Taal blok 4, les 9

Doel van de les:
Ik kan beeldspraak 
herkennen in een zin.
Taal, les 9
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de les:
Ik kan beeldspraak 
herkennen in een zin.
Taal, les 9

Slide 1 - Tekstslide

Lees de uitleg hier in LessonUp en in Snappet heel nauwkeurig door om het goed te begrijpen!

Slide 2 - Tekstslide


De huid van 

Er staat beeldspraak in deze zin:

Zo rood als een kreeft.

De huid van het meisje wordt vergeleken met een rode kreeft.

Het beeld waarmee ze wordt vergeleken: een kreeft.

Slide 3 - Tekstslide

LEES DIT GOED!

Slide 4 - Tekstslide

Je leert 5 vormen van beeldspraak:
1.  Een vergelijking met als. Voorbeeld: Zo groen als gras.

2. Een vergelijking zonder als. Voorbeeld: Het water is ijskoud.

3. Een menselijke eigenschap geven aan een voorwerp.
Voorbeeld: De kleuren spreken. 
(maar kleuren kunnen natuurlijk helemaal niet spreken)

Slide 5 - Tekstslide

Vervolg van de 5 soorten beeldspraak:
4. Een deel  voor het geheel gebruiken.
Voorbeeld: De schaatser won goud. 
(Je zegt maar een deel: goud. Maar je bedoelt het geheel: de gouden medaille.
5. Een geheel voor een deel. Voorbeeld: Nederland wint de prijs.
Niet heel het land Nederland wint (=geheel), maar het Nederlandse team (dus een deel van Nederland).

Slide 6 - Tekstslide

5x oefenen:
Je gaat nu hier op LessonUp de vijf verschillende vormen van beeldspraak oefenen en daarna mag je pas naar Snappet.

Succes met de volgende 5 vragen:

Slide 7 - Tekstslide

1. Welke vorm van beeldspraak:

Die lange speelt goed vandaag.
A
geheel voor het deel
B
deel voor het geheel
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 8 - Quizvraag

2. Welke vorm van beeldspraak:

Zo sloom als een slak
A
geheel voor het deel
B
deel voor het geheel
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 9 - Quizvraag

3. Welke vorm van beeldspraak:

De garage heeft de auto gerepareerd.
A
geheel voor het deel
B
deel voor het geheel
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 10 - Quizvraag

4. Welke vorm van beeldspraak:

Het is een beer van een vent.
A
menselijke eigenschap aan voorwerp geven
B
deel voor het geheel
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 11 - Quizvraag

5. Welke vorm van beeldspraak:

Het papier is geduldig
A
menselijke eigenschap aan voorwerp geven
B
deel voor het geheel
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als

Slide 12 - Quizvraag

Lees en maak nu opgave 1 en 2 
op Snappet



Na opgave 2 (en eventueel opgave 3 als je extra wilt oefenen) maak je er 10 in de +

En je maakt van 1 ander taaldoel ook nog 10 opgaven.


Slide 13 - Tekstslide