H9.1-2 Zouten herkennen Naamgeving. OZL

Leerdoelen
Ik kan de naam van de zout opnoemen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Ik kan de naam van de zout opnoemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeractiviteiten
  1. Herhaling
  2. Uitleg van Naamgeving van Zouten
  3. Opdrachten
  4. Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Juist of onjuist?


  • Een oplossing van een moleculaire stof geleidt elektrische stroom.
  • Een zout bestaat alleen uit geladen deeltjes van metalen.
  • In een opgelost zout kunnen geladen deeltjes vrij bewegen.
  • Koperzouten zijn geel gekleurd.
  • Met een vlamkleuring zijn metaaldeeltjes in een zout te herkennen.








Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ionen
Een ion is een geladen deeltje van een metaal of een niet-metaal atoom.

Het verschil tussen een ion en een atoom is het aantal elektronen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaan zouten uit?

Zouten bestaat uit een metaal en niet-metalen.

Het metaal is altijd positief en het niet-metaal is altijd negatief geladen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aantal atomen hebben meerdere ion-soorten
voorbeeld:
ijzeroxide schrijf je als volgt:
IJzer(II)oxide (FeO)
IJzer(III)oxide (Fe2O3)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je hoeveel lading een ion heeft?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de namen op in de BINAS.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik je BINAS
Wat is de lading van het aluminium ion?
A
0
B
1+
C
2+
D
3+

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik je BINAS.
Wat is de lading van het chloride ion
A
1-
B
2-
C
3-
D
0

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rationele en triviale namen
rationele naam = scheikundige naam
triviale naam = naam bij dagelijks gebruik
voorbeeld:
rationele naam = natriumchloride
triviale naam = keukenzout
BINAS Tabel 42

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingsformule
  • Zoutkristallen hebben geen lading.
  •  In de verhoudingsformule is de totale positieve lading gelijk aan de totale negatieve lading.
  • Natriumchloride; NaCl 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ijzer(III)oxide  Verhoudingsformule?

Slide 16 - Tekstslide

ijzer(III)oxide
Opdrachten
Huiswerk 9.1 : 8, 11, 12, 13, 16, 19, 21, 25, 27, 28, 34

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://interactivechemistry.org/Matchmaker/

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies