In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
7.2 Pijlenkettingen maken
Slide 1 - Tekstslide
24 + 2 x 3 =
A
78
B
29
C
30
D
33
Slide 2 - Quizvraag
(24 + 2) x 3 =
A
78
B
29
C
30
D
33
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
IN-getal is 32
A
42
B
420
C
32
D
320
Slide 5 - Quizvraag
IN-getal is 32
A
27
B
28
C
26
D
160
Slide 6 - Quizvraag
IN-getal is 32
A
44
B
45
C
20
D
13
Slide 7 - Quizvraag
IN-getal is 32
A
30
B
16
C
18
D
64
Slide 8 - Quizvraag
7.2 pijlenketting maken
Wat gaan we deze les leren:
Een pijlenketting maken
Slide 9 - Tekstslide
Niels verdient 4 euro per uur. Het aantal uur x ... is wat Niels verdient.
Slide 10 - Open vraag
Een paard heeft 4 benen. In de stal zie ik de paarden niet maar wel hun benen. Ik tel 16 benen. Waar moet ik 16 door delen om het aantal paarden te weten?
A
Gedeeld door 4
B
Gedeeld door 16
C
Gedeeld door 2
D
Gedeeld door 1
Slide 11 - Quizvraag
Niels verdient 4 euro per uur. Welke pijlenketting hoort hierbij?
A
verdienste--x4-->aantal uur
B
verdienste--:4-->aantal uur
C
aantal uur--X4-->verdienste
D
aantal uur--:4-->verdienste
Slide 12 - Quizvraag
Wat is juist?
A
In een 'regel met woorden' staan pijlen
B
In een pijlenketting staan geen + - : x
C
In een pijlenketting staat geen =
D
In een 'regel met woorden' staan wel + - : x
Slide 13 - Quizvraag
Een paard heeft 4 benen. In de stal zie ik de paarden niet maar wel hun benen. Welke pijlenketting hoort hierbij?