Maatschappijleer - Criminaliteit

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3
• Leerroute 4

Examentraining maatschappijleer

Hoofdstuk 7  - Criminaliteit 

Start is om 11:15 uur

** microfoon is uit **

*** heb je een telefoon of tablet? Pak die erbij! Ga naar lessonup.com en voer de code linksonderin beeld in ***

Gebruik jouw eigen naam of initialen!

13 examenvragen

Totale chaos op de weg in het noorden

GRONINGEN 

Het is totale chaos op de wegen in Noord-Nederland. De zware ijzel zorgt
voor ongelukken, slippartijen, files en blikschade. Het regent ongelukken  op de spekgladde wegen. Rijkswaterstaat adviseert mensen met klem om  niet meer de weg op te gaan in het noorden en noordoosten. 

Vrij naar: www.telegraaf.nl 

Wat voor soort organisatie is Rijkswaterstaat?

1. Een belangengroep.
2. Een politieke partij.
3. Een pressiegroep.
4. Een overheidsdienst.

Rijkswaterstaat geeft mensen het advies niet meer de weg op te gaan. Is hier sprake
van een norm of van een waarde?

1. Een waarde, omdat het belangrijk is voor de veiligheid.
2. Een norm, omdat een schriftelijk advies is.
3. Een waarde, omdat het informeren van burgers belangrijk is.
4. Een norm, omdat het gaat om een wettelijke maatregel van Rijkswaterstaat.

Een auto is dinsdagmiddag klem geraakt in de ingang van een parkeergarage aan de Beethovenlaan in de stad Groningen. 

De bestuurder wilde de garage binnenrijden, maar halverwege de gladde weg naar beneden gleed de auto weg. Het voertuig draaide een kwartslag en  kwam vervolgens klem te zitten.  Er zijn geen gewonden gevallen. 

Vrij naar: www.rtvnoord.nl 

Wat voor soort probleem is de bestuurder van de auto overkomen?

1. Een politiek probleem.
2. Een persoonlijk probleem.
3. Een maatschappelijk probleem.
4. Zowel een persoonlijk als ook een maatschappelijk probleem.

De Telegraaf als krant en RTV-Noord als omroep zijn beide voorbeelden van
verschillende typen media. De media spelen een rol bij beeld- en meningsvorming.
Geef van de onderstaande stellingen aan of ze juist of onjuist zijn.
Stelling 1: Het door de media gepresenteerde nieuws geeft alles aan wat er gebeurd is.
Stelling 2: Iedereen maakt uit het nieuws een selectie naar aanleiding van de eigen
achtergrond, waarden, normen en interesses.

1. Alleen stelling 1 is juist.
2. Alleen stelling 2 is juist.
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Geen van beide stellingen is juist.

Media zijn een krachtig instrument bij beeld- en meningsvorming.
Geef van de onderstaande stellingen aan of ze juist of onjuist zijn.
Stelling 1: Door selectieve waarneming is het lastig om het verschil tussen feiten en meningen te zien.
Stelling 2: Door selectieve waarneming wordt de beeldvorming beïnvloed.

1. Alleen stelling 1 is juist.
2. Alleen stelling 2 is juist.
3. Beide stellingen zijn juist.
4. Geen van beide stellingen is juist.

'Wetenschap is nog steeds een mannending'

Dat José van Dijck (55), de eerste vrouwelijke president van de ‘Akademie van
Wetenschappen’, nog steeds moet uitleggen dat het wel goed komt met de positie  van vrouwen in de wetenschap, had ze niet verwacht. 'Kennelijk is een vrouw op  deze plek toch opmerkelijker dan je zou wensen.' Vrouwen kunnen zichzelf pas
voorstellen in een hogere functie als het een feit is. 

Vrij naar: www.volkskrant.nl 

In tekst 3 is wellicht sprake van bepaalde vooroordelen. Welk vooroordeel speelt
volgens de tekst blijkbaar nog steeds een rol in de wereld van de wetenschap?

1. Vrouwen zouden slimmer zijn dan mannen.
2. Mannen zouden sterker zijn dan vrouwen.
3. Vrouwen zouden niet zo goed kunnen leren.
4. Vrouwen zouden huisvrouw moeten zijn.

Om het probleem dat wordt genoemd in tekst 3 aan te pakken, is een aantal jaren
geleden door de overheid een beleid van ‘positieve discriminatie’ gevoerd. Welke van
de onderstaande omschrijvingen past het best bij dat begrip?

1. Het is goed om bepaalde figuren weg te discrimineren uit de samenleving.
2. Bij gelijke geschiktheid van twee mensen voor één baan gaat de voorkeur van de werkgever uit naar een vrouw.
3. Als er geen vrouwen in een leidinggevende positie zitten in een bepaald bedrijf moet men verplicht een vrouw aannemen als leidinggevende.
4. Alleen vrouwen komen in aanmerking voor een leidinggevende functie.

Welke van de volgende factoren is niet van invloed op de geringe hoeveelheid vrouwen
in de wetenschap?

1. De politiek.
2. De massamedia.
3. De grondwet.
4. De beeldvorming.

Welk van de onderstaande begrippen past het best bij de inhoud van tekst 3?

1. Rechten en plichten.
2. Emancipatie.
3. Actiegroep.
4. Liberalisme.

Bekijk afbeelding 1.
Van wat voor soort organisatie is Amnesty International een voorbeeld?

1. Actiegroep
2. Massamedia
3. Belangengroep
4. Politieke Partij

Welke doelgroep wil Amnesty International vooral aanspreken met deze campagne?

1. Ouderen
2. Iedereen
3. Jongeren
4. Politici

Welk soort landen bedoelt Amnesty International op de poster?

1. Democratische landen.
2. Dictaturen.
3. Landen van de Europese Unie.
4. Landen waar vrijheid van meningsuiting is.

Op welke beeldvorming speelt de campagne van Amnesty International in?

1. In dictaturen is geen vrijheid van meningsuiting.
2. De cellen van gevangenissen in dictaturen zijn heel erg akelig.
3. Er staat al een celdeur open dus pas op wat je zegt.
4. Schept een positief beeld van onze eigen democratie door de vrijheid van meningsuiting heel belangrijk te vinden.

Huiswerk in aanloop naar het examen van donderdag of vrijdag

• https://duo.nl/particulier/oefenen-voor-het-staatsexamen/index.jsp
• Leren voor het examen door middel van de lessonup's nogmaals bekijken
• Leren voor het examen door het leerwerkboek of tekstboek nogmaals door te nemen