Schrijven 2 13/1

Schrijven 2 (blz.48 en 49)
Lesdoel: Ik weet hoe ik een bouwplan voor een tekst kan maken.

Lesopzet:
  • Startopdracht 
  • Filmpje over het maken van een bouwplan.
  • Maken opdracht 1. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 2 (blz.48 en 49)
Lesdoel: Ik weet hoe ik een bouwplan voor een tekst kan maken.

Lesopzet:
  • Startopdracht 
  • Filmpje over het maken van een bouwplan.
  • Maken opdracht 1. 

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht: Waarover moet je nadenken voordat je een tekst gaat schrijven?

Slide 2 - Open vraag

Lees tekst 1 Vroege vogels en bekijk onderstaand bouwplan.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1.1 Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 1.2. Wat is het doel van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 1.3
Noteer aan de hand van de uitgeschreven alinea's de steekwoorden van alinea 2, 3 en 5 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

antwoord 1.3
al 2 – overal: balkon, tuin, straat; Texel; met verrekijker beter zien 

al 3 – kenmerken: kleur, staart, pootjes; vogelgids: per soort, tekst en plaatjes, liefst ook geluid

al 5 – excursie, gidsen, samen met anderen

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 1.4.  Schrijf alinea 1 of 4 met behulp van de steekwoorden in kolom D. Gebruik ongeveer 70 woorden.
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld alinea 1
Er is niets zo ontspannend dan buiten te zijn en te genieten van je omgeving. Het wordt nog mooier als je het leuk vindt om vogels te zoeken en te bekijken. Dan wordt het namelijk ook nog een beetje spannend buiten: Spot je eindelijk de vogel waarnaar je al zo lang op zoek bent? Krijg je het vogelconcert te horen dat je nooit eerder gehoord hebt? 

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld alinea 4
Wat moet je, naast een verrekijker en vogelgids, nog meer bij je hebben? Om de vogels die je ziet vast te leggen, kun je een camera meenemen. Begin met een eenvoudige, je telefoon bijvoorbeeld. Verder kun je in een notitieboekje opschrijven wat je ziet: de soort, het geslacht en het aantal. Vergeet niet de plaats en datum te noteren. Ten slotte moet je de juiste kleding aantrekken. De keuze is afhankelijk van het weer en de locatie. Denk eraan dat je lange tijd stilstaat; neem dus iets warms mee.

Slide 10 - Tekstslide