In deze les zitten 95 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les indirecte zorg.
Maandag 09 september 2024
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb ik nodig deze les.
Pagina 136 - 141
@student.ktabrugge
Slide 2 - Tekstslide
WIE BEN IK?
PROJECT 1: HOE HOUD IK MIJN KLAS SCHOON EN GEZELLIG?
Slide 3 - Tekstslide
PROBLEEMSTELLING 1
HOE EN HOE VAAK MOET IK SCHOONMAKEN?
Slide 4 - Tekstslide
LESDOELSTELLINGEN
1. Ik kan de begrippen schoonmaken, opruimen en ontsmetten uitleggen.
2. Ik kan voorbeelden geven van schoonmaken, opruimen en ontsmetten.
3. Ik kan uitleggen was losliggend vuil, licht gehecht vuil, sterk gehecht vuil en onzichtbaar vuil is.
4. Ik kan voorbeelden geven van soorten vuil.
5. Ik kan het verschil uitleggen tussen regelmatig en grondig schoonmaken.
Slide 5 - Tekstslide
Ik help schoonmaken in huis.
Als mijn ouders het vragen.
Ik help uit mijzelf.
Af en toe.
Nooit
Slide 6 - Poll
Als ik schoonmaak, dan ...
poets ik mijn kamer.
help ik opruimen.
maak ik de keuken proper.
doe ik niets.
Slide 7 - Poll
Mijn kamer is ... (vul aan met proper, vuil, erg vuil, slordig, opgeruimd)
Slide 8 - Open vraag
pagina 136 - 138
Slide 9 - Tekstslide
content.plantyn.com
Slide 10 - Link
Mindmap maken
Artikel pagina 136-137
benodigdheden:
- blanco papier - kleuren
Mindmeister
Gebruik volgende onderverdeling: soorten vuil - voorbeeld - schoonmaken
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Op een rij
DROOG VUIL
stof
grof losliggend vuil
--> droog schoonmaken = schoonmaken zonder water of schoonmaakproducten --> klamvochtig schoonmaken = schoonmaken met een vochtige doek waardoor het vuil zich aan het doek hecht
Slide 13 - Tekstslide
Op een rij
AANKLEVEND, VETTIG OF VOCHTIG VUIL DAT LICHT GEHECHT IS
morsvuil of inloopvuil = vuil dat kleeft aan het oppervlak. Je kunt het niet gewoon afvegen
--> nat schoonmaken = wegnemen van aanklevend en hechtend vuil met een natte doek of spons en eventueel schoonmaakproduct
Slide 14 - Tekstslide
Op een rij
STERK GEHECHT EN INGEDRONGEN VUIL
erg moeilijk schoon te maken
--> specifieke schoonmaaktechniek aangepast aan de soort bevuiling --> gebruiksaanwijzingen!!
Slide 15 - Tekstslide
Op een rij
ONZICHTBAAR VUIL (MICRO-ORGANISMEN)
bacteriën, virussen en schimmels: niet zichtbaar met blote oog
--> specifieke schoonmaaktechniek aangepast aan de soort bevuiling --> gebruiksaanwijzingen!!
Slide 16 - Tekstslide
Frequentie van schoonmaken
Frequentie = hoe vaak?
regelmatige schoonmaak
grondige schoonmaak
dagelijks - wekelijks - maandelijks
Slide 17 - Tekstslide
Op een rij
Regelmatige schoonmaak = schoonmaken en onderhouden van leefruimten en materialen op gerelgede basis
= wat is de hardheid van het water? Pas je product aan.
2. de temperatuur:
= koud, lauw, warm of heet = welk soort vuil.
= grondsoort
= onderhoudsetiket
Slide 45 - Tekstslide
OP EEN RIJ
3. de tijd:
= inweken, vuil verwijderen, naspoelen
= afhankelijk van het soort vuil
= aanpassen kort of lang programma
4. de mechanische werking:
= actie, beweging en/of kracht
= manueel of handmatig of machinaal.
Slide 46 - Tekstslide
1 het wasgoed vooraf laten inweken
2 extra waspoeder toevoegen
3 een stevige ontvetter gebruiken
4 heet water nemen om te poetsen
5 schrobben vermijden omdat de vloer dat niet toelaat
6 een schuursponsje gebruiken om een vlek te verwijderen uit een aangekoekte pan
7 de vaat in warm water laten weken
8 minder afwasproduct gebruiken
Slide 47 - Tekstslide
OEFEN
pagina 152 - 153 (zelfstandig)
Stap 1: lees de casus
Stap 2: Markeer
Stap 3: bekijk de factoren
Klassikaal verbeteren.
Slide 48 - Tekstslide
Volgende les
- meebrengen: recuperatie materiaal
Slide 49 - Tekstslide
Kies een juiste factor van de Sinnercirkel. Je terras schoonmaken met een hogedrukreiniger.
A
Chemische werking
B
Mechanische werking
Slide 50 - Quizvraag
Kies een juiste factor van de Sinnercirkel. Een stevig ontvetter gebruiken
A
Chemische werking
B
tijd
Slide 51 - Quizvraag
Kies een juiste factor van de Sinnercirkel. De was vooral laten weken.
A
temperatuur
B
tijd
Slide 52 - Quizvraag
PROBLEEMSTELLING 4
HOE KAN IK SFEER BRENGEN IN EEN KLASLOKAAL?
Slide 53 - Tekstslide
LESDOELSTELLINGEN
1. Ik leg het begrip sfeer uit.
2. Ik som de elementen die belangrijk zijn om sfeer te scheppen op.
3. Ik maak mijn eigen klaslokaal sfeervol door gebruik te maken van recuperatiematerialen.
Slide 54 - Tekstslide
Wat zou je leuk vinden om de klas sfeervoller te maken?
Slide 55 - Open vraag
Wat zou je aankopen om je kamer sfeervoller te maken?
Slide 56 - Open vraag
OP EEN RIJ
sfeer = gevoel
sfeer = voor iedereen anders
een sfeervolle ruimte = hangt af van wensen en behoeften
sfeer kan negatief of positief zijn
aandacht besteden aan kleur, planten, geuren, verlichting, materialen, texturen, ...
Slide 57 - Tekstslide
OEFEN: praktijkopdracht
stap 1: lees de casus pagina 155
stap 2: invullen OVUR
O= oriënteren
V= voorbereiden
U= uitvoeren
R= reflecteren
Slide 58 - Tekstslide
Volgende les
- samenvatting maken in schrift van pagina 136 tot 157
- woordenlijst achteraan in het schrift met moeilijke woorden
- verder werken opdracht recuperatiemateriaal
Slide 59 - Tekstslide
Wat heb ik nodig deze les.
Pagina 158-161
@student.ktabrugge
Slide 60 - Tekstslide
Welkom in de les indirecte zorg.
Maandag 22 september 2024
Slide 61 - Tekstslide
verloop les
1. even herhalen
2. nieuwe leerstof: "Waarom is het belangrijk om en klaslokaal te verluchten?"
3. Alle leerstof nog eens bekijken en invullen pagina 161
4. Maken van oefeningen op scoodle
5. Opstellen woordenlijst + maken van samenvatting.
Slide 62 - Tekstslide
Vorige les
Wat weet je nog?
Slide 63 - Tekstslide
Geef de 4 factoren van de Sinnercirkel
Slide 64 - Open vraag
Tot welke factor behoort ... Heet water nemen om te poetsen.
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie
Slide 65 - Quizvraag
Tot welke factor behoort ... de vaat in warm water laten weken
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie
Slide 66 - Quizvraag
Tot welke factor behoort ... een stevige ontvetter gebruiken
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie
Slide 67 - Quizvraag
Welke factor moet je aanpassen? Je hebt kalkaanslag op je doucheknop. Je kunt heel hard schrobben, maar helaas bestaat dan de kans dat je de doucheknop beschadigd. Daarom moet je een speciaal ontkalkproduct gebruikend at enkele minuten moet inwerken.
A
tijd
B
Mechanische actie
C
chemie
D
temperatuur
Slide 68 - Quizvraag
Wat is sfeer?
Slide 69 - Open vraag
PROBLEEMSTELLING 5
WAAROM IS HET BELANGRIJK OM EEN KLASLOKAAL TE VERLUCHTEN?
Slide 70 - Tekstslide
LESDOELSTELLINGEN
Ik leg de begrippen verluchten en ventileren uit.
Ik herken in voorbeelden of het om ventileren of verluchten gaat.
Ik som twee manieren om te ventileren op.
Ik som twee manieren om te verluchten op.
Slide 71 - Tekstslide
Verluchten
ventileren/ventilatie
op korte tijd veel lucht binnenlaten
is continu lucht aan- en afvoeren
Slide 72 - Sleepvraag
Ontdek
Omcirkel
ventileren
verluchten
Slide 73 - Tekstslide
Verluchten = op korte tijd veel lucht binnenlaten
--> een raam openzetten
Ventileren/ventilatie = continu lucht aan- en afvoeren
--> ventilatiesysteem
Slide 74 - Tekstslide
wanneer verluchten?
Slide 75 - Tekstslide
OP EEN RIJ
Waarom is het belangrijk om een klaslokaal te verluchten?
- gezonde leefomgeving
- zuiveren van verontreinigde lucht = verluchten
= verontreinigde lucht is afkomstig van uitgeademde CO2, geuren, stof, ..
= een slechte verluchting = negatief effect op gezondheid
= op korte tijd veel lucht binnenlaten
Slide 76 - Tekstslide
OP EEN RIJ
- ventileren: invloed op vochtigheidsgraad in een ruimte
= voorkomen dat de lucht droog wordt = te vochtige lucht zorg voor condens en schimmelvorming en doet huisstofmijt ontstaan
= ventileren = continu lucht aan-en afvoeren = ventilatierooster of ventilatiesysteem
Slide 77 - Tekstslide
OEFEN
Pagina 159 - 160
Stap 1: Verbind: zorgen voor gezonde buitenlucht zonder ventilatiesysteem.
Stap 2: Lees de casussen en kruis aan.
Stap 3: Kruis de geschikte manier om te verluchten of ventileren aan.
Slide 78 - Tekstslide
OP EEN RIJ: thema: Wie ben ik?
Wat heb je onthouden van de leerstof ...
Vul in pagina 161
1. Hoe en hoe vaak moet ik schoonmaken?
2. Welke technieken en benodigdheden gebruik ik om schoon te maken? 3. Hoe gebruik ik de sinnercirkel?
4. Hoe kan ik sfeer brengen in een klaslokaal?
5. Waarom is het belangrijk om een klaslokaal te verluchten?
Slide 79 - Tekstslide
TEST JEZELF
Slide 80 - Tekstslide
Woordenlijst thema 1: Wie ben ik?
Zie classroom. Op het einde van het thema telkens indienen.
Slide 81 - Tekstslide
Samenvatting maken
TIP: bekijk steeds je leerdoelen pagina 135!!!
Slide 82 - Tekstslide
PRAKTIJKOPDRACHT NA TOETS
Schoonmaken van het klaslokaal
invullen van tabel met zorgfiches
opstellen stappenplan
uitvoeren opdracht
invullen van reflectie
Slide 83 - Tekstslide
Volgende les (dinsdag)
Afwerken opdracht: klaslokaal sfeervol maken met recuperatiemateriaal.
--> Voorstelling maken: informatiebron + gebruikt recuperatiemateriaal + eindresultaat.
Tijd over? Samenvatting maken.
Slide 84 - Tekstslide
00:19
Doel van de Sinnercirkel
Je handelingen aanpassen aan de taak die je moet uitvoeren.
Het resultaat bij het schoonmaken en het wasproces is afhankelijk van vier factoren.
Slide 85 - Tekstslide
00:37
Geef de 4 factoren.
Slide 86 - Open vraag
Volgende les (maandag)
MEEBRENGEN
samenvatting maken in schrift van pagina 136 tot ...
Woordenlijst
TOETS thema 1
pagina 135 tot 160
- praktijkopdracht: schoonmaken klaslokaal = op punten. = invullen stappenplan. = juiste materiaal en product gebruiken.