check in Grammar

Check in Engels
Welkom
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Check in Engels
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

welke grammatica hebben we besproken

Slide 2 - Woordweb

Wat is het verschil tussen de past Simple en past Continious?

Slide 3 - Open vraag

past simple
Als iets in het verleden gebeurde, gebruik je de past simple. Je gebruikt de past simple alleen als het duidelijk over het verleden gaat. 


Bij regelmatige werkwoorden eindigt de past simple op -ed.
Aunt May called Peter to ask if he was okay.
Peter saved Mary-Jane from the bad guy.


Slide 4 - Tekstslide

past simple
Bij vragen gebruik je in de past simple Did + het hele werkwoord.
Voorbeelden:
Did Flash fight Peter last night?
Did MJ and Peter walk home together?

Slide 5 - Tekstslide

past simple
Bij ontkenningen (zinnen met ‘niet’) in de past simple gebruik je didn't + het hele werkwoord.
Voorbeelden:
I didn’t mean for this to happen.
Peter didn’t wear his suit to school.

Slide 6 - Tekstslide

maak de vervoeging van het werkwoord ''work'' in de past simple: I.... he/she/it.... we......

Slide 7 - Open vraag

past simple

Slide 8 - Tekstslide

past continious
Als je duidelijk wilt maken dat iets bezig was in het verleden, dan gebruik je de past continuous.
De past continuous is was / were + werkwoord eindigend op -ing.
Voorbeelden:
The policemen were looking for the missing girl.
I was working at the restaurant when the news came in.

Slide 9 - Tekstslide

past continious
Vragen maak je in de past continuous met Was / Were + werkwoord + -ing.
Voorbeelden:
Was Gwen waiting for you in front of the school?
Were Goblin and Peter fighting when Gwen arrived?

Slide 10 - Tekstslide

past continious
Bij ontkenningen (zinnen met ‘niet’) gebruik je in de past continuous wasn’t / weren’t + werkwoord + -ing.
Voorbeelden:
I wasn’t feeling well yesterday.
They weren’t watching TV when I called.

Slide 11 - Tekstslide

maak de vervoegijng van het werkwoord ''work'' in de past Continious: I.... ....... he/she/it ... ..... we .... ......

Slide 12 - Open vraag