Urinewegstelsel, bloed en bloedsomloop

Urinewegstelsel, bloed en bloedsomloop
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Urinewegstelsel, bloed en bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Welk orgaan zorgt voor de zuivering van je bloed?
A
Nieren
B
urineleiders
C
blaas
D
urinebuis

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel bloed wordt er dagelijks gezuiverd?
A
1500-2000 ml
B
1500-2000 L
C
3000-5000 ml
D
300-500 L

Slide 3 - Quizvraag

Waar in de nier wordt urine gefilterd?
A
Nierbekken
B
Nierkapsel
C
Niermerg
D
nierschors

Slide 4 - Quizvraag

Bloedcellen en plasma eiwitten worden ook gefilterd in de nieren
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van het nierkanaaltje?

Slide 6 - Open vraag

Je hebt geen invloed op de inwendige kringspier van je blaas
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is er aan de hand als urine troebel is?

Slide 8 - Open vraag

Hoe ontstaat een nierbekken ontsteking?

Slide 9 - Open vraag

Waar in het hart zit de aorta aangesloten?
A
linkerboezem
B
linkerkamer
C
rechterboezem
D
rechterkamer

Slide 10 - Quizvraag

In de longslagader wordt zuurstofrijk bloed vervoerd
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de samenstelling van je bloed?

Slide 12 - Open vraag

Wat is vasoconstrictie?
A
Bloedvaatverwijding
B
bloedvatvernauwing
C
Beschadiging van het bloedvat
D
haarvaatjes

Slide 13 - Quizvraag

Wat zorgt voor zuurstofvoorziening voor het hart?
A
aorta
B
hartzakje
C
kransvaten
D
onderste holle ader

Slide 14 - Quizvraag

Welke bloedgroep is de universele donor?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen je bovendruk(systole) en onderdruk(diastole)?

Slide 16 - Open vraag

Waar start je prikkelgeleidingssysteem van het hart?
A
AV knoop
B
Sinusknoop
C
Geleidingsvezels

Slide 17 - Quizvraag