b1 ontkenningen

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 
In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne of n' ........ pas
Op het stippellijntje komt het werkwoord
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 
In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne of n' ........ pas
Op het stippellijntje komt het werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Vandaag
Herhaling van de ontkenningen

Slide 3 - Tekstslide


Je donne la pomme.               Je ne donne pas la pomme.

Tu donnes la pomme.             Tu ne donnes pas la pomme

Il donne la pomme.                  Il ne donne pas la pomme.

Nous donnons la pomme.      Nous ne donnons pas la pomme.

Vous donnez la pomme.         Vous ne donnez pas la pomme.

Ils donnent la pomme.            Ils ne donnent pas la pomme.


Slide 4 - Tekstslide

donner=geven
Il donne
Nous donnons.
Vous donnez.
Ils donnent.
tu donnes.
Je donne.
Nous ne donnons pas
Vous ne donnez pas
Je ne donne pas
Ils ne donnent pas.
Tu ne donnes pas
Il ne donne pas.

Slide 5 - Sleepvraag

Négation: le loup est méchant
(De wolf is gemeen)
A
Le loup ne est pas méchant
B
Le loup n'est pas méchant
C
Le loup ne pas méchant

Slide 6 - Quizvraag

Quelle est la négation de la phrase :
C'est correct
A
Ce n'est pas correct
B
Ce ne est pas correct
C
C'est ne pas correct

Slide 7 - Quizvraag

Quelle est la négation de la phrase :

"Je suis triste"
A
Je ne suis pas triste
B
Je ne pas suis triste
C
Je suis ne pas triste

Slide 8 - Quizvraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elle a 13 ans.

Slide 9 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Je donne une pomme.

Slide 10 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Je donne une tarte.

Slide 11 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elles parlent vite.

Slide 12 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Ils sont au retard.

Slide 13 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Tu parles vite.

Slide 14 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Tu as un frère.

Slide 15 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Tu as un frère.

Slide 16 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elle a un frère.

Slide 17 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Il a raison.

Slide 18 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Elle donne une pomme.

Slide 19 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Vous mangez un sandwich.

Slide 20 - Open vraag

Maak ontkennend. Geef hele zinnen.
Je bois un coca.

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk voor maandag:

Ga naar Classroom:
Zoek huiswerk.
Maak de LessonUp over ontkenningen

Maken in de online methode:
G: Phrases clés (velen hebben dit al af).
H: Grammaire et écrire.
Slim Stampen: zelf kiezen
Of StudyGo.

Volgende week alles herhalen van hfd 2.

Proefwerk 9 april.





Slide 22 - Tekstslide