HOE EN HOE VAAK MOET IK SCHOONMAKEN?

Indirecte Zorg
=
(wat behoort tot het vak indirecte zorg)
1 / 89
volgende
Slide 1: Open vraag
Indirecte zorgSecundair onderwijs

In deze les zitten 89 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Indirecte Zorg
=
(wat behoort tot het vak indirecte zorg)

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Ik help schoonmaken in huis.
Als mijn ouders het vragen.
Ik help uit mijzelf.
Af en toe.
Nooit

Slide 3 - Poll

Als ik schoonmaak, dan ...
poets ik mijn kamer.
help ik opruimen.
maak ik de keuken proper.
doe ik niets.

Slide 4 - Poll

Welke ruimte in huis wordt het vaakst schoongemaakt?

Slide 5 - Open vraag

Mijn kamer is ...
(vul aan met proper, vuil, erg vuil, slordig, opgeruimd)

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel keer ruim jezelf je kamer op?
1 keer per maand.
Wanneer het echt nodig is.
Om de twee weken.
Elke week.
Ik ruim niet op.

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Tekstslide

Mindmap maken
Artikel pagina 136-137

benodigdheden:
- blanco papier
- kleuren

Mindmeister
Gebruik volgende onderverdeling:
soorten vuil - voorbeeld - schoonmaken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Frequentie van schoonmaken
Frequentie = hoe vaak?
  • regelmatige schoonmaak
  • grondige schoonmaak
  • dagelijks - wekelijks - maandelijks 

Slide 11 - Tekstslide

Op een rij
Regelmatige schoonmaak
= schoonmaken en onderhouden van leefruimten en materialen op gerelgede basis
= periodiek schoonmaken
--> gezondheid beschermen
--> huis beschermen tegen aantasting
--> interieur mooier laten uitzien
--> langzaam optredend vuil tegengaan.

Slide 12 - Tekstslide

Op een rij
REGELMATIGE SCHOONMAAK

Dagelijks
koffiepot uitspoelen, vegen, opruimen, ...
Wekelijks
de vloer dweilen, stof verwijderen, sanitair en keuken schoonmaken
Maandelijks
ramen

Slide 13 - Tekstslide

Op een rij
Grondige schoonmaak
= schoonmaken van leefruimten en materialen volgens specifieke richtlijnen

--> vaak garantie voor langere levensduur

Bijvoorbeeld: terras ontmossen, diepvriezer schoonmaken, gordijnen uitwassen.

Slide 14 - Tekstslide

Dagelijks

Slide 15 - Woordweb

Wekelijks

Slide 16 - Woordweb

Oefenen
Pagina 141 

Slide 17 - Tekstslide

PROBLEEMSTELLING 2
WELKE TECHNIEKEN EN BENODIGDHEDEN GEBRUIK IK OM SCHOON TE MAKEN?

Slide 18 - Tekstslide

LESDOELSTELLINGEN
1. Ik kan het verschil uitleggen tussen droog schoonmaken, klamvochtig schoonmaken en nat schoonmaken.
2. Ik kan de benodigdheden om schoon te maken omschrijven.
3. Ik kan de verschillende schoonmaaktechnieken toepassen in de praktijk.
4. Ik kan bij de uitvoering van schoonmaaktechnieken de juiste benodigdheden gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide

WAT BEHOORT TOT DROOG SCHOONMAKEN?
A
VEGEN
B
MOPPEN
C
TOETSENBORD SCHOONMAKEN
D
AFSTOFFEN

Slide 20 - Quizvraag

WAT HEB JE NODIG OM NAT SCHOON TE MAKEN?
A
SPONS
B
RAAMWISSER
C
STOFDOEK
D
STOFWISSER MET DOEKJES

Slide 21 - Quizvraag

pagina 142-143
rood
groen
geel

Slide 22 - Tekstslide

opdracht
Plaats de schoonmaakbenodigdheden bij de juist schoonmaaktechniek.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Op een rij
Zorgfiches
check 9.1
check 9.2
check 12

--> verschillende schoonmaaktechnieken:
droog, klamvochtig, nat
--> schoonmaakbenodigdheden hangt af van de schoonmaaktechniek

Slide 25 - Tekstslide

oefenen
Oefening 1: schoonmaaktechniek verbinden met een voorbeeld.

Oefening 2:
stap 1: lees de casus
stap 2: vragen oplossen a.d.v. de zorgfiches (zie classroom)
- situatieschets
- het vuil
- de materialen
- benodigheden
- het schoonmaken
- plannen
- kwaliteitsbewust handelen
- reflectie 

Slide 26 - Tekstslide

Welkom in de les indirecte zorg.
Maandag 16 september 2024

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb ik nodig deze les.
Pagina 149 - ...
@student.ktabrugge

Slide 28 - Tekstslide

Vorige les
- Herhaling: 'welke technieken en benodigdheden gebruik ik om schoon te maken?'
- Toepassing: OVUR invullen van casus
- Maken taak: Opruimen van de keuken en woonkamer van Daan en Mathijs. --> indienen vandaag (16/09/2024)

Slide 29 - Tekstslide

Planning les 16/09/2024
1. Bekijken ingevulde taak.
2. Wat weet ik nog over vorige les: bookwidgets.


4. Opstart 1.3 Hoe gebruik ik de sinnercirkel?

Slide 30 - Tekstslide

Taak: opruimen na een feestje.
Probleem?
1. Niet opgeruimd
2. ketchup op de salontafel
3. cola-vlek ingedrongen in de vloer
4. frituurolie gemorst in de keuken

Slide 31 - Tekstslide

Taak: opruimen na een feestje.
Aanpak?
stap 1: opruimen
stap 2: bepalen van: soorten vuil, materialen ondergrond, benodigdheden om schoon te maken, schoonmaken, planning.
stap 3: uitvoeren

Slide 32 - Tekstslide

Taak: opruimen na een feestje.
Bepalen van ...
a) ketchup op salontafel
licht gehecht vuil, organisch, kunsstof of plastic, allesreiniger + nat schoonmaken
b) cola-vlek ingedroogd op de vloer
sterk gehecht vuil, organisch, steen (kunststeen), allesreiniger + mop en emmer, nat schoonmaken, naspoelen en drogen

Slide 33 - Tekstslide

Wat weet ik nog over vorige les?
Lesdoelen
Je kan de verschillende ruimtes benoemen in een huis.
Je kan voorbeelden geven bij de soorten vuil.
Je kan schoonmaakmateriaal benoemen bij verschillende schoonmaakmethodes.
Ga naar classroom:
- BW leefruimtes
- BW soorten vuil en schoonmaakmateriaal

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

PROBLEEMSTELLING 3
HOE GEBRUIK IK DE SINNERCIRKEL?

Slide 36 - Tekstslide

LESDOELSTELLINGEN
1. Ik leg de Sinnercirkel uit.
2. Ik pas de Sinnercirkel toe op casussen en in de praktijk.

Slide 37 - Tekstslide

2

Slide 38 - Video

OP EEN RIJ
keuze = afhankelijk van vorm, de aard en de graad van bevuiling.

1. chemische werking:
= correcte product + correcte dosering = lezen instructies verpakking
= wat is de hardheid van het water? Pas je product aan.
2. de temperatuur:
= koud, lauw, warm of heet = welk soort vuil.
= grondsoort
= onderhoudsetiket

Slide 39 - Tekstslide

OP EEN RIJ
3. de tijd:
= inweken, vuil verwijderen, naspoelen
= afhankelijk van het soort vuil
= aanpassen kort of lang programma

4. de mechanische werking:
= actie, beweging en/of kracht
= manueel of handmatig of machinaal. 

Slide 40 - Tekstslide

1 het wasgoed vooraf laten inweken
2 extra waspoeder toevoegen
3 een stevige ontvetter gebruiken
4 heet water nemen om te poetsen
5 schrobben vermijden omdat de vloer dat niet toelaat
6 een schuursponsje gebruiken om een vlek te verwijderen uit een aangekoekte pan
7 de vaat in warm water laten weken
8 minder afwasproduct gebruiken

Slide 41 - Tekstslide

OEFEN
pagina 152 - 153 (zelfstandig)

Stap 1: lees de casus
Stap 2: Markeer
Stap 3: bekijk de factoren

Klassikaal verbeteren. 

Slide 42 - Tekstslide

Volgende les
- meebrengen: recuperatie materiaal

Slide 43 - Tekstslide

Kies een juiste factor van de Sinnercirkel.
Je terras schoonmaken met een hogedrukreiniger.
A
Chemische werking
B
Mechanische werking

Slide 44 - Quizvraag

Kies een juiste factor van de Sinnercirkel.
Een stevig ontvetter gebruiken
A
Chemische werking
B
tijd

Slide 45 - Quizvraag

Kies een juiste factor van de Sinnercirkel.
De was vooral laten weken.
A
temperatuur
B
tijd

Slide 46 - Quizvraag

PROBLEEMSTELLING 4
HOE KAN IK SFEER BRENGEN IN EEN KLASLOKAAL?

Slide 47 - Tekstslide

LESDOELSTELLINGEN
1. Ik leg het begrip sfeer uit.
2. Ik som de elementen die belangrijk zijn om sfeer te scheppen op.
3. Ik maak mijn eigen klaslokaal sfeervol door gebruik te maken van recuperatiematerialen.

Slide 48 - Tekstslide

Wat zou je leuk vinden om de klas sfeervoller te maken?

Slide 49 - Open vraag

Wat zou je aankopen om je kamer sfeervoller te maken?

Slide 50 - Open vraag

OP EEN RIJ
  • sfeer = gevoel
  • sfeer = voor iedereen anders
  • een sfeervolle ruimte = hangt af van wensen en behoeften
  • sfeer kan negatief of positief zijn
  • aandacht besteden aan kleur, planten, geuren, verlichting, materialen, texturen, ... 

Slide 51 - Tekstslide

OEFEN: praktijkopdracht
stap 1: lees de casus pagina 155
stap 2: invullen OVUR
O= oriënteren
V= voorbereiden
U= uitvoeren
R= reflecteren

Slide 52 - Tekstslide

Volgende les
- samenvatting maken in schrift van pagina 136 tot 157
- woordenlijst achteraan in het schrift met moeilijke woorden

- verder werken opdracht recuperatiemateriaal

Slide 53 - Tekstslide

Wat heb ik nodig deze les.
Pagina 158-161
@student.ktabrugge

Slide 54 - Tekstslide

Welkom in de les indirecte zorg.
Maandag 22 september 2024

Slide 55 - Tekstslide

verloop les
1. even herhalen
2. nieuwe leerstof: "Waarom is het belangrijk om en klaslokaal te verluchten?"
3. Alle leerstof nog eens bekijken en invullen pagina 161
4. Maken van oefeningen op scoodle
5. Opstellen woordenlijst + maken van samenvatting.

Slide 56 - Tekstslide

Vorige les
Wat weet je nog?

Slide 57 - Tekstslide

Geef de 4 factoren van de Sinnercirkel

Slide 58 - Open vraag

Tot welke factor behoort ...
Heet water nemen om te poetsen.
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie

Slide 59 - Quizvraag

Tot welke factor behoort ...
de vaat in warm water laten weken
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie

Slide 60 - Quizvraag

Tot welke factor behoort ...
een stevige ontvetter gebruiken
A
Tijd
B
Temperatuur
C
chemie/product
D
mechanische actie

Slide 61 - Quizvraag

Welke factor moet je aanpassen?
Je hebt kalkaanslag op je doucheknop. Je kunt heel hard schrobben, maar helaas bestaat dan de kans dat je de doucheknop beschadigd. Daarom moet je een speciaal ontkalkproduct gebruikend at enkele minuten moet inwerken.
A
tijd
B
Mechanische actie
C
chemie
D
temperatuur

Slide 62 - Quizvraag

Wat is sfeer?

Slide 63 - Open vraag

PROBLEEMSTELLING 5
WAAROM IS HET BELANGRIJK OM EEN KLASLOKAAL TE VERLUCHTEN?

Slide 64 - Tekstslide

LESDOELSTELLINGEN
Ik leg de begrippen verluchten en ventileren uit.
Ik herken in voorbeelden of het om ventileren of verluchten gaat.
Ik som twee manieren om te ventileren op.
Ik som twee manieren om te verluchten op.

Slide 65 - Tekstslide

Verluchten
ventileren/ventilatie
op korte tijd veel lucht binnenlaten
is continu lucht aan- en afvoeren

Slide 66 - Sleepvraag

Ontdek
Omcirkel

ventileren

verluchten

Slide 67 - Tekstslide

Verluchten = op korte tijd veel lucht binnenlaten
--> een raam openzetten

Ventileren/ventilatie = continu lucht aan- en afvoeren
--> ventilatiesysteem

Slide 68 - Tekstslide

wanneer verluchten?

Slide 69 - Tekstslide

OP EEN RIJ
Waarom is het belangrijk om een klaslokaal te verluchten?
- gezonde leefomgeving

- zuiveren van verontreinigde lucht = verluchten
      = verontreinigde lucht is afkomstig van uitgeademde CO2, geuren, stof, ..
      = een slechte verluchting = negatief effect op gezondheid
      = op korte tijd veel lucht binnenlaten

Slide 70 - Tekstslide

OP EEN RIJ
- ventileren: invloed op vochtigheidsgraad in een ruimte
        = voorkomen dat de lucht droog wordt
        = te vochtige lucht zorg voor condens en schimmelvorming              en doet huisstofmijt ontstaan
        = ventileren = continu lucht aan-en afvoeren
        = ventilatierooster of ventilatiesysteem
 

Slide 71 - Tekstslide

OEFEN
Pagina 159 - 160

Stap 1: Verbind: zorgen voor gezonde buitenlucht zonder ventilatiesysteem.

Stap 2: Lees de casussen en kruis aan.

Stap 3: Kruis de geschikte manier om te verluchten of ventileren aan.

Slide 72 - Tekstslide

OP EEN RIJ: thema: Wie ben ik?
Wat heb je onthouden van de leerstof ...
Vul in pagina 161

1. Hoe en hoe vaak moet ik schoonmaken?
2. Welke technieken en benodigdheden gebruik ik om schoon te maken?
3. Hoe gebruik ik de sinnercirkel?
4. Hoe kan ik sfeer brengen in een klaslokaal?
5. Waarom is het belangrijk om een klaslokaal te verluchten?

Slide 73 - Tekstslide

TEST JEZELF

Slide 74 - Tekstslide

Woordenlijst thema 1: Wie ben ik?
Zie classroom. Op het einde van het thema telkens indienen.

Slide 75 - Tekstslide

Samenvatting maken
TIP: bekijk steeds je leerdoelen pagina 135!!!

Slide 76 - Tekstslide

PRAKTIJKOPDRACHT NA TOETS
  • Schoonmaken van het klaslokaal
  • invullen van tabel met zorgfiches
  • opstellen stappenplan
  • uitvoeren opdracht
  • invullen van reflectie

Slide 77 - Tekstslide

Volgende les (dinsdag)
Afwerken opdracht: klaslokaal sfeervol maken met recuperatiemateriaal.

--> Voorstelling maken: informatiebron + gebruikt recuperatiemateriaal + eindresultaat.

Tijd over? Samenvatting maken. 

Slide 78 - Tekstslide

00:19
Doel van de Sinnercirkel
Je handelingen aanpassen aan de taak die je moet uitvoeren. 
Het resultaat bij het schoonmaken en het wasproces is afhankelijk van vier factoren.

Slide 79 - Tekstslide

00:37
Geef de 4 factoren.

Slide 80 - Open vraag

Volgende les (maandag)
MEEBRENGEN
samenvatting maken in schrift van pagina 136 tot ...
Woordenlijst

TOETS thema 1
pagina 135 tot 160

- praktijkopdracht: schoonmaken klaslokaal = op punten. 
                              = invullen stappenplan.
                              = juiste materiaal en product gebruiken.


Slide 81 - Tekstslide

Wat heb ik nodig deze les.
@student.ktabrugge
TOETS

Slide 82 - Tekstslide

Welkom in de les indirecte zorg.
Maandag 30 september 2024

Slide 83 - Tekstslide

Verloop les
1. Maken toets (schriftelijk)
Pauze
2. Praktijkopdracht
Stap 1: invullen praktijkfiche
Stap 2: uitvoeren
Stap 3: reflecteren

Slide 84 - Tekstslide

TOETS
- Benodigdheden: balpen
- Indien nodig: gebruik zorgfiches
- Op bank: leesboek
- Tijd tot aan de pauze

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

Praktijkopdracht
Schoonmaken klaslokaal:

- banken/stoelen
- keukenblok
- vloer



Slide 87 - Tekstslide

Praktijkopdracht
Schoonmaken klaslokaal - hoe gaan we te werk?
stap 1: Wat moet ik schoonmaken? (fiche trekken)
stap 2: invullen praktijkfiche (Classroom)
stap 3: verzamelen materiaal
stap 4: uitvoeren - volgen stappenplan
stap 5: leerkracht komt controleren (roepen)
stap 6: invullen reflectie (praktijkfiche - Classroom)


Slide 88 - Tekstslide

Volgende les
MEEBRENGEN: volgend thema: "Mijn vrienden en ik"
Bekijken presentatie: sfeervolle klas
Opstart nieuw thema

Slide 89 - Tekstslide