Paragraaf 7.1 Handel met het buitenland

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg hoofdstuk 7.1
- Opdrachten maken 7.1

* Lesson up's en nakijkblad staat in ELO



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg hoofdstuk 7.1
- Opdrachten maken 7.1

* Lesson up's en nakijkblad staat in ELO



Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 7.1 
Handel met het buitenland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
  • Wat internationale handel is
  • Waarom we producten aan het buitenland verkopen
  • Waarom we producten uit het buitenland kopen
  • Het verschil tussen een open en een gesloten economie
  • Wanneer je vreemd geld gebruikt









        Slide 3 - Tekstslide

        Leerdoel 1
        Wat is internationale handel?

        Slide 4 - Tekstslide

        Internationale handel:
        Het kopen van producten uit een ander land en het verkopen aan andere landen.


        De internationale handel is toegenomen door:
        - Betere vervoersmogelijkheden
        - Betere communicatie, vooral door internet.

        Nadeel van zo veel internationale handel:
        - het vervoer kost veel energie en zorgt voor veel CO2-uitstoot.

        Slide 5 - Tekstslide

        Leerdoel 2
        Wat koop jij aan dat uit het buitenland komt?

        Slide 6 - Tekstslide

        Slide 7 - Tekstslide

        Import & export

        Bedrijven halen producten uit andere landen om hier te verkopen. Dat heet importeren of invoeren.

         
        Bedrijven verkopen ook producten aan mensen in andere landen. Dat heet exporteren of uitvoeren.

        Slide 8 - Tekstslide

        Waarom importeren?
        Waarom kopen we producten uit andere landen?
        • In het buitenland kunnen ze goedkoper zijn.
        • De kwaliteit kan beter zijn.
        • We hebben de grondstoffen niet in ons land.
        • Sommige landbouwproducten groeien hier niet, omdat het klimaat niet geschikt is.
        • We willen meer keuze hebben.

        Slide 9 - Tekstslide

        Importeren
        Import of invoer: Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland 

        Voorbeeld: Grondstoffen en landbouwproducten

        Slide 10 - Tekstslide

        Waarom exporteren?
        • Nederland is een klein land. Als een bedrijf zijn producten ook in een ander land kan verkopen, heeft het meer klanten.

        • Meer verkopen betekent voor het bedrijf meer geld verdienen. En het zorgt voor meer banen.


          Slide 11 - Tekstslide

          Wat exporteert Nederland?
          Belangrijke Nederlandse exportgoederen zijn:
          • Agrarische producten, zoals groente en fruit, zuivel, vlees en eieren
          • Machines en apparaten
          • Chemische producten, zoals verf en medicijnen.

          Belangrijke Nederlandse exportdiensten zijn:
          • De aanleg van havens en dijken
          • Transport van goederen voor buitenlandse bedrijven.

          Slide 12 - Tekstslide

          Exporteren
          Export of uitvoer: Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland

          Voorbeeld: Aanleg van dijken en agrarische producten

          Slide 13 - Tekstslide

          Slide 14 - Video

          Slide 15 - Tekstslide

          Veel of weinig handel?
          • Nederland importeert en exporteert naar verhouding heel veel. Daarom heeft Nederland een open economie.

          • Een land dat naar verhouding weinig importeert en exporteert heeft een gesloten economie.


          Slide 16 - Tekstslide

          Leerdoel 3
          Welke verschillende geldeenheden ken jij allemaal?

          Slide 17 - Tekstslide


          Vreemd geld = geld van een land dat niet de euro heeft.


          Voorbeeld:
          Ga je naar de Verenigde Staten, dan betaal je met dollars.
          De waarde van de euro kan in verhouding tot de Amerikaanse dollar veranderen.

          Slide 18 - Tekstslide

          Check 7.1 ✅
          • Wat is internationale handel?
          • Waarom we importeren?
          • Waarom we exporteren
          • Wat is het verschil tussen een open en een gesloten economie?
          • Wat is vreemd geld?

          Slide 19 - Tekstslide

          Aan de slag met 7.1
          ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 212
          Opdrachten: 1, 5, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16

          👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot of mij
          🗣️ Graag rustig praten

          Klaar ? Maak de rekenopdrachten op blz.236
          Vragen?
          Steek je hand op, ik kom eraan!

          Slide 20 - Tekstslide