16           Persoonsvorm

Les 17           Voltooid Deelwoord

Sprookje lezen + presenteren.

 

Lesstof PTO-3

1. Huiswerk nakijken

>> Gebruik andere kleur nakijkpen!

2a. Video kijken bij tekst op bladzij 96

Klassikale vraag:

Wat betekent inlevingsvermogen of empathie?

2b. Tekst bladzij 96 samen lezen

2c. Zelfstandig werken

Wat?	Bladzij 96: vraag 12 tot en met 16.
Tijd?	10 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Eerder klaar?	Begin met de woordenschat opdracht. = huiswerk volgende les!

2d. Antwoorden nakijken

>> Dit staat in de inleiding = samenvatting tekst!

Antwoorden woordenschat 4.3

1. In het museum zagen we een tentoonstelling over ____________________. Het was verdrietig om te zien hoe mensen vroeger als bezit werden behandeld.

2. Een samenleving zonder vrijheid leidt vaak tot ______________________________ van mensen.

3. Iemand met veel__________ ____________________ kan zich goed voorstellen hoe een ander zich voelt.

4. Hij probeert altijd ______________________________ te blijven, zelfs als iemand het niet met hem eens is.

5. Aan het plafond zie je een oude lamp langzaam__________ ____________________.

6. De klok tikt ____________________ __________door, ook al lijkt het alsof de tijd stil staat.

7. De rechter probeert bij elke beslissing te denken aan ______________________________ en wat eerlijk is.

8. Als je goed kunt luisteren naar anderen, toon je echt ______________________________.

Antwoorden woordenschat 4.2

1. ______________________________ gebruiken we technologie bijna overal: op school, op het werk en thuis.

2. De politie vond de dader door een ______________________________ op het glas.

3. Hij stelde een ______________________________ vraag tijdens de presentatie, waardoor iedereen ging nadenken.

4. De trein had een goede ______________________________ met de bus, dus we hoefden niet lang te wachten.

5. Door sociale media kan je online ______________________________ snel veranderen, omdat mensen je zien op veel manieren.

6. Sinds de komst van kunstmatige intelligentie lijkt alles ______________________________ te ____________________.

7. Haar stijl is echt ______________________________, je herkent haar meteen tussen anderen.

8. Mijn vakantieplannen ____________________ al ____________________, dus ik kan helaas niet op een andere datum.

8. Liggen al vast (vastliggen)

4b. Klassikaal tekst lezen

Bladzij 95

5a. Aan de slag!

Wat?	Maak vraag 4, 5 en 6 op bladzij 94
Tijd?	9 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Klaar?	Begin met het huiswerk: Vraag 7, 8, 9 10 en 11 op bladzij 94.

Les 9