vierde leerjaar spelling: spellingweter 11 - 20
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Als je niet in de zon staat,
sta je in de ...
sta je in de ...
Slide 2 - Woordweb
Een ander woord voor een lijn is een ...
Slide 3 - Open vraag
Een ander woord voor een auteur
is een ...
is een ...
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
Frietjes kan je eten,
en water kan je ...
en water kan je ...
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Als je schrik hebt dan ben je ...
Slide 9 - Open vraag
Wat doet een zanger?
Hij ...
Hij ...
Slide 10 - Woordweb
Het meervoud van appel is
appels of ...
appels of ...
Slide 11 - Open vraag
Een klein bal
is een ...
is een ...
Slide 12 - Woordweb
Een klein raam
is een ...
is een ...
Slide 13 - Woordweb
Een kleine olifant is een ...
Slide 14 - Open vraag
Een kleine paraplu
is een ...
is een ...
Slide 15 - Woordweb
Je afdrogen doe je met een ...
Slide 16 - Woordweb
De sleutel van je fiets
is je ...
is je ...
Slide 17 - Open vraag
Een nest van wespen
is een ...
is een ...
Slide 18 - Open vraag
Luister naar volgende woorden
en schrijf ze op:
en schrijf ze op:
