lidwoorden voor een dagdeel of tijdstip: iedere zaterdag: le samedi
de maaltijden van de dag: ontbijt, lunch, 4-uurtje, diner
herhaling van avoir + faire
Slide 3 - Tekstslide
Vergeten?
Slide 4 - Tekstslide
HERHALEN!!
Slide 5 - Tekstslide
Les devoirs pour le 6 avril
FAIRE: ex. 36, ex. A tm C blz 119
Corriger jusqu'à l'exercice 33
Lees de kaart op blz 123 en dan de instructies op blz 122. Maak eerst opdracht A en dan B en lever die apart in. Kijk goed op blz 266 hoe je een brief begint en afsluit!
APPRENDRE: Apprendre: 1 tm 9
Je zorgt dat je alle zelftestjes hebt gedaan van de apprendre op LessonUp inclusief die van Avoir + Faire
Slide 6 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Praten over een dier (een dier beschrijven en er vragen over stellen) opdr 34
Tekst lezen blz 118
Spreekopdracht blz 120 A
P.s. bespreken opdr 33 blz 114
Slide 7 - Tekstslide
Opdr 35
II 5
5. Lea vindt het ook afschuwelijk. Hoe zegt ze dat?