Het ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel
1 / 73
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 73 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 250 min

Onderdelen in deze les

Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Welke rol speelt het ademhalingsstelsel voor de cel? 

Slide 2 - Tekstslide

rol ademhaling
  • Om glucose te kunnen verbranden hebben we zuurstofgas (O2) nodig. 

  • Dit gas ademen we in via de longen. 

Slide 3 - Tekstslide

rol ademhaling
  • Na de verbranding in de mitochondriën komen de afvalstoffen vrij: koolstofdioxide (CO2) en waterdamp (H2O)
  • Dit gas ademen we uit via de longen. 

Slide 4 - Tekstslide

besluit
Het ademhalingsstelsel zorgt voor de opname en afgifte van gassen in en uit de longen.

IN ==> zuurstofgas
UIT ==> koolstofdioxide en waterdamp

Slide 5 - Tekstslide

Welk gas ademen we in?
A
koolstofdioxide
B
waterdamp
C
zuurstofgas

Slide 6 - Quizvraag

Welke gassen ademen we uit?
A
koolstofdioxide en zuurstofgas
B
koolstofdioxide en waterdamp
C
zuurstofgas en waterdamp

Slide 7 - Quizvraag

Hoe wordt het nodige gas vervoerd in ons lichaam?
A
via het transportstelsel
B
via de longen
C
via de uitscheidingsorganen

Slide 8 - Quizvraag

Cursus 
leerstof:
  • p.237 oefeningen >1 en >2  
  • Markeer het besluit op pagina 238. 
verwerkingsoefeningen :
  • p.238 oefeningen >>3 en >>4. 

Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHT 1
Bekijk de video via deze link en voer het experiment zelf uit op basis van de zeven stappen van het wetenschappelijk onderzoek. (zie bundel)
https://www.youtube.com/watch?v=ipDicYaKVsY  

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Waar haalt het lichaam de nodige zuurstofgas vandaan? 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

2.1 
Welke verschillen zijn er in de samenstelling van in- en uitgeademde lucht? 

==> Voer de onderzoeken uit op pagina 239 tot en met pagina 241. 

Slide 13 - Tekstslide

Cursus 
leerstof:
  • p.241  oefeningen >5
  • Markeer het besluit op pagina 242. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zoek de factoren die de hoeveelheid zuurstofgas bepalen. 

Slide 16 - Tekstslide

Cursus 
leerstof:
  • p.242  oefeningen >6 en >7
  • p.243 oefening >8 
  • Markeer het besluit op pagina 243. 

Slide 17 - Tekstslide

OPDRACHT 2
Ga op zoek naar de inhoud van de "andere gassen" die in deze grafiek worden voorgesteld door 0,9%. 
Noteer ze in je bundel. 

Slide 18 - Tekstslide

OPDRACHT 3
Maak de verdiepingsoefeningen op pagina 270 in je cursus. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Borstademhaling
De borstholte kan groter of kleiner worden, dankzij de borst- en buikademhaling. 

Bij de borstademhaling bewegen de ribben. 

Slide 21 - Tekstslide

Borstademhaling
De longen volgen passief de bewegingen van de borstkas, omdat ze met elkaar verbonden zijn via het longvlies - pleuravocht - borstvlies

Slide 22 - Tekstslide

Borstademhaling
inademen
  • tussenribspieren trekken samen
  • ribben en borstbeen gaan omhoog
  • borstholte wordt groter
  • longen zetten uit
  • lucht wordt aangezogen

Slide 23 - Tekstslide

Borstademhaling
uitademen
  • tussenribspieren ontspannen
  • ribben en borstbeen gaan omlaag
  • borstholte wordt kleiner
  • longen krimpen in
  • lucht wordt uitgeperst

Slide 24 - Tekstslide

Buikademhaling
De borstholte kan groter of kleiner worden, dankzij de borst- en buikademhaling. 

Bij de buikademhaling beweegt het middenrif. 

Slide 25 - Tekstslide

Buikademhaling
inademen
  • middenrif trekt samen
  • borstholte wordt langer
  • longen zetten uit
  • lucht wordt aangezogen

Slide 26 - Tekstslide

Buikademhaling
uitademen
  • middenrif ontspant
  • borstholte wordt korter
  • longen krimpen in 
  • lucht wordt uitgeperst

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Welke bewering over de borstademhaling is NIET juist?
A
Bij inademen gaan de ribben naar omhoog.
B
Bij inademen gaan de ribben naar voren.
C
Bij inademen wordt de borstholte breder.
D
Bij inademen krimpen de longen in.

Slide 29 - Quizvraag

Bij een rustige inademing via de borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen omhoog en naar voren, doordat ...
A
Bepaalde tussenribspieren zich ontspannen
B
Bepaalde tussenribspieren zich samentrekken

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer worden tussenribspieren gebruikt?
A
bij borstademhaling
B
bij buikademhaling

Slide 31 - Quizvraag

Welke bewering over de buikademhaling is NIET juist?
A
Bij inademen wordt lucht aangezogen.
B
Bij inademen trekt het middenrif samen.
C
Bij inademen wordt de borstholte korter.
D
Bij inademen zetten de longen uit.

Slide 32 - Quizvraag

Bij inademing doormiddel van buikademhaling (middenrifademhaling) ....
A
beweegt het middenrif omhoog en beweegt de buikwand terug
B
beweegt het middenrif omlaag en beweegt de buikwand naar voren

Slide 33 - Quizvraag

Hoe beweegt de borstkas bij buikademhaling?
A
Gaat omhoog
B
Draait in cirkels
C
Blijft stabiel
D
Krimpt ineen

Slide 34 - Quizvraag

Cursus 
leerstof:
  • p.244 oefening >9
  • p.245 oefening >10 en >11
  • pagina 246 oefening >12
  • Markeer het besluit op pagina 246. 
verwerkingsoefeningen:
  • p.247-248

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Wat gebeurt er met de lucht in je lichaam? 

Slide 36 - Tekstslide

ademhalingsorganen
gevolgde weg van lucht: 
neusholte / mondholte --> keelholte --> luchtpijp --> luchtpijptakken --> longtakken --> longen 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Cursus 
leerstof:
  • p.249 oefening >1

Slide 39 - Tekstslide

de neus - en mondholte
Via de neus ademen is beter dan via de mond. Waarom? 
  • De neusschelpen zijn sterk doorbloed en bedekt met trilharen en slijmvlies
  • Hierdoor wordt de lucht verwarmd, gezuiverd en bevochtigd


Slide 40 - Tekstslide

de keelholte
twee klepjes regelen de luchtstroom
Huig opent waardoor de luchtstroom van de neusholte naar de keelholte kan. 

Strotklepje opent waardoor de lucht naar de luchtpijp wordt geleid. 

Slide 41 - Tekstslide

de luchtpijp
= verbinding keelholte - longen

= heeft slijmvlies en trilharen --> bevochtigen en zuiveren van lucht

= heeft kraakbeenringen --> lucht kan vlot in en uit bewegen. 

Slide 42 - Tekstslide

de longen
in de longen splitst de luchtpijp in twee luchtpijptakken. Deze splitsen verder in longtakken en longtakjes.
 
Aan de longtakjes zijn trossen van longblaasjes aanwezig. Deze blijven open door restlucht. 

Slide 43 - Tekstslide

de longblaasjes
De longblaasjes zorgen voor een groot oppervlak (100m2)waardoor we veel zuurstofgas kunnen opnemen. 

Ze zijn omringd door bloedvaatjes met een hele dun wand. 

Slide 44 - Tekstslide

de longblaasjes
Gasuitwisseling = 
  • zuurstofgas gaat door de wand van de longblaasje naar de bloedvaatjes. (--> vervoer naar de cellen)
  • koolstofdioxide en waterdamp gaan door de wand naar de longblaasjes.  (--> uitademen)

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Wat hoort er niet bij je ademhalingsstelsel?
A
neusholte
B
slokdarm
C
longblaasjes
D
bronchiën

Slide 48 - Quizvraag

Onze neusholten zijn bedekt met haartjes en...
A
neusbeen
B
slijmvlies
C
voelcellen
D
smaakpapillen

Slide 49 - Quizvraag

Hoe noemen we het klepje dat de neusholte kan afsluiten van de mondholte?
A
huig
B
strotklepje

Slide 50 - Quizvraag

Waardoor wordt de ingeademde lucht bevochtigd in de neusholte?
A
door de trilharen
B
door het slijmvlies
C
door de bloedvaatjes
D
door de microben

Slide 51 - Quizvraag

Wat beschermt de luchtpijp?
A
het strottenhoofd
B
de slokdarm
C
de kraakbeenringen om de luchtpijp
D
de spieren om je luchtpijp heen

Slide 52 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de luchtpijp?
A
Het produceren van zuurstof en koolstofdioxide
B
Het regelen van de bloeddruk
C
Vuil tegen houden en lucht vervoeren
D
Het produceren van geluid

Slide 53 - Quizvraag

Waarvoor zijn de trilhaartjes in de luchtpijp?
A
Er zijn geen trilhaartjes in de luchtpijp
B
Bevochtigen van de lucht
C
Afvoeren van stof en slijm
D
openhouden van de luchtpijp

Slide 54 - Quizvraag

De luchtpijp heeft kraakbeenringen ...
A
De luchtpijp heeft dit niet!
B
Zodat we ons niet verslikken
C
Zodat voedsel makkelijk naar de maag kan.
D
Zodat de luchtpijp open blijft staan.

Slide 55 - Quizvraag

Hoe noemen we het klepje dat de luchtpijp afsluit wanneer je slikt?
A
de huig
B
het strotteklepje

Slide 56 - Quizvraag

In welk deel splitsen de luchtpijptakken?
A
luchtpijp
B
longtakken
C
longblaasjes
D
strottenhoofd

Slide 57 - Quizvraag

In welk onderdeel van het ademhalingsstelsel wordt zuurstof opgenomen in de longhaarvaten?
A
bronchiën
B
luchtpijp
C
longblaasjes
D
luchtpijptakjes

Slide 58 - Quizvraag

Cursus 
leerstof:
  • p.250 oefening >2
  • p.251 oefening >3
  • p.252 oefening >4
  • p. 253 oefening >5
  • p. 254 oefening >6
 verwerkingsoefeningen:
  • pagina's 255 - 257

Slide 59 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
Hoe is het ademhalingsstelsel bij andere gewervelde dieren aangepast? 

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Video

ademhaling vogels
leefomgeving: land en lucht

ademhalingsorganen: 
  • longen 
  • luchtzakken

Slide 62 - Tekstslide

ademhaling reptielen
leefomgeving: water en land

ademhalingsorganen: 
  • longen

Slide 63 - Tekstslide

ademhaling amfibieën
leefomgeving: water en land

ademhalingsorganen: 
  • longen
  • kieuwen (kindfase)
  • huid

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Video

ademhaling vissen
leefomgeving: water

ademhalingsorganen: 
  • kieuwen

Slide 66 - Tekstslide

luchtzakken
huid
kieuwen
longen
vissen
reptielen
amfibieën
vogels

Slide 67 - Sleepvraag

Cursus 
leerstof:
  • p.258 - 259 oefening >1
 
verwerkingsoefeningen:
  • pagina's 259 >>2

Slide 68 - Tekstslide

OPDRACHT 4
Maak een Presentatie over de ademhaling bij één van volgende dieren: 
  • een regenworm
  • een kwal
  • een vlieg

Slide 69 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Wat is een gezonde leefwijze voor onze longen? 

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Video

Slide 72 - Video

Cursus 
leerstof:
  • p.260 oefening >1 en >2
 
verwerkingsoefeningen:
  • pagina's 261 >>3

Slide 73 - Tekstslide