8.3 + 8.4 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen + Hoe dragen wij ons steentje bij?

Hoofdstuk 8
Paragraaf  3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?








/
4TL
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Paragraaf  3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?








/
4TL

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen. 
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 2 - Tekstslide

TERUGKIJKEN: Leerdoelen par 1 + 2 
  • Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking berekent
  • Dat alleen kijken naar het gemiddelde inkomen niet genoeg zegt over de welvaart van een land. Waar moet je nog meer naar kijken?
  • Weten van welke kenmerken er sprake is bij ontwikkelingslanden.
  • Weten waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
  • Uit kunnen leggen wat de ruilvoet is en waarom de ruilvoet voor ontwikkelingslanden vaak slecht is.
  • Uit kunnen leggen landen doen tegen schommelende grondstofprijzen

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden en export
Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van de inkomsten  van 1 soort product, bijvoorbeeld rijst/katoen/cacao/koffiebonen.
Door protectiemaatregelen is dit soms moeilijk.
De WTO (Wereld Handelsorganisatie) wil de vrijhandel in de wereld bevorderen, en dus protectiemaatregelen laten zakken.

Slide 4 - Tekstslide

De WTO heeft een akkoord bereikt over meer vrijhandel. De EU gaat daarom de protectiemaatregelen aanpassen. Wat voor maatregelen kan de EU nemen? 
1. De invoerrechten van de EU moeten
2. De importquota van de EU moeten 
3. De exportsubsidies van de EU moeten
Stijgen
Stijgen
Stijgen
Dalen
Dalen
Dalen

Slide 5 - Sleepvraag

Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften 
  • Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
  • Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding

Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
  • Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk


Slide 6 - Tekstslide

Soorten ontwikkelingshulp
Bilaterale hulp = Hulp die rechtstreeks tussen twee landen gaat 
  • Bijvoorbeeld Nederland geeft geld aan Ghana om het onderwijs te verbeteren.
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
  • Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
  • Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede. 



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade?
Geef een argument voor je mening.

Slide 10 - Open vraag

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
  • Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.



Slide 11 - Tekstslide

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De doelstelling van de Verenigde Naties (VN) is dat landen ten minste 0,7% van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.
  • De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.



Slide 12 - Tekstslide

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 13 - Quizvraag

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Met het geld dat Cambodja van Nederland heeft gekregen, moet in Cambodja worden besteed voor nieuwe goederen/diensten. Om welke vorm van ontwikkelingshulp gaat het hierom?
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 14 - Quizvraag

Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.
A
Fairtrade zorgt dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Een voorwaarde is dat kleine boeren organiseren en samenwerken. (Cooperaties)

Slide 15 - Quizvraag

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video