Theme 4; Future

welcome! Today: Grammar
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

welcome! Today: Grammar

Slide 1 - Tekstslide

The plan
-Explanation Future;  to be going to, present simple.

Oefentoets PW

Slide 2 - Tekstslide

Goal
Aan het eind van de les kan ik:

- de 3 vormen van de toekomst noemen.  2 vormen toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Future present simple

  • tijden volgens een vast schema:
  • dienstregeling
  • rooster
  • reisschema

Slide 4 - Tekstslide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
Infinitief + (s)
Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een dienstregeling, rooster, of ander schema. 
The train arrives at six o'clock.

Does the supermarket close at 6 o'clock?

Our next class starts in twelve minutes.
Future: Present Simple

Slide 5 - Tekstslide

Future = to be going to
     voorspellingen waar je bewijs
     voor hebt.  
     Je bent van plan om iets te 
     gaan doen
1
2

Slide 6 - Tekstslide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
To be + (not) going to + hele werkwoord
Iets (niet) van plan zijn.
'
Ronan is going to visit his grandparents next week.
To be (not) + Onderwerp +  going to + hele werkwoord? 
Voorspelling met bewijs
Look at those dark clouds. It is going to rain.
Future: to be going to
In het Nederlands gebruiken wij vaak 'gaan'

Slide 7 - Tekstslide

Future (to be going to)
form of to be
going to
infinitive
Positive
I
am
going to
call
you later this week
She
is
going to
visit
family in England
We
are
going to
go out
for dinner
Negative
I
am
not going to
invite
a lot of people to my party.
They
are
not going to
buy
souvenirs for everyone

Slide 8 - Tekstslide

Future = Will
* gebruik je voor voorspellingen
* voor beloftes 
* als je aanbiedt om iets te doen

Slide 9 - Tekstslide

Write down
Present simple: bij schema, dienstregeling, rooster
The train leaves at 6 o'clock. 
To be going to: voorspellingen waar je bewijs voor hebt
Je bent van plan om iets te gaan doen
I am going to, he is going to, we are going to
WIll: bij voorspelllingen zonder bewijs
It will rain tomorrow. 

Slide 10 - Tekstslide

Met de 'Future Tense' kan ik dingen zeggen over:
A
Wat er nog gaat gebeuren
B
Wat in het eerder al is gebeurd
C
Wat nu aan de gang is
D
Wat in het verleden begon en nu stopt

Slide 11 - Quizvraag

He .......... work tomorrow.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 12 - Quizvraag

We ............... tell him tomorrow.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 13 - Quizvraag

I ............ sing a song next week.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 14 - Quizvraag

Future: bij een voorspelling zonder bewijs, gebruik je...
A
present simple
B
will+hele ww
C
is/am/are going to + hele ww
D
present continuous

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the future tense with the present simple, to be going to

The bus ___________________ (arrive) at 7am.
A
will arrive
B
is going to arrive
C
shall arrive
D
arrives

Slide 16 - Quizvraag

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets volgens vaste tijden verloopt.
C
In een vraagzin vooraan.

Slide 17 - Quizvraag

The train ____ at 11:45.
A
leaves
B
is leaving
C
is going to leave
D
will leave

Slide 18 - Quizvraag

He ____ the bus to school every morning.
A
takes
B
is taking
C
is going to take
D
will take

Slide 19 - Quizvraag

Fill in the future tense:

Look at those clouds! it __________ rain
A
is going to
B
will

Slide 20 - Quizvraag

Fill in the future tense:
The train ... at 8o'clock
A
will leave
B
leaves
C
is going to leave
D
shall leave

Slide 21 - Quizvraag

We ......... paint the room blue.
A
are going to
B
will

Slide 22 - Quizvraag

Homework


Leren Chapter 4: 
- Vocabulary
- Stones
- Grammar

Slide 23 - Tekstslide