Fictie en Poëzie les 2: beeldspraak

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zondag met Lubach: aan de slag!
We gaan het fragment stukje voor stukje bekijken.

Schrijf mee! Zo heb je materiaal om te leren voor de toets!

Noem per fragment:
  • vorm van beeldspraak
  • de aanwezige/weggelaten elementen

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak en (aanwezige/weggelaten) elementen
Welke vormen van beeldspraak heb je uit het fragment gehaald?

  • Vergelijking met als (beeld, object, verbindingswoord)
  • Vergelijking zonder als (beeld, object)
  • Metafoor (beeld)
  • Personificatie (levenloos iets --> menselijke eigenschappen)
  • Metonymia (deel ipv geheel, geheel ipv deel, maker ipv werk, verpakking ipv inhoud)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

0

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

0

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

0

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

0

Slide 20 - Video

…maar de premier kwam met zo'n snoeischaar...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 21 - Quizvraag

...de man die het aan zijn xenofobische laars lapt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 22 - Quizvraag

en ondertussen dan nog die hete aardappel van een referendum voor zich uitschuiven...
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 23 - Quizvraag

Laten we geen wolk van pessimisme over Nederland trekken.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht: beeldspraak zoeken
Wat? 
Ga in tweetallen op zoek naar voorbeelden van beeldspraak.
Waar? 
Krantenkoppen, slogans, reclames, uitdrukkingen, spreekwoorden
Resultaat?
  • 2 voorbeelden per vorm
  • per voorbeeld alle aanwezige/weggelaten elementen benoemd 
  • gebruik slide 2 voor alle vormen van beeldspraak en voor de elementen

Slide 25 - Tekstslide