1.11 Gezondheid - 4. Bewegen is gezond

Gezondheid 
Spreektaal 1

4. Bewegen is gezond
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid 
Spreektaal 1

4. Bewegen is gezond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je  telefoon

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord heb je vorige week geleerd?

Maak een zin met dat woord.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto's
  • Wat zie je op de foto's?
  • Vinden ze het leuk?
  • Doe jij ook aan sport?
    Welke sport doe je?
  • Doen jouw kinderen aan sport?
  • Vind je het belangrijk om te bewegen? Waarom? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sporten zie je?





  • Is sporten altijd gezond?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar het telefoongesprek

Je hoort Marcel en Josh

Slide 8 - Tekstslide

Marcel: Hoi Josh, met Marcel.
Josh: Hé Marcel, hoe gaat het?
Marcel: Ja, goed, ga je mee naar de sportschool?
Josh: Nee, ik kan niet. Ik heb mijn arm gebroken.
Marcel: O! Wat is er gebeurd?
Josh: Ik ben bij de voetbaltraining gevallen. Precies op mijn arm. En nu is hij gebroken.
Marcel: Wat vervelend! Heb je veel pijn?
Josh: Nee hoor, dat valt wel mee.
Marcel: Nou, eh … ja, sterkte ermee! 
Josh gaat mee naar de sportschool
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Josh is gevallen bij de voetbaltraining
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Josh heeft zijn been gebroken
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Josh heeft veel pijn
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar het gesprek

Je hoort Dilek en Suzanne

Slide 13 - Tekstslide

Dilek: Hoi Suzanne, ga je mee wandelen?
Suzanne: Nee, ik heb geen zin. Ik ben moe.
Dilek: Maar bewegen is gezond hoor.
Je moet elke dag minimaal dertig minuten bewegen. Dat zegt mijn huisarts.
Suzanne: Dat doe ik ook. Ik breng de kinderen naar school, lopend.
Ik doe boodschappen, op de fiets. Ik maak elke dag mijn huis schoon.
Ik ga met de trap en niet met de lift.
Dilek: Oké, oké, ik hoor het al. Maar samen wandelen is ook gezellig.
Suzanne: Ja, dat is waar. Heb je morgen tijd?
Dilek: Ja hoor. Tot morgen! 
Hoeveel minuten moet je per dag bewegen?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
60 minuten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dilek en Suzanne gaan vandaag samen wandelen
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dilek en Suzanne gaan morgen samen wandelen
A
B

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel minuten per dag beweeg jij?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar het ngesprek

JTik op de tafel als je het woord 'arm' hoort

Slide 18 - Tekstslide

Marcel: Hoi Josh, met Marcel.
Josh: Hé Marcel, hoe gaat het?
Marcel: Ja, goed, ga je mee naar de sportschool?
Josh: Nee, ik kan niet. Ik heb mijn arm gebroken.
Marcel: O! Wat is er gebeurd?
Josh: Ik ben bij de voetbaltraining gevallen. Precies op mijn arm. En nu is hij gebroken.
Marcel: Wat vervelend! Heb je veel pijn?
Josh: Nee hoor, dat valt wel mee.
Marcel: Nou, eh … ja, sterkte ermee! 
Luister: hoeveel woorden hoor je?

Slide 19 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen voor:
• Ga je mee wandelen?
• Ik heb geen zin.
• Bewegen is gezond.
• Ik breng de kinderen naar school.
• Ik ga met de trap.
• Samen wandelen is gezellig. 
 

10 minuten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
B

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Luister: hoeveel woorden hoor je?

Slide 26 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen voor:

Leg je telefoon op de tafel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies